Aardrijkskunde toetsweek 1 deel 2 Flashcards

(30 cards)

1
Q

stollingsgesteente dat gekenmerkt wordt door vlekjes

A

graniet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

gebied met een hoogte tussen 200 en 500 meter of meer boven zeeniveau

A

heuvelland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

gebied met een hoogte van 1500 meter of meer boven zeeniveau

A

hooggebergte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

vlak gebied met een hoogte onder de 200 meter

A

laagland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

gebied met een hoogte tussen 500 en 1500 meter of meer boven zeeniveau

A

middelgebergte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

gesteente dat ontstaat wanneer lagen sediment worden samengeperst

A

sedimentgesteente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

gesteente dat ontstaat wanneer vloeibaar magma stolt

A

stollingsgesteente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

sedimentgesteente dat ontstaat uit samengeperst zand

A

zandsteen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

verwering waarbij de samenstelling van gesteente verandert als gevolg van de werking door zuurstof en vocht

A

chemische verwering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

gesteente dat ontstaat door het samenpersen van kalkhoudende resten van zeedieren

A

kalksteen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

verwering waarbij gesteente verbrokkelt, bijvoorbeeld door werking van planten en bomen, zonder dat de samenstelling veranderd

A

mechanische verwering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoogteverschillen in het landschap

A

reliëf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

het verbrokkelen van gesteente

A

verwering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

verwering waarbij gesteente breekt doordat water in de spleten van het gesteente bevriest en weer ontdooit

A

vorstverwering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

het begin van een rivier , oftewel het bovenste deel dat meestal in de bergen stroomt

A

bovenloop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

de uitscheurende werking van stromend water, wind of ijs

17
Q

microscopisch kleine korreltjes die ontstaat als gevolg van verwering

18
Q

het langs een heling naar beneden bewegen van gesteente onder invloed van zwaartekracht

A

massabeweging

19
Q

helling die bestaat uit gebrokkeld gesteente

20
Q

de kleine korreltje gesteente die nog met het blote oog te zien zijn en ontstaan door verwering

21
Q

het laagste deel van een rivier, net voordat het water de zee instroomt

22
Q

nieuw land in zee dat ontstaat door sedimentatie op de plek waar een rivier in zee uitmond

23
Q

door de wind opgewaaide zandheuvel

24
Q

trechtervormige riviermonding ontstaan als gevolg van een sterke getijdenwerking

25
vlak gebied met een hoogteligging onder de 500 meter
laagvlakte
26
het middelste deel van de rivier(tussen de bovenloop en benedenloop)
middenloop
27
sedimentgesteente dat ontstaat uit samengeperste klei
schalie
28
het blijven liggen van verbrokkeld gesteente
sedimentatie
29
de grens tussen land en water waar zand zich ophoopt
strand
30
ondiepe plaats in zee
zandbank