Extra documenten Flashcards

1
Q

Wat betoogt Glenn?

A
  • Patrick Glenn is een Canadese comparist die zijn zijn werk The Legal Traditions of the World in 2004:
  • Hij betoogt dat de begrippen ‘cultuur’ en ‘systeem’ tytpische ressultaten zijn van het westerse denken en daarom minder goed voor hedendaagse modniale rechtsvergelijking.
    • Maar ook dit perspectief is niet volledig objectief:
    • “There’s no view from nowhere”: er gaat altijd een beetje subjectivitieit zijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat houdt het begrip tradititie in?

A
  • In het Westen vaak een negatieve bijklank = oud, verstarring.
    • Dit heeft volgens Glenn te maken met Westerse notie van tijd die lineair is, in andere culturen cyclyisch of geen aparte dimensie. Ruimte is steeds in de tijd, de tijd omringt ons. We zijn steeds in een bepaalde tijd.
    • Bij natuurvolken geldt dat zowel voorbije generaties als komende allen present zijn in de “huidige tijd”: dus traditie kan ook anders gevonden worden dan in deze tijd, ook al zijn de personen er in the present niet.
  • Voor Glenn zijn ook civil law en common law ook tradities.
  • Traditie leidt niet noodzakelijk tot verstarring of uitsluiting van de andere of de onmogelijkheid om zich aan te passen aan nieuwe inzichten.
    • Traditie is een bron van kennis, die bouwstenen levert voor verandering en aanpassing aan nieuwe uitdagingen om de cohesie te behouden: “het verleden mobiliseren om de toekomst uit te vinden”.
    • Traditie is hier dus een stroom van informatie die zich niet laat opsluiten binnen bepaalde formele grenzen.
  • Traditie bevat ook elementen die elkaar antipoden zijn.
    • Kennis van een andere traditie beïnvloedt meteen ook de eigen traditie: als wij kennis krijgen van iets dat elders bestaat, dan is die informatie meteen ook bij ons.
    • Tradities bestaan dus enkel in onderling verband.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat met de tegenstrijdige elementen in traditie?

A
  • Traditie is dus samengesteld uit met elkaar tegenstrijdige elementen → geeft aanleiding tot multivalent denken om deze tegenstellingen te overbruggen. Dit leidt tot een zekere vaagheid of ‘fuzzy logic’.
  • Deze wijze van denken is aangewezen om de juridische tradities te benaderen met het oog op duurzame diversiteit op het mondiale vlak.
  • Traditie is meer gericht op diversiteit en verandering dan systeem of cultuur en het is een uitdrukking van een tolerante manier van denken.
    • Bv. hoe gaan wij om met ‘verstoting’ of ‘polygamie’.
  • Tradities zijn ook kwetsbaar want vaak samengesteld uit conflicterende elementen en zij kan ook worden gecorrumpeerd.
    • Het kan gebruikt worden voor perverse en persoonlijke doeleinden. Grootste gevaar is de corruptie van de traditie zelf: bv. fundamentalisme.
    • “It is the process of closing down the dynamic of a tradition such as it speaks with only one voice and all others are stilled”
  • Glenn onderscheidt de volgende 7 tradities die hij chronologisch ordent, hij sluit niet het mogelijk bestaan van andere tradities uit.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de 7 verschillende tradities volgens Glenn?

A
  1. Chtonische traditie
  2. Joodse traditie
  3. Civil Law-traditie = Romeins recht
  4. Islamitisch recht
  5. Common law
  6. Hindoerecht
  7. Verre Oosten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houdt de Chtonische traditie in?

A
  • Natuurvolken: bv. Polynesië, Inuit, Amazone,…
  • Geen openbaring, maar gewoon de orale collectieve, uit ervaring gegroeide en van generatie op generatie overgedragen regels.
  • Alle andere tradities hebben chtonische wortels: “the chain of the tradition is as long as the history of humanity”.
  • Ook andere families (ten minste gedeeltelijk) deze chtonische wortels,
    • Bv. islamrecht, Germaans gewoonterecht, Talmoedisch rechten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de kenmerken van het chtonische recht?

A
  • Oraal (men kan het wel opschrijven, maar die tekst heeft geen autoriteit)
  • Collectief: the law is vested in a repository in which all share and which all may participate
  • Geen professionele juristen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat kunnen we leren van het Chtonisch recht?

A
  • Bescherming van de natuur en respect voor alle levende wezens: hoe omgaan met dieren, westerse opvatting dat dieren slechts ‘objecten’ zijn kan dus niet gelden als universeel gelet op de duizenden jaren oude chtonische traditie verspreid over alle continenten.
  • Verband tussen generaties (aantasting van het milieu is ook een tekortkoming aan een ‘inter-generational obligation’
  • Voorbeeld: begrip ububtu als bron van het Zuid-Afrikaanse recht dat gebaseerd is op kernwaarden zoals groepssolidariteit, intermenselijkheid, mededogen en moraliteit: in het aansprakelijkheidsrecht klemtoon op andere vormen dan herstel dan de schadevergoeding. Meer aandacht voor excuses, menselijke relaties, veel aandacht naar preventie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat houdt de Joodse traditie in?

A
  • Talmoed: Judaïsme is ‘a religion of law’ dat elk facet van het mens zijn omvat.
  • Wellicht de 2de oudste traditie, er waren er ouderen: bv. Babylonië de Codex van Hammurabi maar van het Oude Egypte is bijna alles verdwenen: wel Koptisch recht.
  • Talmoedisch recht is gebaseerd op de eerste 5 boeken van Mozes van de Joodse Bijbel (Oud Testament of Thora) of de Pentateuch:
    • Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri, Deuteronomium.
    • Ze zijn van goddelijke oorsprong en dus onveranderlijk.
  • Aan het joodse recht als statelijk recht kwam een einde door de eerste verwoesting van de tempel de Babylonische ballingschap.
  • Het recht van de huidige staat Israël (1948) is gebaseerd op recht uit de Ottomaanse tijd
    • Bv. millet-systeem van autonomie van religieuze gemeenschappen.
    • Ook invloed van het Brits mandaatgebied en wetgeving van de Knesset “Mixed legal system”
  • Familierecht is pluralistisch en wordt bepaald door de diverse geloofsgroepen: levert problemen op voor vrijzinnigen. In de diaspora is vooral ook het familierecht belangrijk.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de kenmerken en bronnen van de Joodse traditie?

A
  • Aanvankelijk mondelinge traditie, daarna op schrift gesteld en voorzien van commentaren (Misjna). Deze tweede laad = Talmoed is toevertrouwd aan de menselijke interpretatie: bv. Talmoed van Jeruzalem samengesteld in de 5de eeuw en 2 eeuwen later: de Babylonische Talmoed.
  • Daarop volgen de grote commentaren = Codec waarvan de codex van Maimonides (Cordoba 1135 - Cairo 1205) de bekendste is.
  • Responsa: adviezen door rabbijnen over bepaalde vraagstellingen: “kies uw leermeester”
  • Beeld van een omgekeerde piramide: Onderaan de Thora, dan Misjna, Talmoed, codes en responsa.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe worden geschillen tussen joden beslecht?

A
  • Rabbinale rechtspraak = Bet Din.
  • Belangrijk voor huwelijksrecht: ketubah: voorhuwelijkse overeenkomst en echtscheiding get: scheidingsbrief die vrouw van man dient te verkrijgen ten einde opnieuw joods te kunnen huwen.
    • Dit brengt soms conflicten teweeg tussen verschillende rechtsorden wanneer men dergelijke verplichtingen probeert af te dwingen voor de statelijke rechtbanken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat houdt het Hidoerecht in?

A
  • Moeilijk om het Hindoerecht te vatten omdat in deze traditie de concepten van ius of lex onbekend zijn. De spil is dharma:
    • Onvertaalbaar maar op te vatten als “datgene wat behoort te gebeuren”, zowel als een universele wetmatigheid die de hele kosmos beheert, als een richtsnoer voor het handelen van elk onderdeel van die kosmos: zodat die in evenwicht blijft.
    • Het dharma omvat het menselijk bestaan in al zijn aspecten.
  • Oorsprong gaat terug op de Veda’s, verzameling van goddelijk geïnspireerde teksten (spreuken, hymnen, formules liederen).
    • Hoe de openbaring tot stand kwam en wie de boodschapper/ontvanger was is onduidelijk.
    • Datering is ook onduidelijk: 1700 v. Chr? wanneer de Ariërs zich aan de Indus vestigen en verder zuidwaarts trekken en op schrift gesteld in 500 v.C.)
  • Deze werden uitgewerkt door de brahmanen in de dharmasoetra’s (in het Sanskriet):
    • Dit is te vergelijking met de Joodse Misjna of islamitsche soenna
  • Er zijn ook codes, vooral bekend is het boek van Manu: legendarische figuur in ong 200 v.C.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het gevolg van de komst van de Engelsen op het HIndoerecht?

