Inwonerschap en Territorialiteit Flashcards
1
Q
Wie is er onderworpen aan de Belgische personenbelasting?
A
- Artikel 3 WIB: de personenbelasting is van toepassing op rijksinwoners
- Uiting van internationaal principe dat zegt dat er een link moet zijn met het territorium en de persoon dat een land wil belasten, deel van de soevereiniteit van een land
- Rijksinwoners: definitie in artikel 2, §1, 1° WIB:
- Belangrijkste: natuurlijke personen met woonplaats of zetel van fortuin in België
2
Q
Hoe bepalen we woonplaats of zetel van fortuin?
A
- Niet-cumulatieve voorwaarden (Cassatiearrest: 7 september 1965): er moet 1 van beide aanwezig zijn opdat een belastingplichtige onderworpen is aan de personenbelasting.
- Tot 2014 was er geen hiërarchie maar dat is gewijzigd bij de 6de staatshervorming: eerst kijken naar woonplaats en indien woonplaats zich niet in België bevindt gaan we kijken naar de zetel van fortuin = ondergeschikt criterium.
- Feitenkwestie: vestiging van de woonplaats of van de zetel van het fortuin in België wordt naar de feitelijke omstandigheden beoordeeld.
- Nationaliteit speelt geen enkele rol (tenzij: art. 2 § 1, 1° d)
3
Q
Wat zijn de vermoedens van Belgisch rijksinwonerschap?
A
- art. 2 § 1, 1°, lid 2 en 3:
- 2 vermoedens:
- Weerlegbaar vermoeden dat natuurlijke personen die zijn ingeschreven in het Rijksregister hun woonplaats in België hebben gevestigd
- Onweerlegbaar vermoeden dat de fiscale woonplaats van gehuwden en wettelijk samenwonenden waarvoor een gemeenschappelijke aanslag op naam van beiden wordt gevestigd (dus niet: art. 126 § 2 WIB) zich bevindt op de plaats waar het gezin is gevestigd
4
Q
Wat is de woonplaats?
A
- Centrum van vitale en affectieve belangen: “Le domicile fiscal est là où une personne a sa femme, son chien, sa pipe et ses pantoufles”
- De fiscale woonplaats is een feitelijke woontoestand gekenmerkt door de permanentie en continuïteit van het verblijf, d.w.z. van het leven en werken in een bepaald land (i.c. België) van de betrokkene.
- Geheel van feitelijke elementen die een rol (kunnen) spelen bij de beoordeling van de fiscale woonplaats, o.a.: Rechtspraak (dus niet wettelijk geregeld)
- Intentie van om persoon om ergens zijn hoofdverblijfplaats te vestigen
- Intentie van terugkeer
- Duur van het verblijf
- Bezit van (on)roerende goederen
- Bankrekeningen en energiefacturen
- Sociaal leven (clubs, vriendenkring etc.)
- Plaats waar vakanties en vrije tijd worden doorgebracht
- Afweging maken indien bepaalde elementen in België bevinden en een aantal in het buitenland: iets meer belang aan de sociale omstandigheden dan aan de economische belangen.
- Belangrijk: continuïteit, permanent,…
5
Q
Rechtspraak over woonplaats?
A
- Cass. 16 januari 2004
- Woonplaats veronderstelt bestendigheid en continuïteit
- Regelmatige terugkeer naar België, familie in België, afwezigheid intentie woonst en zetel van fortuin naar buitenland te verplaatsen houdt rijksinwonerschap in
- Gent 24 juni 2008
- Uitschrijven uit het Belgisch bevolkingsregister en indienen van aangiften in Frankrijk volstaat niet om te besluiten tot niet-rijksinwonerschap indien uit vaststellingen blijkt dat de belastingplichtigen ook na hun (administratieve) verhuis naar Frankrijk met België de nauwste persoonlijke en economische betrekkingen hadden
- Courante planning ter vermijding belastbaarheid pensioenkapitaal
- Gent 16 september 2014:
- Belastingplichtige werkt op cruiseschip, brengt vakantie (30 dagen / jaar) door in België
- Heeft domicilie, bankrekening en twee appartementen in België
- “Verblijf op schip is uitsluitend bedoeld voor beroepswerkzaamheid en niet als duurzame en vaste woonplaats. Vitale betrekkingen met medemensen en zwaartepunten van levensbelangen bevonden zich niet op schip”
6
Q
Wat is de courante planning ter vermijding belastbaarheid pensioenkapitaal?
A
- Veel discussies over belastbaarheid pensioenkapitaal: 2 mogelijke categorieën stelsels
- EET-stelsel: E = exemption en T = taxation: dus hierbij ga je een belastingvoordeel krijgen bij storting van de premie maar wordt je op het einde belast
- TEE-stelsel: op het begin belast maar dan vrijgestelde uitkering
- België is traditioneel een EET-stelsel en Frankrijk een TEE-stelsel: courante planning ter vermijding van belastbaarheid pensioenkapitaal.
- Administratieve verplichtingen niet voldoende om aan te tonen dat iemand niet meer inwoner is van België.
7
Q
Wat is de zetel van fortuin?
A
- Centrum van zakelijke en patrimoniale belangen:
- “Van belang is niet de plaats waar het fortuin gevestigd is, maar de plaats van waaruit het fortuin wordt beheerd” (Cass. 7 september 1965)
- Een persoon die zijn vermogen vanuit België beheert wordt beschouwd als Belgisch fiscaal rijksinwoner, zelfs wanneer zijn verblijfplaats in een ander land gevestigd is.
- De zetel van fortuin wordt bepaald aan de hand van een geheel van feitelijke elementen en hangt af van de appreciatiebevoegdheid van de rechter ten gronde
- Heel moeilijk toepastbaar criterium omdat je in iemand zijn hoofd moet kijken.
- In de praktijk dus vaak kijken naar de woonplaats.
8
Q
Rechtspraak over zetel van fortuin?
A
- Brussel 11 december 1998:
- Weerlegbaar vermoeden rijksinwonerschap indien ingeschreven in het rijksregister. In casu was inschrijving in België louter te wijten aan administratieve redenen
- “Het essentiële bestanddeel van het vermogen van een jonge intellectueel in het begin van zijn loopbaan bestaat in (de inkomsten uit) zijn arbeid è de plaats waar hij die inkomsten ontvangt, beheert, en verbruikt, is de zetel van zijn fortuin”
- Gent 16 december 1999:
- Ondanks regelmatig verblijf in Zwitserland wordt betrokkene als rijksinwoner beschouwd omwille van:
- Energieverbruik in Belgische woning
- Storting pensioenen en commissielonen op Belgische bankrekening
- Ondanks regelmatig verblijf in Zwitserland wordt betrokkene als rijksinwoner beschouwd omwille van:
9
Q
Wat zijn de bijkomende categorieën van inwoners?
A
- Belgische diplomaten (Art. 2 §1, 1°, b) en c))
- Belgische diplomatieke ambtenaren en andere leden van Belgische diplomatieke zendingen en consulaire posten in het buitenland alsmede hun inwonende gezinsleden worden beschouwd als Belgisch rijksinwoner, ongeacht de duur van hun verblijf in het buitenland
- Buitenlandse diplomaten (art. 4 WIB)
- Buitenlandse diplomatieke ambtenaren en consulaire beroepsambtenaren die in België zijn geaccrediteerd, alsmede hun inwonende gezinsleden worden beschouwd als niet-inwoners
- Ook andere leden van buitenlandse diplomatieke zendingen en consulaire posten in België en hun inwonende gezinsleden zijn niet-inwoners voor zover zij niet de Belgische nationaliteit bezitten en niet duurzaam verblijf houden in België en op voorwaarde van wederkerigheid.
- Als gevolg van politieke verdragen (eg. Wenen): gaststaat mag zich niet moeien met de zending: als gevolg hiervan een aantal immuniteiten op strafrechtelijk vlak maar ook op fiscaal vlak, anders zou de onafhankelijkheid in gedrang komen = exceptie van niet-inwoner.
- Wel nog andere belasting mogelijk: geen algemene vrijstelling:
- Bv. onroerende voorheffing
- Dus aan belasting niet-inwoners.
- Wel nog andere belasting mogelijk: geen algemene vrijstelling:
10
Q
Wat zijn andere bijzondere gevallen?
A
- Ambtenaren van internationale organisaties
- Verdragen met betrekking tot internationale organisaties voorzien vaak fiscale immuniteit voor hun ambtenaren (bijv. NAVO)
- Buitenlandse ambtenaren die zich in het kader van de uitoefening van hun ambt binnen de internationale organisatie in België vestigen, worden vanuit fiscaal oogpunt beschouwd als inwoner van hun land van afkomst
- Belgische ambtenaren van een internationale organisatie die zich in dat kader in het buitenland vestigen, blijven Belgisch rijksinwoner
- Bepaalde internationale organisaties: inkomen ambtenaren vrijgesteld van nationale belasting en onderworpen aan een belasting geheven in het voordeel van de internationale organisatie zelf (bijv. EU, VN)
- Natuurlijke personen ingeschreven in het wachtregister
- Artikel 4, 4° WIB: uitdrukkelijk niet aan de personenbelasting onderworpen (sinds 1 januari 2017)
- Asielzoekers die ingeschreven zijn, technisch gezien zijn het inwoners van België maar veel commotie want weinig belastbaar inkomen en wel belastingkredieten (dit kan leiden tot uitbetalingen): belastingkrediet voor kinderen ten laste:
- Betaling ontvangen van 460 euro: dit werd aangemerkt als politiek onwenselijk dus wijziging in 2017.
