Hoofdstuk 4.4 "Religieuze en etnische conflicten" Flashcards

1
Q

Wat is de reden van Het israëlische - Palestijnse conflict?

A

Het is een religieus en etnisch conflict.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een etnische groep?

A

Een groep mensen met een verglijkbare identiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is Identiteit?

A

Kenmerk dat je onderscheidt ten opzichte van van anderen en bepaalt wie je bent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is meestal de volgorde hoe een conflict ontstaat?

A

Cultuurverrijking → Cultuurbotsing → Conflict → (internationaal) terrorisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe kunnen etnische groepen met elkaar omgaan?

A
  • Cultuurverrijking: geen problemen, nemen zelfs gewoonten en gebruiken van elkaar over.
  • Cultuurbotsing: probleem door verschillende identiteit:
  • verschillende religie ⇒ religieus conflict
  • méér dan alleen religie ⇒ etnisch conflict → kan leiden tot terrorisme.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom plegen veel terroristen aanslagen of gijzelingen?

A

Dat is om angst te veroorzaken: het doel daarvan is om:

  • Druk uit te oefenen op de regering om te ‘luisteren’ (bijvoorbeeld in Israël).
  • Ander cultuur totaal af te wijzen –> internationaal terrorisme (bijvoorbeeld bij: heilige oorlog Jihad).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vanaf wanneer speelt het etnische conflict in Afrika?

A

Vanaf 1870.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom is er een etnisch conflict in Afrika?

A

de koninkrijkjes in Afrika zijn gebaseerd op stamverbandjes, Europa trok nieuwe grenslijnen en daardoor zijn Etnische groepen uit elkaar gehaald.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly