Hoofdstuk 1 Deel 2 Flashcards

1
Q

Welke drie maatschappijtypes bestaan er volgens Kondratieff?

A
  1. Agrarische maatschappij (stoommachine zorgt voor overgang)
  2. Industriële maatschappij (computer en internet zorgen voor overgang)
  3. Informatiemaatschappij
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de Kondratieff golven?

A

De maatschappelijke en economische ontwikkelingen gebeuren in een cyclisch proces, één golf duurt zo’n 50 à 60 jaar

  1. Economische groei
  2. Economische recessie
  3. Economische depressie
  4. Economische verbetering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de vier subrevoluties?

A
  1. -95: Preconnected history
  2. 95-05: Everyone connected
  3. 05-15: Everyone mobile
  4. 15-25: Everyone served
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de preconnected history?

A
  • technologie om afstand te overbruggen
  • Elke vorm van media en communicatie heeft zijn eigen aardeketen, taal en logica, nog niet geconnecteerd
  • computer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is Everyone connected?

A
  • e-tijdperk
  • tijd overbruggen
  • Internet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is everyone mobile?

A
  • i-tijdperk
  • plaats overbruggen
  • smartphone, mobiel internet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is everyone served?

A
  • smart tijdperk

- data en opkomst internet of things

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is analoge communicatie?

A

Processen waarbij men de distributie van de communicatiesignalen zo analoog of gelijkend mogelijk probeert te laten verlopen als de manier waarop ze bij de bron geproduceerd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is digitale communicatie?

A

Signaal wordt in vele kleine stukjes verdeeld, waarbij elk stukje een digitale code meekrijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de voordelen van digitalisering?

A
  1. Editeerbaarheid en manipuleerbaarheid
  2. Toename van kwaliteit
  3. Convergentie
  4. Besparing van ruimte voor zowel opslag als transmissie
  5. Interactieve mogelijkheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is convergentie?

A

Alle types informatie komen los van hun specifieke technologieën voor opslag en distributie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is codering?

A

Omzetting van digitale technologie naar een digitale boodschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een inventie?

A

Nieuw idee of theoretisch model

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een innovatie?

A

De implementatie van het nieuwe idee in de markt of sociale omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn incrementele innovaties?

A

Kleine verbeteringen op bestaande processen en systemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn disruptieve innovaties?

A

Radicale veranderingen, beïnvloed veeleer de markt dan de technologie, creëert nieuwe productcategorie of zet bestaande op zijn kop

17
Q

Wat zijn drie gevolgen van innovatie?

A
  1. Gevestigde waarden vliegen eruit
  2. Banenverlies, creatieve destructie
  3. Iconische producten worden vervangen