9. Schematherapie Flashcards

(21 cards)

1
Q

Wat zijn de 7 emotionele basisbehoeften volgens de schematherapie?

A
  • Veiligheid en verbondenheid
  • Autonomie en competentie
  • Realistische grenzen
  • Vrijheid van expressie van behoeften
  • Spontaniteit en spel
  • Rechtvaardigheid
  • Zelfcoherentie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een schema binnen de schematherapie?

A

Een hardnekkig, disfunctioneel patroon van denken, voelen, gedrag en lichamelijke reacties dat ontstaat door onvervulde basisbehoeften in de jeugd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Benoem disfunctionele schema’s

A
  1. Onverbondenheid en afwijzing
  2. Verzwakte autonomie en verzwakte prestatie
  3. Verzwakte grenzen
  4. Gerichtheid op de ander
  5. Overmatige waakzaamheid en inhibitie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe worden schema’s opgespoord binnen schematherapie?

A
  1. Bespreken thema’s uit eerdere therapieën,
  2. Levensgeschiedenis (Leefregels vanuit het stamgezin)
  3. Huidige problemen
  4. Neerwaartse pijltechniek
    5.Therapeutische relatie (hoe gaat de interactie en wat verwacht de cliënt van de therapeut)
  5. Testen en vragenlijsten (Young Schema Questionnaire)
  6. Imaginatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een modus?

A

Gemoedstoestand die het denken, voelen en handelen van de cliënt bepaalt op dat moment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke vier groepen schema-modi worden onderscheiden?

A
  1. Kindmodi,
  2. Copingmodi
  3. Oudermodi/ kritische modi
  4. Gezonde volwassene modus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het doel van schematherapie ten aanzien van modi?

A
  • Behoefte Kindmodi valideren
  • Copingmodi passeren
  • Oudermodi/ critici wegsturen
  • Gezonde volwassene laten groeien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat houdt ‘limited reparenting’ in?
- Benoem de onderdelen volgens het college

A

Onderdelen:
1. Therapeutische relatie
2. Empathische confrontatie

Correctieve emotionele ervaringen: wat is goed genoeg ouderschap?
1. Meer zorg
2. Richting geven
3. Empathische confrontatie
4. Grenzen stellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het doel van empathische confrontatie?

A

Valideren van basisbehoeften

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de kenmerken van Empathische confrontatie?

A
  • Cliënt loopt vast in ongezonde patronen
  • Patronen doen zich ook voor in therapie
  • EC gebruikt relatie om inzicht te creëren in die patronen en het effect op relatie
  • Onderdeel van Limited Reparenting waarbij gezonde volwassene wordt aangesproken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe wordt schematherapeutische behandeling vormgegeven volgens het college?

A
  • Meer ‘Principle based’
  • Fasen in de behandeling
  • Specifieke vooropleiding (bv. GZ)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Noem twee kenmerken en het doel van de stoelentechniek binnen schematherapie

A
  • Stoelen bieden afstand en ander perspectief op ervaren modi op cognitief en emotioneel niveau
  • Ervaringsgerichte techniek: “wees die straffende kant, wat vind je dan van…”
  • doel van techniek: contact maken met behoeften en gevoelens van kwetsbare kant van de patiënt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de 8 stappen van Imaginaire Rescripting volgens het college?

A
  • Fijne plek
  • Recente nare gebeurtenis
  • Focus op gevoelsbeleving
  • Gebruik gevoelsbeleving als brug naar verleden
  • Betekenisvolle gebeurtenis in verleden
  • Ingrijpen in beeld en herschrijven ervaring
  • Fijne plek
  • Na bespreking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de kenmerken van een modus?

A
  1. Gemoedstoestanden kunnen wisselen
  2. Modi = ‘kanten van een persoon’
  3. Iedereen heeft kanten aan persoonlijkheid
  4. Modi meer extreem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is EMS?

A

Early Maladaptive Schema

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe kun je modi differentiëren?

A
  • Luister naar wat patiënt zegt
  • Luister naar hoe patiënten het zegt
  • Luister naar je eigen emotionele reactie
  • Schema Mode Inventory
17
Q

Wat zijn de basisstappen van empathische confrontatie?

A

I. Confronteer de cliënt met gedrag en effect op jou of de communicatie
II. Geef die boodschap op een persoonlijke manier
III. Koppel gedrag aan schema’s/modi
IV. Bespreek basisbehoeften en noodzaak tot verandering
- Talloze manieren hoe deze elementen gecommuniceerd kunnen worden
- Is dus niet één juiste manier voor empathische confrontatie

18
Q

Hoe kun je ‘meer zorg’ bieden bij schematherapie?

A
  • Wat zou ik doen als het echt een (pleeg)kind was?
  • Toon, manier van praten
  • Vertrouw je gevoel
19
Q

Wat is bekend over de therapeutische relatie binnen limited reparenting?

A
  • Emotionele ontwikkeling gestagneerd
  • Heeft niet geleerd emoties en relaties te hanteren
  • Reageert vanuit schema’s
  • Disfunctionele copingstijlen staan op de voorgrond
    Opvoeding ‘over doen’
20
Q

Beschrijf de fasering van schematherapie en omschrijf de houding van de therapeut per fase.

A
  1. Beginfase: bewustwording en opdoen nieuwe ervaring; therapeut leidende rol
  2. Middenfase: coach van GV in bewerken van ouder- en copingmodi en het valideren behoeften kwetsbare kind
  3. Eindfase: pushen van de GV in het doorbreken van de gedragspatronen
    Houding therapeut verandert: Guiding – Coaching – Pushing
21
Q

Omschrijf het schema: van schema naar modus

A

Trigger - EMS activatie - Manieren van interne coping:
1. Overgave - child mode/ parent mode
* EMS is waar
* Gevoel gedicteerd door EMS
* Gedrag komt overeen met EMS is waar

  1. Vermijding - avoidance coping mode
    * EMS wordt vermeden
    * Gevoel wordt vermeden
    * Gedrag dient vermijding
  2. Inversie (overcompensatie - inversion coping mode
    * Het tegenovergestelde van EMS is waar
    * Gevoel is tegenovergesteld
    * Gedrag dient om het tegendeel van EMS te bewijzen