12. Materieel strafrecht Flashcards

1
Q

waaruit bestaat het Wetboek van Strafrecht?

A

algemene bepalingen, misdrijven en overtredingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het verschil tussen een misdrijf en een overtreding?

A
  • een misdrijf is vaak zwaardere strafbare feiten (diefstal, mishandeling, oplichting)
    pogingen en medeplichtigheid bij overtreding niet strafbaar
  • verdachten van overtreding bij kantonrechter, en misdrijven door de rechtbank.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waaruit bestaat een strafbepaling?

A

nauwkeurig omschreven gedraging en de max straf. (delictsomschrijving, kwalificatie (naam van delict) en sanctienorm)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar bestaat de delictsomschrijving uit?

A

bestandsdelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

voorwaarden voor strafbaarheid:

A

voldoet aan alle bestandsdelen en elementen (= wederrechtelijkheid (daad in strijd met recht) en schuld )

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Voorwaarden voor strafbare poging:

A
  • voornemen: de bedoeling was er
  • uitvoeringshandeling: begin aan misdrijf is er al
  • geen vrijwillige terugtred: hij besluit niet uit zichzelf de misdaad te stoppen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

verschillende soorten deelneming:

A
  • medepleger: daders werken nauw samen
  • doen pleger: regisseert misdrijf, voert het niet uit
  • uitlokker: brengt een ander op de gedachte een strafbaarheid te plegen
  • medeplichtig: speelt een ondergeschikte rol.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is er bijzonder aan het strafrecht voor minderjarigen?

A

Voor hun gelden dezelfde straffen in geval van medeplegen, uitlokken, ect.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

noem 2 strafuitsluitingsgronden

A
  1. rechtvaardigingsgronden die de strafbaarheid van de daad opheffen
  2. schulduitsluitingsgronden die de strafbaarheid van de dader opheffen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn 4 rechtvaardigingsgronden?

A
  1. overmacht: gewikkeld in een conflict van plichten
  2. noodweer: waarin iemand zich verdedigt tegen iemand anders.
  3. wettelijk voorschrift: je houdt je nou eenmaal aan de wet
  4. ambtelijk bevel: het moet van iemand van een ambt (bijv. door rood rijden van de politie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn 4 schulduitsluitingsgronden?

A
  1. psychische overmacht: heel veel druk van buitenaf om misdrijf te plegen
  2. noodweerexces: door schrik of angst een te zwaar middel kiezen om je te verdedigen
  3. onbevoegd geven ambtelijk bevel:
  4. ontoerekenbaarheid: als de psychiater vast stelt dat de dader op het moment zo geestelijk in de war was dt hij niet aansprakelijk kan worden gesteld voor de daad.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly