Uitwerking aandoeningen Flashcards

1
Q

Ziekte van Bowen

A
  • Carcinoom in situ van de penis
  • Klinische kenmerken omvatten grijswitte plaque op de penis en scrotum ; kan zich ook manifesteren op de eikel
  • Histologie toont hyperproliferatieve epidermis , cellen zijn dysplastisch met grote kernen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bowenoïde papulosis

A
  • Carcinoom in situ van de penis
  • komt voor bij seksueel actieve volwassenen
  • Klinische kenmerken omvatten roodbruine papulaire laesie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Invasief carcinoom van de penis

A
  • Plaveiselcelcarcinoom
  • risicofactoren omvatten slechte genitale hygiëne en HPV-infectie
  • Klinische kenmerken omvatten langzaam groeiend, lokaal invasief letsel ; begint meestal op de eikel. Metastasen naar inguinale lymfeklieren kunnen vroeg optreden
  • Er worden 2 macroscopische patronen waargenomen: papillaire laesies en vlakke laesies
  • Behandeling is neoadjuvante chemotherapie, met daaropvolgende chirurgie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Benigne prostaat hyperplasie

A
  • meest voorkomende goedaardige prostaatziekte bij oudere mannen
  • Pathogenese omvat hyperplasie in de overgangszone als gevolg van verminderde celdood, wat vaak leidt tot urinewegobstructie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Adenocarcinoom van de prostaat

A
  • Adenocarcinomen in de prostaat ontstaan in de perifere zone van de prostaat
  • Onderzoek kan weergeven dat patiënten een verhoogd PSA hebben ; er wordt een biopsie gedaan ter diagnose
  • Screening wordt nauwelijks gedaan door overdiagnose en overbehandeling bij prostaatkanker
  • Gradiëring wordt gedaan m.b.v. Gleason patronen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kiemcelcarcinoom van de testis

A
  • classificatie van kiemceltumoren in:
    Seminomateuze tumoren: bestaan uit cellen die lijken op primordiale kiemcellen of vroege gonocyten
    Seminomateuze tumoren: ongedifferentieerde cellen die lijken op stamcellen of nog kunnen differentieren ; agressief en slechte prognose
  • Pathogenese geeft weer dat de meeste testiculaire kiemceltumoren afkomstig zijn van precursorlaesie ITGCN ; Bij lymfeverspreiding zijn retroperitoneale para-aortaknopen (!!) als eerste betrokken
  • Biomarkers die gevonden kunnen worden bij testiculaire kanker zijn HCG, AFP en LDH ; dit wordt ook gebruikt met stadiëring
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Seminoma

A
  • Seminomateuze tumor van de testis.

- De naam Seminoma verwijst naar klassiek of typisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Spermatocytisch seminoom

A
  • zeldzaam, langzaam groeiend kiemceltumor

- Spermatocytische seminomen bevatten drie celpopulaties: middelgrote cellen, kleine cellen en verspreide reuzencellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Osteosarcoom

A
  • Meest voorkomende maligne sarcoom
  • Pathogenese: veel voorkomende plaatsen zijn de metafysen van lange botten ; het sarcoom produceert osteoïdmatrix of gemineraliseerd bot
  • röntgenfoto’s tonen gemengde sclerotische / lytische laesie met onduidelijke randen ; randen van de verhoging is een kleine driehoek te zien: Codman’s driehoek
  • Behandeling omvat chirurgie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ewing’s sarcoom

A
  • Treft voornamelijk kinderen
  • Pathogenese: beïnvloed voornamelijk diafyses van lange botten ; translocatie (11;22)
  • Röntgenfoto’s tonen destructieve, lytische tumor met doordringende randen ; karakteristieke periostale reactie produceert ‘onion-skin’
  • Behandeling omvat neo-adjuvante chemotherapie, waarna radiotherapie of chirurgie nodig is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Chondrosarcoom

A
  • Kraakbeen producerende tumor, die het vaakst voorkomt in het axiale skelet
  • Histologische onderverdeling omvat: Conventioneel, heldere cel, gedifferentieerd en mesenchymaal
  • Röntgenfoto’s onthullen verkalking in de laesie
  • Behandeling: deze tumoren zijn ongevoelig voor chemotherapie, dus chirurgische resectie is enige potentieel voor genezing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Secundaire bottumor

A
  • Meest voorkomende maligniteit van het skelet
  • Pathogenese: skeletmetastasen zijn afkomstig van prostaat, borst, nier of longkanker.
  • Radiografische verschijningen kunnen puur lytisch, blastisch of gemengd zijn. Prostaatadenoom is overwegend blastisch
  • Behandeling is gericht op beheersen van symptomen en beperken van verdere verspreiding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Plaveiselcelcarcinoom (PCC) van de huid

A
  • Pathofysiologie: belangrijkste oorzaak is DNA-schade door UV-licht
  • Klinische kenmerken omvatten keratotische, slecht gedefinieerde knobbeltjes die kunnen zweren ; groeien snel
  • Biologisch gedrag: agressiever dan BCC ; metastaseert vaker ; invasief
  • Behandeling omvat chirurgische excisie met minimale marge van 5 mm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Basaalcelcarcinoom (BCC) van de huid

A
  • Pathofysiologie: mutaties die leiden tot activatie van Hedgehog-pathway-signalering
  • Klinische kenmerken omvatten langzaamgroeiende, glanzende knobbeltjes op hoofd- en nekgebied
  • biologisch gedrag: groeit langzaam, metastaseert nauwelijks
  • behandeling omvat Mohs micrografische chirurgie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Melanoom

A
  • Meest dodelijke huidkanker
  • Pathofysiologie: mutaties die invloed hebben op controle van celcyclus, pro-groeipaden en activatie van telomerase
  • Klinische kenmerken omvatten de ABCDE-regel ; er zijn vier typen te onderscheiden: lentigo, oppervlakkig, nodulair en acrale lentigineuze
  • Diagnose wordt gemaakt d.m.v. dermatoscoop
  • Prognose is voornamelijk afhankelijk van Breslow-dikte
  • Enige behandeling is chirurgie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly