Thema 4: Groepen en organisatie H12 Werkgroepen en teams

Question 1

Wat is een werkgroep?

Answer 1

Werkgroep: verzamelen van 2 of meer mensen die met elkaar in wisselwerking zijn en samenhangende taakdoelstellingen hebben.

Question 2

Wat is een werkteam? 3 eigenschappen

Answer 2

Werkteam: Ook werk werkgroep, maar heeft 3 specifieke eigenschappen:

1. Acties van afzonderlijke personen zijn van elkaar afhankelijk en gecoordineerd
2. Elk teamlid heeft een specifieke rol
3. Er is sprake van gemeenschappelijke taakdoelstellingen

Question 3

Wat is het verschil tussen een werkgroep en een werkteam?

Answer 3

Verschil: groep bestaat uit mensen die samenwerken, maar ok hun werk zonder elkaar kunnen doen.

Question 4

Welke 6 groeps- en teamsconcepten liggen ten grondslag aan gedrag in groepen en teams?

Answer 4

1. Rol (formeel vs informeel)
2. Normen: ongeschreven gedragsregels
3. Groepscohesie: optelsom van krachten die groepsleden naar elkaar trekken en de groep bijeenhouden.
4. Procesverlies: alle tijd en energie die in een groep in activiteiten gestoken wordt die niet direct met de taakstelling te maken hebben (e.g. afdwingen normen + teambuilding)
5. Teambetrokkenheid: breder dan groepscohesie, omdat het bij betrokkenheid gaat om acceptatie van teamdoelen en bereidheid er hard voor te werken.
6. Mentaal model: gedeelde opvattingen ten aanzien van taak, team, uitrusting, situatie.

Question 5

Wat kan de groepscohesie in gevaar brengen?

Welke 2 vormen zijn er?

Answer 5

Conflict.

Cooperatief conflict: teamleden verschillen openlijk van mening en zoeken gezamenlijk naar een aanvaardbare oplossing.

Competitief: teamleden brengen hun eigen mening naar voren en proberen de anderen van hun mening te overtuigen.

Question 6

Mentaal model.

Wat zijn het taskwork model en het teamwork model

Answer 6

Taskwork: aard van het werk dat moet gebeuren

Teamwork: faciliteeert teamprestatie doordat de teamleden weten hoe ze hun werk op elkaar moeten afstemmen.

Question 7

Wat zijn het sociale faciliteringseffect en sociale inhibitie effect als anderen aanwezig zijn bij het uitvoeren van een taak?

Answer 7

Facilitering: Prestatie verbetert als taak gemakkelijk is en goed wordt beheert.

Inhibitie: als taak ingewikkeld is of nieuw voor de persoon

Question 8

Voor onderzoekers die individuele prestaties vergelijken met die van groepen, is het begrip bijkomende taakpresaties (additive task performance) belangrijk.
Wat betekent dit?
Hoe wordt het onderzocht?

Answer 8

Totale output van een groep, als som van output van afzonderlijke groepsleden.

Het effect van het werken in een groep op een bijkomende taakprestatie wordt zichtbaar door de output van een samenwerkende groep te vergelijken met die van een niet-samenwerkende groep van gelijke omvang (= nominale groep)

Question 9

Om welke 3 redenen functioneert een werkgroep of werkteam niet noodzakelijkerwijs beter dan een individu?

Answer 9

1. als gevolg van meeliftgedrag (social loafing)
2. als gevolg van groepspolarisatie (group polarization)
3. als gevolg van groepsdenken (group think)

Question 10

Gaat brainstorming beter in een groep of individueel? En probleemoplossing?

Answer 10

Brainstorming: Geen verbetering groep tov individueel, kan verklaard worden door procesverlies
Probleemoplossing: groep

Question 11

Wat bemoeilijkt de evaluatie van groepsbesluitvorming?

Answer 11

Groepspolarisatie: verschijnsel dat het gemiddelde oordeel van een groep na discussie bìnnen die groep meer in de richting ligt van de opvatting die het meest populair was.

Question 12

Wat is groepsdenken?
Waardoor wordt het vergroot?
Wat zijn 3 oplossingen?

Answer 12

Groep neemt een besluit waarvan de afzonderlijke groepsleden weten dat het een slecht besluit is.

Als groep isoleert van ideeën en invloeden van buitenaf.

1. Groepsleider fungeert als onpartijdige gespreksleider
2. Groepsleden moeten in elke fase van besluitvorming mogelijke alternatieven overwegen en voortdurend info verzamelen die besluit ondersteunt en weerlegt.
3. Groepsdiversiteit

Question 13

Wat is innovatie?

Answer 13

Introduceren van nieuwe ideeën, procedures of producten in een team

Question 14

Wat zijn 3 team-KSAO’s die correleren met teamprestaties?

Answer 14

1. Voor een goed teamlidmaatschap is kennis van teamwork vereist.
2. Een effectief teamlid heeft goede sociale vaardigheden
3. Bepaalde persoonlijkheidskenmerken maken iemand bijzonder geschikt voor het werken in een team

Question 15

Wat zijn 2 vormen van teamdiversiteit?

Heeft diversiteit een positief of negatief effect op werkprestaties?

Answer 15

1. Cognitief
2. Demografisch

Kan beide kanten uitgaan, afhankelijk van de taak.

Question 16

Wat zijn 3 vormen die kunnen worden gebruikt om functioneren van groepen te verbeteren?

Answer 16

1. Autonoom werkteam
2. Kwaliteitscirkel: interventie die werknemers de gelegenheid geeft om meer inspraak te hebben in werkaangelegenheden
3. Teambuilding

Question 17

Wat zijn 3 factoren die teambuilding kenmerken?

Answer 17

1. Gepland
2. geleid of gefaciliteerd door een consultant of trainer
3. Betreft een bestaand team.

Question 18

Waarom kunnen groepen beter presteren als zij zich bezighouden met probleemoplossing?

Answer 18

door efficiëntie in probleemoplossing (efficient problem solving)

Question 19

Wat zijn verschillen tussen groepspolarisatie en groepsdenken (group think) ?

Answer 19

Groepspolarisatie betreft het nemen van een extreem besluit, groepsdenken betreft het nemen van een slecht besluit

Question 20

Wat is geen voorbeeld van organisatieontwikkeling (organization development)?

1. een reorganisatie, waarbij één hiërarchisch niveau van de organisatie betrokken is
2. een reorganisatie, waarbij functies verschuiven
3. een reorganisatie, waarbij werkwijzen veranderen
4. een reorganisatie, waarbij nieuwe afdelingen worden opgericht

Answer 20

1. een reorganisatie, waarbij één hiërarchisch niveau van de organisatie betrokken is