8. Klantgerichte marketingstrategie Flashcards

(23 cards)

1
Q

Doelgroepmarketing

A

Benoemen van marktsegmenten, selecteren er een of twee producten en ontwikkelen producten en marketingmixen die op deze segmenten zijn toegesneden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Klantgerichte marketingstrategie

A

Begint met het selecteren van de klanten die je wil gaan bedienen en een waardepropositie waarmee je de gekozen klant het best bedient.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Marktsegmentatie

A

Het verdelen van de markt in afzonderlijke groepen kopers met verschillende behoeften, gedragingen of kenmerken die een ander product of andere marketingmix vereisen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Doelgroepkeuze

A

Als je de groepen hebt geïndiceerd kun je de doelgroepkeuze de aantrekkelijkheid van elk segment bepalen. Selecteer een of meer segmenten die je wil bedienen. Doelgroepkeuze omvat het formuleren van de strategie om de juiste band met klanten op te bouwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Differentiatie

A

Het aanbrengen van variatie het aanbod om voor verschillende klanten superieure waarde te bieden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Positionering

A

Houdt in dat je zorgt dat je bedrijf of merk een bepaalde plaats krijgt in het hoofd van de consument.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Belangrijkste segmentatiekansen voor cosumentenmarketing

A

Geografische segmentatie, demografisch, psychografisch en gedragsmatig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geografische segmentatie,

A

De markt wordt verdeeld op basis van geografie, in landen, provincies, regio’s, steden of buurten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Demografische segmentatie

A

Leeftijd, sekse, gezinsgrootte, inkomen, levenscyclus, inkomen, beroep, opleiding, godsdienst, bevolkingsgroep, generatie en nationaliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Psychografische segmentatie

A

Markt wordt verdeeld op basis van sociale klasse, levensstijl of persoonlijkheidskenmerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Gedragssegmentatie

A

De markt wordt verdeeld op basis van kennis van consument, houding, gebruik of reacties op het product.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Segmentatie B2B

A

Ook op demografie (bedrijfsgrootte, bedrijfstak), operationele kenmerken, inkoopaanpak, situatiefactoren of persoonlijke kenmerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar hangt de effectiviteit van de segmentantieanalyse van af?

A

Of de gevonden segmenten meetbaar, toegankelijk, omvangrijk genoeg, differentieerbaar en bewerkbaar zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe zoek je het beste marktsegment uit?

A

Je beoordeelt als eerst de grootte en groeikenmerken van elk segment, de structurele aantrekkelijkheid en verenigbaarheid met de bedrijfsdoelstellingen en -middelen. Vervolgens kies je uit vier doelgroepstrategieën, van zeer ruime tot smalle gerichtheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Massamarketing

A

Ook wel ongedifferentieerde marketing, met hetzelfde aanbod richten op een brede groep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Gedifferentieerde marketing

A

Voor verschillende segmenten een eigen marktaanbod ontwikkelen.

17
Q

Geconcentreerde marketing

A

Ook wel nichemarketing houdt in dat je je slechts op enkele marktsegmenten richt.

18
Q

Micromarketing

A

Producten en marketing toeleggen op smaak van specifieke individuen en of locaties. Micromarketing omvat lokale markting en individuele marketing.

19
Q

Welke doelgroepstrategie het beste is

A

Hangt af van de middelen, productvariabiliteit, fase van productlevenscyclus, marktvariabiliteit en marketingstrategie van de concurrentie.

20
Q

Differentiatie- en positioneringsstrategie

A

Nadat een bedrijf een segment heeft gekozen gaan ze hiermee verder. Dit houdt in, een stel verschilpunten zoeken waaraan je een concurrentievoordeel kunt ontleden. Die voordelen kiezen waarop je een positie kunt bouwen, de juiste concurrentievoordelen kiezen en een totale positioneringsstrategie kiezen.

21
Q

Waardeaanbod

A

De totale positionering van het merk wordt het waardeaanbod genoemd, de combinatie van benefits waarop het merk is gepositioneerd.

22
Q

Benefits waardeaanbod

A

In het algemeen kunnen bedrijven voor de positionering van hun producten in relatie tot de prijsstelling kiezen uit vijf gunstige mogelijkheden: Meer voor minder, meer voor meer, meer voor hetzelfde, hetzelfde voor minder en hetzelfde voor veel minder.

23
Q

De bedrijfs en merkpositionering samenvatten

A

Door antwoord te geven op de volgende vragen: wat bieden we? Waarom? Voor wie? Tegen wie? Vervolgens moet het bedrijf de gekozen positie effectief communiceren en ook werkelijk leveren wat ze heeft beloofd.