8 - Renes en tractus urogenitalis

Question 1

Zijn de nieren retro- of intraperitoneaal gelegen?

Answer 1

Retroperitoneaal

Question 2

Ter hoogte van welke wervel ligt de bovenste nierpool, en ter hoogte van welke wervel ligt de onderpool?

Answer 2

Th12-L3

Question 3

Welke nier is meestal kleiner en caudaler gelegen, en wat is hiervan de reden?

Answer 3

Rechter nier, door de ligging van de lever

Question 4

Welke structuren liggen direct bovenop de nier?

Answer 4

Glandulae suprarenales

Question 5

Hoe heet het kapsel dat het nierparenchym omgeeft?

Answer 5

Capsula fibrosa

Question 6

Hoe heet het vet dat rondom de nieren gelegen is?

Answer 6

Perirenaal vet/capsula adiposa

Question 7

Hoe heet de fascie die het perirenaal vet omgeeft?

Answer 7

Fascia renalis/fascie van Gerota

Question 8

Hoe heet het vet dat aan de buitenzijde van de fascie van Gerota gelegen is?

Answer 8

Pararenaal vet

Question 9

Het pyelum en de ureter liggen [dorsaal/ventraal] van de a./v. renales

Answer 9

Dorsaal

Question 10

Over welke spier lopen de ureteren?

Answer 10

M. psoas major

Question 11

Lopen de ureteren aan de mediale of laterale zijde van de m. psoas major?

Answer 11

Mediaal

Question 12

Tussen welke twee lagen liggen de ureteren?

Answer 12

Fascie van de m. psoas major en het peritoneum

Question 13

Hoe heet de ingang van de ureteren in de vesica urinaria?

Answer 13

Ostiae ureteres (enkelvoud: ostium ureteris)

Question 14

Welke 3 structuren vormen het trigonum vesicae?

Answer 14

2x ostium ureteris + ostium urethra interna

Question 15

Is de blaas intra- of extraperitoneaal gelegen?

Answer 15

Extraperitoneaal

Question 16

Hoe heet de ruimte tussen de blaas en het os pubis?

Answer 16

Ruimte van Retzius

Question 17

Uit welke 4 onderdelen bestaat de vesica urinaria?

Answer 17

1. Apex vesicae
2. Corpus vesicae: ventrale zijde van de blaaswand
3. Fundus vesicae: dorsale zijde van de blaaswand
4. Cervix vesicae: blaashals, gaat over in de urethra

Question 18

Welke verbinding is aanwezig tussen de apex vesicae en de navel?

Answer 18

Lig. suspensorium vesicae urinaria

Question 19

Waarvan is een overblijfsel te vinden in het lig. suspensorium vesicae urinaria?

Answer 19

Urachus

Question 20

Hoe heet de blaasspier, en uit welk type spierweefsel bestaat deze?

Answer 20

M. detrusor vesicae, glad spierweefsel

Question 21

Welke spier bevindt zich op de overgang tussen de blaas naar de urethra, en welk type spierweefsel is dit?

Answer 21

M. sphincter vesicae/m. sphincter urethrae internus
Bestaat uit glad spierweefsel

Question 22

Welke spier kan bewust worden gebruikt om mictie tegen te houden? Uit welk type spierweefsel bestaat deze spier?
Waar is deze spier gelegen bij mannen/vrouwen?

Answer 22

M. sphincter urethrae externus
Bestaat uit dwarsgestreept spierweefsel
Bij mannen: na de prostaat
Bij vrouwen: na de blaas

Question 23

In welke 3 delen wordt de urethra onderverdeeld?

Answer 23

1. Pars prostatica urethrae: ter hoogte van de prostaat
2. Pars membranacea: caudale prostaat tot basis van de penis
3. Pas spongiosum urethrae: in het corpus spongiosum

Question 24

Ter hoogte van welke wervel takken de aa. renales af van de aorta? Welke aftakking is meer craniaal: [sinistra/dextra]?

Answer 24

~L1
Sinistra takt meer craniaal af dan dextra

Question 25

Welke arterie is langer: a. renalis [sinistra/dextra]?

Answer 25

A. renalis dextra -> rechter nier ligt verder van de aorta

Question 26

In hoe veel % van de gevallen wordt de nier gevoed door een additionele arterie? Hoe worden deze arteriën genoemd?

Answer 26

15-30% van de nieren wordt gevoed door een accesoire nierarterie

Question 27

Welke vene is langer: v. renalis [sinistra/dextra]?

