8. brandwetgeving Flashcards
(35 cards)
Wat is het doel van de brandwetgeving?
De veiligheid van de gebruikers in een gebouw garanderen door passieve brandpreventie en flash-over goed toe te passen(, zodat drama’s als Grenfell Tower of de brand in de Innovation te Brussel vermeden worden.)
Wat leidde tot het KB 7/7/1994?
Naar aanleiding van een aantal rampen werd de wet van 30 juli 1979 opgesteld. Die wet beoogt de preventie van brand en ontploffing en de verplichte burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering. Dit heeft geleid tot een gemeenschappelijke basisnorm voor een of meerdere bouwwerken onafhankelijk van de bestemming.
Waarover gaat het KB 7/7/1994?
Het gaat om een basisreglement dat de minimumvoorwaarden bepaalt waaraan het ontwerp, de bouw en inrichting van gebouwen moeten voldoen om
- het ontstaan, de ontwikkeling en de uitbreiding van een brand te voorkomen
- de veiligheid van personen te verzekeren
- de tussenkomst van de brandweer te vergemakkelijken
Wie is in België bevoegd om deze basisnormen uit te vaardigen?
De federale overheid
Zijn de basisnormen bindend?
Het zijn wetten die dus bindend zijn.
Waarop zijn de basisnormen van toepassing?
De basisnormen zijn van toepassing op alle nieuwe gebouwen.
De basisnormen zijn echter niet van toepassing op eengezinswoningen en lage gebouwen met een oppervlakte ≤ 100 m² en met maximaal 2 verdiepingen.
Geef het reglementair en normatief brandveiligheidskader in België.
- wetten
- normen
- eengemaakte technische specificaties
- ontwerp- en uitvoeringsrichtlijnen
- vorming en onderwijs
Hoe kunnen afwijkingen op de basisnormen verleend worden?
Indien het onmogelijk is om aan een of meerdere specificaties te voldoen, kan de FOD Binnenlandse Zaken afwijkingen verlenen.
De alternatieve oplossingen moeten een veiligheidsniveau bieden dat ten minste gelijkwaardig is aan dat vereist door de voorschriften voor dewelke de afwijking werd gevraagd.
Welk onderscheid wordt gemaakt naargelang de gebouwhoogte? En hoe wordt die hoogte precies bepaald?
- lage gebouwen met hoogte kleiner dan 10 m
- middelhoge gebouwen met hoogte tussen 10 en 25 m
- hoge gebouwen met hoogte van meer dan 25 m
De hoogte van een gebouw is de afstand tussen het afgewerkte vloerpeil van de hoogte verdieping en het laagste niveau van de wegen rond het gebouw die bruikbaar zijn voor de brandweer.
Wanneer het dak uitsluitend technische lokalen bevat, wordt er geen rekening mee gehouden in de berekening van de hoogte.
Over welke bijlagen zijn de basisnormen verdeeld?
- terminologie
- lage gebouwen
- middelhoge gebouwen
- hoge gebouwen
- reactie bij brand van de materialen
- industriële gebouwen
- algemene bepalingen
Wat komt aan bod in bijlage 1 van de basisnormen?
een reeks belangrijke definities
Wat komt aan bod in bijlage 2,3 en 4 van de basisnormen?
eisen in functie van de gebouwhoogte
De eisen zijn van toepassing voor nieuwe gebouwen vanaf 1 december 2012 en behandelen:
1. inplanting en toegangswegen (toegankelijkheid zowel intern als extern voor de brandweer)
2. compartimentering en evacuatie
3. voorschriften voor sommige bouwelementen (brandweerstand structurele elementen, vloeren, gevels…)
4. voorschriften inzake constructie van compartimenten en evacuatieruimten (criteria voor ontwerp en brandweerstand van de communicatiewegen)
5. constructieve voorschriften voor sommige lokalen en technische ruimten
6. uitrustingen van gebouwen (liften, verlichting, ventilatiesystemen, schoorstenen…)
Waarover gaat ‘2. compartimentering en evacuatie’?
Als algemene regels heeft een compartiment een oppervlakte S ≤ 2500 m², met uitzondering van
- parkings
- gebouwen met één bouwlaag
- gebouwen uitgerust met conforme automatische blusinstallaties en installaties voor rook- en warmteafvoer
De hoogte van een compartiment is in principe gelijk aan de hoogte van een verdieping, behalve voor
- parkings
- duplex
- technische lokalen
- atriums
de regels betreffende evacuatie bepalen het aantal en de soort uitgangen per compartiment volgens de bezetting
Wat komt aan bod in bijlage 5 van de basisnormen?
eisen met betrekking tot de brandreactie van materialen beproefd volgens de Europese classificatiemethode (A1,A2, B, C, D, E, F).
