6.1 Eten en gegeten worden Flashcards

(23 cards)

1
Q

Voedselketen

A

Een reeks soorten waarbij elk soort wordt gegeten door de volgende soort.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar begint een voedselketen mee?

A

Met een organisme dat bloedgroenkorrels heeft.
Meestal is dit een plan, maar er zijn ook bacteriën met bladgroenkorrels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Voedselketen begint altijd met organisme dat bladgroenkorrels heeft, wat zijn de 2 volgende schakels altijd?

A

Dieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Voedselweb

A

Alle voedselrelaties in een ecosysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Elk gebied heeft zijn eigen………

A

voedselweb
Denk aan bossen, duingebieden, oceanen etc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe werkt het proces fotosynthese

A

Koolstofdioxide + water + lichtenergie =
glucose + zuurstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar vindt fotosynthese plaats

A

In bladgroenkorrels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn energiearme stoffen

A

koolstofdioxide en water, mineralen en zuurstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

energierijke stoffen

A

Stoffen die veel energie bevatten
glucose en andere koolhydraten
eiwitten en vetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

In een plant vindt ook verbranding plaats.
Verbranding van glucose, hoe schrijf je dat op

A

glucose+zuurstof =
koolstofdioxide + water +energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Fotosynthese en verbranding zijn voorbeelden van…..

A

stofwisseling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Stofwisseling

A

Alle processen in een organisme waarbij stoffen worden omgezet in andere stoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

producenten

A

organismen met bladgroenkorrels die energiearmen stoffen kunnen omzetten naar energierijke stoffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

consumenten

A

alleseters, planteneters en vleeseters, die leven van de energierijke stoffen die planten maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

planteneters

A

dieren die planten eten - 2e schakel in de voedselketen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

alleseters

A

dieren die planten eten en dieren eten - vormen de 2e of hogere schakel van de voedselketen

17
Q

vleeseters

A

dieren die dieren eten - vormen de 3e of hogere schakel van de voedselketen

18
Q

Er zijn ook planten en dieren die sterven zonder te worden opgegeten. Wie eten de resten van deze dode organismen?

A

Afvaleters
duizendpoot, miljoenpoot, regenworm, pissebed, franjestaart, meikeverlarve

19
Q

Wat gebeurt er met de resten die afvaleters achterlaten

A

Die worden verder afgebroken door bacteriën en schimmels

20
Q

Reducenten

A

Bacteriën en schimmels

21
Q

Wat doen reducenten

A

Zetten energierijke stoffen uit dode planten en dieren om in energiearme stoffen: koolstofdiocide, water en mineralen.

22
Q

Kringloop

A

Planten nemen de energiearme stoffen van reducenten op, en zo ontstaat weer fotosynthese etc etc etc