Aard: internationale migratie 2 Flashcards
(13 cards)
migranten migreren niet zomaar. Ze hebben allemaal een:
eigen motief
Wat zijn de redenen waarom mensen hun thuisland verlaten?
- soms zijn ze gedwongen om wille van onstabiele of ongunstige situaties.
- soms vertrekken ze vrijwillig omdat ze vinden dat ze in het buitenland betere leefomstandigheden zullen vinden.
-
zowel in het land van vertrek als in het aankomstland zijn er:
push- en pullfactoren
1) pushfactoren:
2) pullfactoren:
1)
- politieke situatie
conflict + oorlog
etnische ontlusten
- vreemde taal en
andere cultuur
- werkloosheid
2)
- betere leef omstandigheden: inkomen, huisvesting
- werkgelegenheid
- waanbeeld/droombeeld
Ontheemde:
Asielzoeker:
Vluchteling:
Illegaal:
Transmigrant:
- Moet huis verlaten door oorlog, geweld of ramp (binnenland of buitenland). verblijfstatus: Onzeker / afhankelijk
- Vraagt bescherming aan in ander land, aanvraag loopt nog.
verblijfstatus: Tijdelijk
toegestaan - Asiel is goedgekeurd, heeft recht op bescherming.
verblijfstatus: Wettig verblijf - Verblijft zonder geldige papieren of toestemming. verblijfstatus: Onwettig
- Is op doortocht, wil naar een ander land.
verblijfstatus: Meestal tijdelijk/onzeker
migrant, transmigrant, vluchteling, asielzoeker en illegaal verwijzen naar:
een bepaalde situatie van een persoon. Deze begrippen betekenen dus telkens iets anders.
Hoe komt het dat zoveel vluchtelingen in Afrika blijven?
- Het kost te veel geld om naar Europa of een andere wereldregio te migreren.
- De afstanden zijn te groot.
- De meeste vluchtelingen en ontheemden worden opgevangen door:
- Europa heeft veel minder vluchtelingen dan:
- minder ontwikkelde landen en in naburige landen.
- het Midden-Oosten of Afrika.
wat kan je vergelijken met vertrek- en aankomstlanden?
vertreklanden zijn niet noodzakelijk arm, aankomstlanden zijn niet noodzakelijk rijk.
Met de Global North en de Global South worden:
- landen gegroepeerd volgend sociaal-economische en politieke kenmerken.
- landen van GN worden beschouwd als ontwikkelde landen met een hoog inkomen.
- landen van GS worden beschouwd als landen met een laag inkomen.
- Het verschil inkomen en ontwikkeling tussen GN en GS is de zogenaamde mondiale N-Zuidkloof.
- meer ontwikkeling van de lage-inkomstlanden in de GS leidt niet automatisch meteen tot minder emigratie.
- GN en GS verwijzen niet naar het noordelijke en zuidelijke halfrond.
Wat is de paradox?
Als lage-inkomstlanden zich ontwikkelen, zorgt dat er eerst voor dat meer mensen binnen het land of naar buurlanden verhuizen.
(Als landen zich beter ontwikkelen, vertrekken er meestal minder mensen. Toch is het aantal emigranten nog steeds hoger dan in de allerarmste landen.)
Wat is de reden van dit verband tussen emigratie en ontwikkeling en inkomen?
Als mensen meer welvaart krijgen, willen ze vaker migreren, maar ze kunnen het dan vaak nog niet. Pas als ze nog rijker worden kunnen ze het zich veroorloven om echt te verhuizen.
migranten sturen veel geld naar hun familie in hun land van oorsprong. Dit draagt bij tot:
de lokale ontwikkeling van het land van waar ze komen.