Richtlijn subacromiale klachten Flashcards

1
Q

Welke factoren kunnen leiden tot het ontstaan van subacromiale klachten?

A

Glenohumerale instabiliteit en scapulothoracale disfunctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de specifieke rode vlaggen bij subacromiale klachten?

A
  1. ernstige en/of persisterende klachten
  2. Dubbelzijdige schouderklachten
  3. Lichamelijke klachten elders
  4. Koorts, malaise, gewichtsverlies
  5. Heftig uitstralende pijn, tintelingen in arm of hand, samenhangend met nekbewegingen of verminderde kracht van arm- of handspieren
  6. Dyspneu, pijn op de borst
  7. gewrichtsklachten elders
  8. klachten die niet passen bij de leeftijd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke 3 diagnostische groepen kent de richtlijn?

A
  1. schouderklachten met een passieve bewegingsbeperking voornamelijk in exorotatie en/of abductierichting
  2. Schouderklachten zonder passieve bewegingsbeperking en met een pijnlijk traject in de abductie
  3. Overige schouderklachten zonder passieve bewegingsbeperking en zonder pijn in het abductietraject.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de aanbevolen tests in de richtlijn?

A
  1. Hawkins-Kennedy test
  2. Teken van Neer
  3. Jobe test
  4. Drop arm test
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe wordt het teken van Neer uitgevoerd?

A
  1. De FT staat naast de patient
  2. De FT stabiliseert met 1 hand de scapula aan de aangedane zijde van de patient op laterorotatie van de scapula te voorkomen.
  3. Met de andere hand brengt de onderzoeker de aangedane arm in anteflexie (arm is in endorotatie) totdat de patient pijn aangeeft of totdat de volledige uitslag is bereikt.
  4. De test is positief als de patient pijn aangeeft vordat volledige anteflexie is bereikt.
    Verondersteld wordt dat in dit geval een of meerdere structuren in de subacromiale ruimte zijn aangedaan.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe wordt de Hawkins-Kennedy test uitgevoerd?

A

De onderzoeker staat voor de patient. De onderzoeker brengt de 90 graden geflecteerde elleboog van de patient in anteflexie tot 90 graden. IN deze stand beweegt de onderzoeker de arm in endorotatie. De test is positief als de patient pijn aangeeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe wordt de drop arm test uitgevoerd?

A

De patient zit op een stoel of bank. De onderzoeker brengt de arm in abductie totdat de volledige bewegingsmogelijkheid is bereikt. De patient beweegt daarna de arm langzaam terug langs hetzelfde traject. De uitslag is positief als de patient de arm plotseling laat vallen of als de patient hevige pijn ervaart.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe wordt de Jobe test uitgevoerd?

A

De onderzoeker staat voor de patient. De onderzoeker brengt bij de patient beide armen passief in 90 graden abductie en 30 graden horizontale adductie, terwijl de duimen naar de grond wijzen. Vervolgens drukt de onderzoeker de amren van de patient naar beneden, terwijl de patient probleert de armen in de bereikte positie te houden De test is positief als de patient de positie niet kan behouden en de arm daalt terwijl er ook pijn optreedt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat wordt getest met het teken van Neer?

A

Subacromiale klachten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat wordt getest met de Hawkins-Kennedy test?

A

Subacromiale klachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat wordt getest met de Jobe test?

A

volledige peesrupturen van de supraspinatus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat wordt getest met de Drop arm test?

A

aantonen van veranderingen in de structuur van de supraspinatuspees.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het doel van de behandeling van subacromiale klachten?

A
  1. verminderen van de pijn
  2. verbeteren van de functie van de schoudergordel.
  3. Het verbeteren van activiteiten en het opheffen van belemmerende persoonlijke of omgevingsfactoren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de aanbevelingen voor het therapeutisch proces?

A
  1. Pas oefentherapie toe om de bewegingsfunctie en de spierfunctie van de verzwakte rotatorcuffspieren te vergroten en de spierlengte te normaliseren.
  2. Oefen met (geleid) actief bewegen
  3. Pas manuele mobilisaties toe van schoudergordegewrichten, CWK, CTO en TWK indien noodzakelijk.
  4. Functionele oefeningen voor schoudergordelspieren
  5. Er is geen evidentie voor de effectiviteit van frikties.
  6. Hanteer een behandeltermijn van 6-12 weken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke meetinstrumenten worden aangeraden in de richtlijn?

A
  1. VAS
  2. PSK
  3. Spadi
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly