Hoofdstuk 2 Flashcards

1
Q

Verschillende benaderingen voor het hebben van klachten

A
  1. biologisch
  2. psychologisch
  3. Sociocultureel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

3 oorzaken abnormaliteit

A
  1. hersendisfunctie
  2. biochemische onbalans
  3. Genetische abnormaliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Achterhersenen

A

Medula
Pons
Reticulaire formatie
cerebellum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

middenhersenen

A

superior- en inferio colliculus

substantia nigra

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

medula

A

controleert ademhaling en reflexen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

pons

A

aandacht, timing van slaap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

superior- en inferior colliculus

A

sensorische informatie doorgeven

beweging controleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

voorhersenen

A

cerbrale cortex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

cerebrale cortex

A

betrokken bij veel van onze meest geavanceerde gedachteprocessen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

4 kwabben

A
  1. frontale
  2. pariëtale
  3. occipitale
  4. temporale
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

subcorticale structuren

A
Thalamus
Hypothalamus
Limbisch systeem
Amgydala
Hippocampus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Thalamus

A

stuurt inkomende informatie door naar het cerebrum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hypothalamus

A

reguleert eten, drinken en seksueel gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

limbisch systeem

A

reguleert veel instinctieve gedragingen, zoals reacties op stress, eten en seksueel gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Amygdala

A

onderdeel limbisch systeem, kritiek voor emoties zoals angst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hippocampus

A

onderdeel van limbisch systeem, speelt een rol bij geheugen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

endocriene systeem

A

systeem van klieren die hormonen produceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

corticotropin release factor

A

stofje wat wordt afgescheden door neuronen in de hypothalamus als reactie op stress

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

ACTH

A

belangrijste stresshormoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

= Hypothalamic-pituitary-adrenal axis

A

proces van het lichaam om klaar te maken op een noodsituatie

21
Q

polygenetisch proces

A

meerdere foutieve genen dragen bij aan een stoornis

22
Q

antipsychotische medicijenn

A

verminderen hallucinaties en wanen

23
Q

phenohiazines

A

eerste antipsychotica

24
Q

atypische antipsychotica

A

nieuwste antipsychotica met minder bijwerkingen

25
Q

Lithium

A

metaal wat in de natuur wordt gevonden, stemmingsstabilisator

26
Q

Anti-convulsants

A

worden gebruikt bij behandeling manie, hebbem minder bijwerkingen dan lithium

27
Q

barbibaturaten

A

werden eerst gebruikt tegen angst, maar zijn zeer verslavend

28
Q

Electroconvulsieve technieken =

A

soort epileptische aanval opwekken door een stroomstoot door de hersenen te laten gaan

29
Q

Repetitive Transcranial magnetic stimulation =

A

richten van magnetische pulsen op bepaalde hersenstructuren

30
Q

Deep brain stimulation =

A

door middel van elektroden de vagus zenuw stimuleren

31
Q

Freud 2 basale drives motivatie van gedrag

A
  1. seksueel

2. agressie

32
Q

3 systemen regulatie drives

A
  1. ID
  2. Ego
  3. Super-ego
33
Q

ID

A

werkt vanuit het pleasure princip; zo snel mogelijk zo veel mogelijk plezier

34
Q

Ego

A

systeem dat probeert aan onze wensen en behoeften te voldoen, maar wel binnen de regels van de samenleving

35
Q

Superego

A

opslagruimte voor de gedragsregels die geleerd worden van de ouders en de maatschappij

36
Q

psychoseksuele fase

A

fase in het leven waarbij de seksuele drives gericht zijn op de stimulatie van een bepaald lichaamsdeel

37
Q

psychoseksuele fases op een rij

A
  1. orale fase (eerste 18 maanden na de geboorte)
  2. Anale fase ( 18 maanden tot 3 jaar)
  3. Fallische fase (3 tot 6 jaar)
  4. Latente fase (6 tot 12 jaar)
  5. Genitale fase (12 jaar en ouder)
38
Q

Ego-psychologie

A

houdt zich bezig met de regulering van de verdedigingsmechanismen die mensen in staat stellen om normaal te kunnen functioneren

39
Q

object-relations perspective

A

combi van de theorie van Freud met de rol die vroege reacties spelen in de ontwikkeling van zelfconcept en persoonlijkheid

40
Q

zelf psychologie /raionele pyschoanalyse

A

benadrukken van onbewuste dimensies van een relatie

41
Q

psychodynamische therapie

A

bewust maken van copingstrategieën en de oorzaken van hun onbewuste conflicten

42
Q

interpersoonlijke therapie

A

kijken naar de relaties die een persoon gedurende zijn of haar leven heeft gehad

43
Q

humanistische therapie

A

helpen hun vermogen te ontdekken dmv zelfonderzoek

44
Q

dialectische gedragstherapie

A

richt zich op de moeilijkheden bij het beheersen van negatieve emoties

45
Q

acceptatie en betrokkenheids therapie

A

gaat er van uit dat vermijden van ervaringen de kern vormt van veel geestelijke gezondheidsproblemen

46
Q

primaire preventie

A

voorkomen van het ontsraan van stoornissen

47
Q

secundaire preventie

A

de stoornis zo vroeg mogelijk opsporen om vervolgens verdere ontwikkeling te remmen

48
Q

teritaire preventie

A

= richt zich op mensen die al een stoornis hebben, maar zorgt ervoor dat ze niet terug vallen en hun gewone leven nog gewoon kunnen leiden

49
Q

gemeenschappelijke elementen effectieve behandeling

A
  • Positieve relatie met de therapeut
  • Geven een uitleg of interpretatie aan de cliënt waarom hij of zij leidt aan de specifieke aandoening
  • Stimuleren de cliënt om de confrontatie met hun emoties aan te gaan