Answer 27

V. renalis sinistra -> linker nier ligt verder van de v. cava inferior

Question 28

Uit welke grote arterie wordt de blaas gevasculariseerd, en wat zijn de 3 mogelijke aftakkingen die (o.a.) naar de blaas lopen?

Answer 28

Aa. iliacae internae 1. A. umbilicalis -> hieruit ontspringt de a. vesicalis superior die de bovenzijde van de blaas vasculariseert 2. A. vesicales inferior (mannen): zorgt voor doorbloeding van de blaasfundus, prostaat en vesiculae seminales 3. A. vaginalis (vrouwen)

Question 29

Welke veneuze structuur verzorgt de veneuze vascularisatie van de blaas, en waar draineert deze op?

Answer 29

Plexus venosus vesicalis Draineert op vv. iliacae internae

Question 30

Welke structuren kruisen de ureteren op weg naar de blaas?

Answer 30

A./v. gonadalis (a./v. testicularis of a./v. ovarica)

Question 31

Hoe lopen de a./v. testiculares?

Answer 31

Retroperitoneaal over de m. psoas major Kruisen over de ureteren en de a. iliaca externa Lopen via de annulus inguinalis profundus naar de funiculus spermaticus Treedt via de annulus inguinalis superficialis het scrotum binnen

Question 32

Hoe lopen de a./v. ovaricae?

Answer 32

Lopen door het lig. suspensorium ovariae naar de ovaria, ureteren en uterus

Question 33

Waar draineren de linker en rechter v. gonadalis?

Answer 33

Rechts: rechtstreeks in de v. cava Links: in de v. renalis sinistra

Question 34

Welke structuren voorzien de ureteren van bloed? (10)

Answer 34

1. A. renalis 2. A. gonadalis 3. Aorta 4. A. iliaca communis 5. A. iliaca interna 6. A. vesicalis superior 7. A. uterina (vrouw) 8. A. rectalis media 9. A. vaginalis (vrouw) 10. A. vesicalis inferior (man)

Question 35

Door welke structuur wordt de nier sympathisch geïnnerveerd, en waar komt deze vandaan?

Answer 35

Plexus renalis, afkomstig uit de plexus coeliacus

Question 36

Door welke zenuw wordt de nier parasympathisch geïnnerveerd?

Answer 36

N. vagus

Question 37

Waarom wordt pijn in de nier als flankpijn ervaren?

Answer 37

Omdat de sensorische innervatie van de nier wordt verzorgd door zenuwen die ook dermatomen Th10-Th11 innerveren

Question 38

Door welke zenuw wordt de blaas sympathisch geïnnerveerd, en wat is het effect hiervan?

Answer 38

Nn. hypogastrici (Th11-L2) Verslapping van detrusor en contractie van m. sphincter internus

Question 39

Door welke zenuw wordt de blaas parasympathisch geïnnerveerd, en wat is het effect hiervan?

Answer 39

Nn. pelvici (S2-S4) Contractie van detrusor en verslapping van m. sphincter internus

Question 40

Welke zenuw innerveert de m. sphincter urethrae externus?

Answer 40

N. pudendus (S2-S4)

Question 41

Welk kapsel bevindt zich tussen de nier en de glandula suprarenalis?

Answer 41

Capsula adiposa

Question 42

Wat is de vorm van de linker- en rechter glandula supraranalis?

Answer 42

Rechts: driehoekig Links: halvemaanvormig

Question 43

Welke hormonen worden er in de medulla en in de cortex van de glandulae suprarenales geproduceerd?

Answer 43

Medulla: catecholamines -> adrenaline/noradrenaline Cortex: cortisol, aldosteron en androsteendion

Question 44

Welk deel van het autonome zenuwstelsel reguleert de productie van catecholamines in de medulla van de bijnier?

Answer 44

Sympathisch zenuwstelsel

Question 45

Welke arteriën voorzien de glandulae suprarenales van bloed? Waar zijn deze vaten van afkomstig? (3)

Answer 45

1. A. glandula suprarenalis superior -> a. phrenica inferior 2. A. glandula suprarenalis media -> aorta 3. A. glandula suprarenalis inferior -> a. renalis

Question 46

Hoe verloopt de veneuze drainage van de linker bijnier?

Answer 46

Via de v. suprarenalis sinistra via de v. renalis sinistra/v. phrenica inferior naar de v. cava inferior

Question 47

Hoe verloopt de veneuze drainage van de rechter bijnier?

Answer 47

Via de v. suprarenalis dextra rechtstreekts op de v. cava inferior