Hoofdstuk 7 Deel 1 Flashcards

1
Q

Wat is technologisch determinisme?

A

Opkomst van nieuwe communicatietechnologieën is een onoverkomelijk en onomkeerbaar proces waaraan we ons dienen aan te passen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is sociaal constructivisme?

A

Het proces van technologische ontwikkeling en verspreiding is nooit voorbestemd, het is shakend by economic, socio-cultural en political factors

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de assumpties van het diffusionisme van Rogers?

A
  1. Innovaties bevatten karakteristieken waarvan de individuele perceptie door de potentiële adopters determinerend is voor de uiteindelijke adoptiefsnelheid en curve
  2. Sommige potentiële adopters zijn innovatiever dan andere
  3. De adoptiefbeslissing zelf is een gefaseerd proces dat individueel doorlopen wordt
  4. Diffusie wordt weerspiegeld in een klokvormig diffusiepatroon waarbinnen achtereenvolgens de innovators, early adopters, early majority, late majority en laggards van elkaar worden onderscheiden
  5. De potentiele adopters zijn in verschillende mate vatbaar voor bepaalde vormen van communicatie in verschillende fasen van het diffusieproces
  6. Bepaalde individuen en hun gedrag kunnen determinerend zijn voor het adoptiefgedrag van anderen. Vooral als men zich met die kan spiegelen. Daarom wordt ook proces deels gedreven door kopieer of imitatiegedrag
  7. Diffusieproces is gradueel proces dat meestal traag van start gaat met een aantal pioniers, om dan een snelle stijging van het aantal adopters te kennen wanneer de interpersoonlijke communicatie en peer influence in werking treedt, na verloop weer af te vlakken en uiteindelijk in een S-vormige cumulatieve adoptiefcurve te resulteren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke vijf kenmerken van een innovatie zijn volgens Rogers cruciaal in de ogen van de vernieuwende gebruiker?

A
  1. Relatief voordeel ten opzichte van bestaande praktijken
  2. Compatibiliteit met bestaande praktijken
  3. Complexiteit in gebruik
  4. Testbaarheid
  5. Observeerbaarheid van het gebruik
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn volgens Rogers de vijf mentale fasen die de innovatiebeslissing uitmaken?

A
  1. Kennismakingsfase (informatie): op hoogte zijn vh bestaan van de innovatie
  2. Overtuigingsfase (attitude): proces waarbij potentiële gebruiker zich een eigen houding vormt over het gebruik van de innovatie
  3. Fase van ingebruikname (gedrag): hoe wordt de innovatie gebruikt
  4. Bevestigingsfase (confirmatie): worden verwachtingen ingelost of niet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wie zijn de innovators?

A

2,5%: avontuurlijk, kunnen omgaan met een hoge graad van onzekerheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wie zijn de early adopters?

A

13,5%: Gerespecteerd: sterke signaalfunctie naar latere gebruikers, minder avontuurlijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wie zijn de early majority?

A

34%: gaan grondig doorheen overtuigingfase, eerst informatie inwinnen,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wie zijn de late majority?

A

34%: nemen beslissing pas na enige druk van de omgeving, stellen de beslissing zo lang mogelijk uit (oa door complexiteit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wie zijn de laggards?

A

16%: geen negatieve connotatie, ze zijn gewoon laat bewust, bereiden zich voor om te leven zonder de innovatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het principe van relatieve constantie?

A

Indien het invoeren van een nieuwe communicatietechnologie een extra kost met zich meebrengt zal er, in zekere mate, bespaard worden op andere, aanverwante uitgavencategorieën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de eerste tijdsgebonden factor?

A

Druk bezette personen krijgen vaak te maken met polychronisch tijdsgebruik, waarbij ze zappen van de ene communicatievorm naar de andere of communicatie combineren met andere activiteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de tweede tijdsgebonden factor?

A

Via communicatie beschikken over actuele informatie. Tijd tussen het ontstaan van de info en het moment dat het ons bereikt willen we zo klein mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de derde tijdsgebonden factor?

A

Het onafhankelijk worden van een specifiek tijdstip om de informatie op te vragen of uit te wisselen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welk onderscheid kunnen we maken bij de derde tijdsgebonden factor?

A
  1. Tijdsgebonden of realtime communicatie
  2. Tijdskritische communicatie
  3. Tijdsverschoven communicatie
  4. Tijdsonafhankelijke communicatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is tijdsgebonden of realtime communicatie?

A

Deelenemers moeten op het zelfde tijdstip actief aan de communicatie deelnemen bv. telefoongesprek

17
Q

Wat is tijdkritische communicatie?

A

Het comunicatiesysteem kan enige tijd wachten op communicatie, maar eens de kritische tijd verstreken is kan de communicatie stilvallen Bv. Computerverbinding met bankdiensten,..

18
Q

Wat is tijdoverschoven communicatie?

A

Tussentijdse informatieopslag zorgt voor het ontkoppelen van zenden en ontvangen, maar moet wel binnen enige tijd bekeken worden, anders niet communicatievriendelijk Bv. Voicemail,…

19
Q

Wat is tijdsonafhankelijke communicatie?

A

Het tijdstip van consultatie van de informatie staat los van het tijdstip dat de info ter beschikking komt Bv. Digitale televisie