11
Q
Wat is een dubbel woonplaatsconflict?
A
- Een natuurlijke persoon wordt door twee landen fiscaal als rijksinwoner beschouwd.
- Gevolg: in beide landen belastbaar op wereldwijd inkomen -> dubbele belasting
- Oplossing: dubbelbelastingverdrag met “tie-breaker” regel (=cascaderegeling tot je een oplossing vindt): Artikel 4 OESO modelverdrag = = een lijst van opeenvolgende criteria aan de hand waarvan kan worden bepaald welk van de twee landen als woonstaat wordt beschouwd:
- Staat waar de persoon een duurzaam tehuis tot zijn beschikking heeft
- Staat waarmee zijn persoonlijke en economische betrekkingen het nauwst zijn
- Staat waar hij gewoonlijk verblijft
- Staat waarvan hij onderdaan is
- Indien op basis van deze criteria de woonstaat niet kan worden bepaald, gebeurt dit in onderling akkoord tussen de bevoegde autoriteiten van beide staten.
- Vb. Gent 24 juni 2008 (cf. supra): fiscaal geïnspireerde emigratie naar Frankrijk
12
Q
Wat is het mogelijk probleem met territorialiteit?
A
- Er zijn landen die een aanknopingspunt nemen dat als gevolg heeft dat iets dubbel belast wordt: bv. een onroerend goed dat is gelegen in het buitenland. Voldoende aanknopingspunt voor te belasten.
- Voorbeeld: dividend ontvangen van een Franse vennootschap als Belgische rijksinwoner:
- België belast want wereldwijd inkomen is belastbaar
- Frankrijk: bron Frans grondgebied en dus bronheffing uitvoeren
- Gevolg: dubbele belasting bij dezelfde belastingplichtige en hetzelfde inkomen
- Rijksinwoners zijn aan de personenbelasting onderworpen op grond van hun wereldwijd inkomen (art. 5 WIB)
- Gevolg: mogelijk ontstaan van een juridische dubbele belasting op inkomsten verkregen uit het buitenland
- Oplossingen:
- Unilateraal in de Belgische wetgeving
- Bilateraal via dubbel belastingverdragen
13
Q
Wat zijn de unilaterale oplossingen?
A
- Voor bepaalde inkomsten verkregen uit het buitenland wordt het deel van de belasting dat met deze inkomsten overeenstemt tot de helft verminderd (art. 156 WIB)
- Waarom weinig relevant?
- Vaak al een dubbelbelastingverdrag waarbij een vrijstelling moet worden gegeven en dus belastingvermindering is niet aan de orde. Enkel in uitzonderlijke omstandigheden waarbij er geen dubbelbelastingverdrag is.
14
Q
Wat is FBB?
A
- Ook een unilaterale oplossing voor dubbele belasting
- Forfaitair gedeelte van buitenlandse belasting (art. 285 WIB)
- Welke inkomsten?
- Roerende inkomsten en de diverse inkomsten van art. 90, 5°-7° WIB: bv. dividenden
- Goederen en kapitalen moeten worden gebruikt voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid in België:
- Probleem: als je beroepsmatig dit doet, ga je dit vaak onder de vorm van een vennootschap doen en niet onder de vorm van natuurlijk persoon.
- De inkomsten moeten in het buitenland onderworpen zijn aan inkomstenbelasting
- Verrekening van forfaitair gedeelte van buitenlandse belasting met de Belgische belasting: niet de werkelijke belasting maar een fictief gedeelte, een percentage, een fictieve voorheffing dat verrekend kan worden.
15
Q
Hoeveel bedraagt FBB?
A
- Uitgangspunt (art. 286, eerste lid): 15/85 van het netto-inkomen vóór aftrek RV
- Interesten: artikel 287, eerste lid a. b is niet relevant in de PB, wel in de vennootschapsbelasting
- Dividenden: geen FBB: behalve voor dividenden van bepaalde beleggingsvennootschappen.