Ze zijn van toepassing op de nieuwe gebouwen vanaf 1 december 2012.
type 1: niet zelfredzaam (ziekenhuis, rustoord, gevangenis…)
type 2: zelfredzaam en slapend (hotel, appartement…)
type 3: zelfredzaam en wakend (kantoorgebouw, school, magazijn…)
Wat komt aan bod in bijlage 6 van de basisnormen?
eisen voor industriegebouwen
Wat komt aan bod in bijlage 7 van de basisnormen?
eisen met betrekking tot de brandwerende doorvoeringen in brandwerende wanden
Wat kan je zeggen over de Europese brandreactieclassificatie?
Sinds 1 december 2016 is de Europese brandreactieclassificatie van toepassing volgens de Belgische reglementering.
Ze onderscheidt zeven hoofdklassen met volgende toevoegingen:
- klasse S = rookontwikkeling
- klasse D = vorming van brandende druppels en deeltjes
- klasse FL, L, CA voor vloerbekledingen, lineaire isolatieproducten voor leidingen en elektrische kabels
Wat zijn de belangrijkste eisen volgens het nieuwe besluit?
Vanaf 1 juli 2022 moet iedere omgevingsaanvraag middelhoog en hoogbouw aan onderstaande eisen voldoen
- strengere eisen aan de gevelbekleding in hoogbouw: brandklasse A2-s3,d0
- nieuwe eisen aan wezenlijke onderdelen, zoals isolatie:
- hoogbouw: onbrandbaar of brandbaar maar volledig beschermd t.o.v. brand of een brandweerstand van EI 30
- middelhoog: onbrandbaar of brandbaar maar plaatsing van brandwerende schermen is vereist en volledig beschermd t.o.v. brand of een brandweerstand van EI 15
- laagbouw: minstens klasse E
Wat is brandweerstand?
De eigenschap van een bouwelement om bij brand gedurende een welbepaalde tijd zijn functies (stabiliteit, vlamdichtheid en thermische isolatie) te blijven vervullen.
Welke brandweerstand hoort bij lage gebouwen, middelhoge gebouwen, hoge gebouwen en industriële gebouwen?
- lage gebouwen
- 1 bouwlaag: R30 / EI30 / REI30
- meerdere bouwlagen: R60 / EI60 / REI60
- middelhoge gebouwen
- ondergronds: R120 / EI60 / REI60
- bovengrond: R60 / EI60 / REI60
- hoge gebouwen: R120 / EI120 / REI120
- industriële gebouwen
- klasse A: EI60 / REI60
- klasse B en C: EI120 / REI120
Wat is brandstabiliteit?
Het gaat hier om het vermogen van een bouwelement om weerstand te bieden aan een brand die, onder welbepaalde mechanische belastingen en gedurende een gegeven tijdsperiode, aangrijpt aan één of meerdere zijden, zonder verlies van zijn structurele stabiliteit.
Wat is vlamdichtheid?
Vlamdichtheid is het vermogen van een scheidend bouwelement dat aan één zijde blootgesteld is aan een brand om geen vlammen en hete gassen door te laten en te vermijden dat er vlammen zouden ontstaan aan de niet-blootgestelde zijde.
Wat is thermische isolatie?
Thermische isolatie is het vermogen van een scheidend element om de doorgang van warmte tegen te houden. De overdracht dient zodanig beperkt te zijn dat de niet-blootgestelde zijde niet kan ontvlammen, noch enig ander element in de onmiddellijke omgeving van deze zijde.
Wat houdt de brandpreventie in?
A. passieve brandpreventie
- heeft zowel betrekking op ruwbouw als op afwerking
- eerste pijler bestaat erin de ontwikkeling van brand te vertragen en de snelle verspreiding ervan te verhinderen door gebruik te maken van moeilijk ontvlambare of weinig brandbare bouwmaterialen. Deze maatregel heeft betrekking op de brandreactie.
- bij volledige ontwikkeling van brand = tweede fase (flash-over) = tweede pijler: vermijden dat de brand zich tegen hoge snelheid zou uitbreiden tot buiten de ruimte(n) waarin hij tot ontwikkeling kwam en de stabiliteit van het gebouw gedurende een welbepaalde periode te verzekeren. Deze maatregel heeft betrekking op de brandweerstand van de bouwelementen.
B. actieve brandpreventie
- aanvulling op passieve preventie
- betrekking op uitrustingen van het gebouw
- detectie
- melding
- blussen
- rookafvoer