13. Strafrecht algemeen Flashcards

1
Q

wat betekent afdoening?

A

de verdachte komt niet bij de recht omdat het OM het afhandelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de drie fases in het strafproces?

A
  1. vooronderzoek: doel is bewijs vergaren, Dwangmiddelen mogen worden gebruikt. wordt gedaan door officier van justitie.
  2. onderzoek ter zitting: dagvaarding door officier van justitie als de zaak bij de rechter komt.
  3. tenuitvoerlegging van de straf: gebeurt onder verantwoordelijkheid van het OM
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wie is de verdachte?

A

de persoon van wie de politie en justitie vermoeden dat hij een strafbaar feit heeft gepleegd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wie is de advocaat van de verdachte?

A

behartigt de belangen van de client. probeert tegenbewijs te vinden. de rechtbank moet voor een minderjarige ambtshalve een raadsman toevoegen (of ze het willen of niet)
Jeugdigen mogen ook met hun ouders praten en dat mag niet worden afgeluisterd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat doet de opsporingsambtenaar?

A

iedere functionaris die bevoegd is strafbare feiten op te sporen (bijv. politie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat doet de officier van justitie en OM?

A

officier van justitie behoort tot het OM. heeft de taak om verdachten te vervolgen
jeugdzaken worden over het algemeen door een jeugdofficier gedaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat doet de rechter-commissaris?

A

een rechter die een ander taak heeft dan rechtspreken. houdt toezicht op rechtmatigeheid en zorgvuldigheid van het vooronderzoek. Mag niet dan ook als rechter in de zaak optreden.
Bij rechtszaken m.b.t. minderjarigen is deze scheiding minder duidelijk. De kinderrechter mag als rechter commissaris optreden als er een beslissing moet worden genomen over de vrijheidsbebeneming van van de jeugdige verdachte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat doet de rechter/ kinderrechter?

A

heeft de taak om de zitting te leiden en een oordeel te vellen over schuld of onschuld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat doet de medewerker reclassering?

A

verleent hulp aan het begin van het straftraject, maar ook tijdens de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf en bij reintegratie in de samenleving. (alleen voor meerderjarig)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat doet de medewerker jeugdreclassering?

A

begeleidt de jeugdige die een strafbaar feit heeft gepleegd. wordt uitgevoerd door een gecertificeerde instelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat doet de medewerker van de Raad voor de Kinderbescherming?

A

de Raad maakt een basis rapport over de persoonlijke omstandigheden van de jeugdige en over de omstandigheden waaronder hij een delict heeft gepleegd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat doet het OM?

A

een verdachte te vervolgen, en de tenuitvoerlegging van de straffen en maatregelen van de rechter. Het OM beslist aan de hand van de resultaten van het vooronderzoek (door OM en politie) of er een rechtszaak komt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe heten de leden van het OM?

A

Officier van justitie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is het opportuniteitsbeginsel?

A

alleen verdachten vervolgen als het algemeen belang daarmee gediend is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is sepot?

A

de beslissing van het OM om een verdachte niet (verder) te vervolgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat zijn de vier vervolg beslissingen?

A
  • niet vervolgen
  • voorwaardelijk niet vervolgen
  • strafbeschikking: bij strafbare feiten waarop een strafmaxima van niet meer dan 6 jaar zit, mag de officier van justitie de verdachte zelf een straf opleggen
    verdacht vervolgen
  • vervolgen: zaak wordt aan de recht voorgelegd
17
Q

eisen aan strafbeschikking:

A
  • mag geen vrijheidsstraf zijn
  • minderjarige krijgt automatisch een advocaat
  • mag niet worden opgelegd aan iemand onder de 12
18
Q

wat is de ZSM-werkwijze?

A

Zo Snel, Simpel, Selectief, en Samenlevingsgericht mogelijk afdoen van strafbare feiten. –> doel: zo snel mohelijkeen besluit worden genomen over afdoeningstraject.

19
Q

wat gebeurt er bij complexe zaken?

A

gaan naar een casus-overleg in het veiligheidshuis (OM, Halt, de Kinderbescherming, jeugdreclassering en zorgaanbieders) overleggen.

20
Q

Op welke 3 manieren kan de politie zelf de zaak af doen?

A
  • politie sepot: hoeven over bepaalde zaken (Licht) geen proces verbaal te maken. Mag alleen bij first time offenders.
  • verwijzing naar Halt: politie seponeert de zaak onder de voorwaarde dat jeugdige contact opneemt met Halt. Als het Halt project goed wordt uitgevoerd dan is hij van de zaak af.
  • strafbeschikking: er mag een geld boete worden opgelegd.
21
Q

wat gebeurt er met iemand onder de 12 die een strafbaar feit pleegt?

A

de daad kan hem nog niet worden toegekend dus hij kan ook niet worden gestraft. wel wordt bekeken of reactie nodig is om herhaling te voorkomen