A
  • Tijdens de overheersing van de Mogols raakt het Hindoerecht in de verdrukking.
  • Hieraan komt een einde door de komst van de Engelsen met hun East India Company die bepalen dat iedere bevolkingsgroep beheerst wordt door het eigen personeel statuut.
    • Gaandeweg ontwikkelt het: Anglo-Hindu-law (1772-1864-1947).
    • Dit is van toepassing op: hindoes, boeddhisten, sikhs, jaïns.
    • Dus niet van toepassing op: Islamieten, christenen en Parsi.
    • Bepaalde aspecten van het Hindoerecht werden wettelijk uitgezuiverd: bv. de suttee = weduwenverbranding. Engelse rechters doen beroep op de pandits voor uitleggingsvragen.
  • Einde in 1864 waarbij het recht zich daarna verder ontwikkelt als een precedentensysteem: met een mogelijk beroep voor de Privy Council.
  • Voor de Engelsen is het Anglo-Hindu law een van de geschenken van de Raj aan Indië nog steeds relevant.
    • Er is ook kritiek: noch Engels recht, noch Hindoerecht, rationalisering doet afbreuk aan zeer casuïstische benadering: afbreuk aan grote complexiteit van Indische samenleving.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het huidige Hindoerecht in het huidige India?

A
  • In het huidige India (1947) speelt het Hindoerecht vooral een rol voor het familierecht, maar werd gecodificeerd:
    • Hindu Marriage Act 1955, Hindu Succession Act 1956 met aanpassing aan de moderniteit (kastensysteem, positie vrouw)
    • Van toepassing op: hindoes, boeddhisten, sikhs (soms onder protest), jaïns (volgen in feite intern eigen regels).
  • In de diaspora(=verspreiding) speelt het Hindoerecht vooral ook in die materies een rol, al vindt soms een accomodatie plaats in de gegeven contect.
    • Bv. Verenigd Koninkrijk: angrezi dharma of British Hindu Law.
  • Grondwet van India opent het perspectief van een eengemaakt burgerlijk recht: “The State shall endeavour to secure for the citizens a uniform civil code throughout the territory of India”, art. 44.
  • In de praktijk komt het moeilijk van de grond. Het Hoogste Gerechtshof herinnert de wetgever op geregelde tijdstippen van deze verplichting .
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is Affidavit?

A
  • Onder ede afgelegde verklaring. Letterlijk = hij heeft bevestigd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de ‘American Rule’?

A
  • Principe dat iedere procespartij de eigen kosten van de verdediging draagt
  • Staat tegenover de ‘English Rule’: verliezende partij draagt de kosten van het geschil en betaalt dus de kosten van de andere partij.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Attachement

A
  • Bewarend beslag.
  • Arrest of ships: Scheepsbeslag
17
Q

Class Action

A
  • Een rechtsvordering die wordt ingesteld door een vertegenwoordiger voor rekening van een grote groep benadeelden: bv. bij massaschade.
  • Rule 23 Fed. R. Civ. p.
18
Q

Contingent fee arrangement

A
  • Ereloon van de raadsman dat vooraf afhankelijk is gesteld van de goede afloop van het geding:
    • Pactum de quota litis = ​Wanneer het geld moeilijk te verkrijgen is, gaat de schuldeiser een deel geven aan iemand die het gaat afhalen.
    • Gebruikt in litigation: hier schiet iemand de kosten voor, in ruil voor een deel van de winst moest de zaak succesvol zijn.
19
Q

Discovery

A
  • De verplichte overlegging van informatie op verzoek van een procespartij van alle gegevens betreffende rechtsvordering.
  • Cf. Rule 26 (a) Fed. R. Civ. P.
20
Q

Duty of Candor

A
  • Verplichting voor de procespartijen tot mededeling van de voor het geschil relevante informatie ook al is die nadeling voor de eigen stelling: dus de rechter niet misleiden.
21
Q

Forum non Conveniens

A
  • Principe dat de als bevoegd aangewezen rechter afstand kan doen van zijn rechtsmacht om reden dat er onvoldoende aanknopingspunten zijn met het forum en een buitenlands gerecht voor dd partijen meer geschikt is om van de zaak kennis te nemen.
22
Q

Fruit of the poisonous tree doctrine?

A
  • Leerstuk van het onrechtmatig verkregen bewijs.
23
Q

Injunction

A

Rechterlijk bevelschrift

24
Q

Anti-suit injunction

A
  • Bevel dat ertoe strekt een partij te verbieden een procedure aan te spannen of verder te zetten.
    • Bv. in het geval het aanspannen van de procedure te kwader trouw wordt gedaan.
25
Q

Plea bargaining

A
  • Onderhandeling tussen verdachte en OM over schuldigverklaring en strafmaat.
26
Q

Punitive damages

A
  • Veroordeling die niet strekt tot de vergoeding van de schade van de benadeelde maar bedoeld is als een private straf (hierbij wordt rekening gehouden met factoren:
    • Zoals o.m.: laakbaarheid van de handeling, aard van de geleden schade, de financiële draagkracht.
27
Q

Seizure

A

Beslag

28
Q

Writ of certiorari

A
  • In de US: bevel van een hoger rechtscollege: bv. Supreme Court om een zaak beslecht door een lagere instantie over te maken.
29
Q

Writ of habeas corpus

A
  • Bevelschrift dat ertoe strekt een in hechtenis genomenvpersoon voor de rechter te brengen om na te gaan of zijn hechtenis rechtsgeldig is.
30
Q

Writ of prohibition

A

Bevelschrift dat ertoe strekt het stellen van een bepaalde handeling (bv. door een bestuur) te verhinderen.

31
Q

Wat is de essentie van een Engelse trust

A
  • Een creatie van de Equity.
  • Moeilijk om een definitie te geven, het is geen contract en ook geen rechtspersoon.
    • “een equitable obligation concerning property”.
  • Essentie is de zakenrechtleijk ebescherming van de begunstigden (equitable property rights) naast de legal property rights van de trustee.
  • Conceptueel ontstaat de trust door de eigendomsoverdracht door de settlor van een goed of gtoederen aan de trustee die de verplichting opneemt om de goederen te beheren in het belang van beneficiaries overeenkomstig het bepaalde in de overeekomst (fiduciary duty). De trustee krijgt het volle eigendomsrecht; begunstigde enkel equitable property rights indien hun belangen gevaar lopen.
32
Q

Wat zijn de kenmerken van de trust?

A
  • Trustvermogen eigendom trustee.
  • Zakelijke subrogatie = substituted assets, fruits, proceeds.
  • Verplictingen trustee ten aanzien van begunstigden:
    • Duty of loyalty, conflict of interest.
  • Segregatie trustgoederen (‘ring-fenced’): echtgenote, erfgenamen en privé-crediteuren van de trustee kunnen er niet aan.
  • Tracing en constructive trust: vgl bij ons art. 43bis Sw.
  • Toegang tot de rechter voor richtlijnen en advies.
33
Q

Wat zijn bezwaren tegen de trust?

A
  • Mogelijke misbruiken:
    • Bv. oprichting van een trust op om schuldeisers te ontsnappen.
    • Zal niet lukken: “bad trust”: Statute Elisabeth I.
  • Fiscale ontduiking:
    • Wetgever zorgt ervoor dat trust fiscaal neutraal is = kaaimantax.
    • Belgisch belastingsplichtige moeten niet enkel hun buitenlandse bankrekening aangeven, maar ook of zijn begunstigden zijn van een buitenalnse trust (‘juridische constructie’): art. 307 WIB.
  • Dode hand:
    • Er is een beperking in de tijd: behalve voor de charitable trusts door de Perpetuituies and Accumulation Act in 1964.
  • Trust kan niet bestaan zonder ‘equity”: maar trust werd ook ingevoerd in jurisdeicties die deze historische ontwikkeling niet hebben gekend: zoals Schotland en Zuid-Afrika.
34
Q

Wat met het eigendomsrecht en de trust?

A
  • Mogelijk bezwaar: de trust miskent het concept van ondeelbaar eigendomsrecht:
  • Maar: Trustee is 100 % eigenaar: de beneficiaires hebben niet en ‘equity-versie’ van de rechten van de trustee.
  • Rechten van de beneficiaries zijn van een andere orde dan deze van de trustee: we hebben dus niet echt een opdeling van het eigendomsrecht, maar beter om te z-spreken van ‘bezwaren’ fan het eigendomsrecht van de trustee.
35
Q

Wat is het effect op het vermogen van de trustee?

A
  • Mogelijk bezwaar: De trust leidt ertoe dat de trustee meer dan 1 vermogen heeft: in strijd met art. 7 en 8 Hyp. W.
  • Antwoord: het vermogen is de verzameling van rechten, terwijl de trust een wijze is van de rechten te houden.
  • Het kan de ondeelbaarheid van het vermogen miskennen, maar wij kennen in België ook talrijke gevallen waar binnen het vermogen van een rechtssubject goederen worden afgezonder met een bijzondere bestemming: bv. ‘covered bonds’.
  • Voor de erkenning van een dergelijke segregatie wordt enkel vereist:
    1. Rechtmatig doel
    2. Publiciteit ter bescherming van derden
  • Deze voorwaarden zijn vervuld voor de ‘derdenrekening van de advocaat:
    1. Dergelijke afscheiding dient het vertrouwen in de rechtspractivi en dus in de justitie
    2. Op de derdenrekening van een advocaat staat geen privégelden: zie ook art. 8/1 Hyp. W.
36
Q
A