6 - Voortplanting Flashcards
(20 cards)
Ovulatie
Eisprong, een eicel komt vrij uit één van beide ovaria, is omringd door cellen uit ovarium, komt in eileider, kan worden bevrucht
Bevruchting
het versmelten van de kern van de eicel met die van de zaadcel
Bevruchting in stappen 5
- een aantal zaadcellen dringt door de follikelcellen heen 2. de zaadcellen maken contact met de eischil (eiwitlaag om eicel) 3. de zaadcellen geven enzymen af die de eischil ter plekke afbreken 4. één zaadcel dringt door het celmembraan van de eicel 5. de zaadcel geeft de kern aan de eicel af
Zygote
Bevruchte eicel
30 uur na de bevruchting
Eerste deling
3 dagen na de bevruchting
Een klompje van 16 cellen, door klievingsdelingen
Klievingsdelingen
Delingen zonder plasmagroei, de cellen groeien niet
Van 3 tot 8 dagen na de bevruchting
De zygote wordt naar de baarmoeder vervoert, door trilharen aan de binnenkant van de eileiders
9/10 dagen na de bevruchting
Innestelling
Innestelling
Het vastzetten van een klompje cellen in het baarmoederslijmvlies
Blastulaholte
Hier zijn de meeste cellen rond gerangschikt
Trofoblast
De buitenste laag cellen van de blastulaholte, vormen het begin van de placenta, produceert o.a. HCG
Kiemschijf
Het embryo ontwikkelt zich uit de cellen van de kiemschijf
Dooierblaasje
Een kleine holte gevuld met vocht, uit kiemschijf, vormt uiteindelijk eerst bloedcellen
Amnionholte
Een grote holte gevuld met vocht, uit kiemschijf, groeit mee met embryo, zal uiteindelijk hele blastulaholte vullen, is gevuld met vruchtwater
Navelstreng
Ontstaat uit hechtsteel tussen de trofoblast en kiemschijf, transportroute tussen embryo en placenta
Twee vruchtvliezen van vruchtwater
Amnion, vormt het binnenste vruchtvlies, chorion, gevormd van de trofoblast, het buitenste vruchtvlies, groeien met embryo mee
Ovaria
Eierstokken, ontwikkeling eicellen vindt plaats
Eileider
Vangt eicel op, vervoert eicel naar baarmoeder
Maagdenvlies
Randje weefsel als kraagje aanwezig rond ingang vangina, gaat stuk bij eerste geslachtgemeenschap