absorptie van vitamines en sporenelementen 2 Flashcards

1
Q

vitamine B12

A

bacteriën kunnen dit zelf synthetiseren, mensen en planten niet.
Vrije vitamine bindt aan pepsine-resistente R-protein, dat vitamine B12 naar proximale dunne darm vervoerd. Hier vindt splitsing van complex plaats, waarna vitamine kan binden aan intrinsic factor (IF), gevormd door pariëtale cellen.
in lysosoom wordt IF-receptor afgebroken waarna vitamine bindt aan transcobalamines I en II
via enterohepatische circulatie opgeslagen in lever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

vitamine B12 cofactor voor 2 reacties

A
  1. omzetting methyltetrahydrofolaat in tetrahydrofolaat waarbij hemocysteïne wordt omgezet in methionine door overdracht methylgroep. THF nodig voor aanmaak purines (bouwstenen DNA)
  2. omzetting vetzuren en aminozuren in succinyl CoA via methylmalonyl CoA
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

blokkade B12 reacties gevolg

A

verstoorde celdeling met anaemie
aantasting myelineschedes, die axonen in perifere ZS omhullen door ophoping methylmalonyl CoA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

vitamine D

A

belangrijk bij Ca2+ opname in duodenum en jejunum en is afkomstig uit cholesterol derivaten. Opname is afhankelijk van goede afbraak van vetten
afwezigheid kan zorgen voor osteoporose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Omzetting vitamine D

A

in lever wordt het omgezet in 25-hydroxy-vitamine D en in nieren vervolgens in 1,25-di-hydroxy-vitamine D PTH stimuleert dit proces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

opname Ca2+

A

apicaal via ECaC epitheliaal calciumkanaal
Eiwit calbindine bindt Ca2+ en zorgt voor transport naarbasolaterale membraan waar Ca2+/Na+ cotransporter ATPase ervoor zorgt dat Ca2+ naar interstitiële ruimte en bloed wordt getransporteerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

geelzucht

A

hoge concentratie bilirubine in bloed
dit is pigment in gal wat ontstaat bij afbraak erytrocyten
faeces wordt dan bleek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

primaire scleroserende cholangitis PSC

A

diagnostiek is echo of ERCP
er zijn concentrische vernauwingen wat lijkt op kralensnoer. Wand is irregulair met vaak dominante stenose die icterus veroorzaakt. Het is auto-immuunziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

primaire biliaire cirrose PBC

A

via leverbiopsie wordt er getest op aanwezigheid anti-mitochondriale antilichamen. Kleine galwegen ontstoken
behandeling is via Ca2+ of vitamine D supplementen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

duodenale enterocyten

A

Fe2+ opname plaats via DMT1 transporters.
In cel bindt het irreversibel aan ferritine. Bij laag Fe2+ worden IRP’s actief die productie DMT1 stimuleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ferroportine

A

zorgt voor doorgifte naar bloed, waar het na oxidatie aan transferrine bindt. Transport van Fe2+ uit cel verhoogt activiteit IRPs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Fe-Tf

A

competeert met HFE voor binding aan Tf-receptor 1
bij hoge transferrine concentratie bindt HFE aan TfR2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

HFE-TfR2 complex

A

stimuleert transcriptie voor gen dat codeert voor hepcidine hAMP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hepcidine

A

productie gereguleerd door afgifte factor die via co-receptor hemojuveline transcriptie van hepcidine gen stimuleert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

ijzerspiegel laag

A

minder transferrine gebonden aan Fe3+. HFE-TfR1 zorgt voor minder hepcidine productie en meer ijzeropname met als doel constante transferrine verzadiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hemochromatose HC

A

ongeremde ijzerabsorptie
stapeling zorgt voor beschadiging weefsels en organen met risico van cirrose, leverkanker, diabetes, cardiomyopathie

17
Q

ASAT en ALTA

A

stoffen die vrijkomen bij necrose van hepatocyten. Ze duiden op levercirrose