academic voc. sem2 part 2 Flashcards
(41 cards)
1
Q
publiceren
A
to publish
2
Q
een symbool
A
a symbol
3
Q
een thema
A
a theme
4
Q
een uniform
A
a uniform
5
Q
een vete
A
a fued
6
Q
zij het
A
albeit
7
Q
een alternatief
A
an alternative
8
Q
dubbelzinnig
A
ambiguous
9
Q
tweeslachtig
A
ambivalent
10
Q
schijnbaar
A
apparent
11
Q
waardering
A
appreciation
12
Q
toewijzen
A
to assign
13
Q
verzekeren
A
to assure
14
Q
een categorie
A
a category
15
Q
een hoofdstuk
A
a chapter
16
Q
een collega
A
a colleague
17
Q
koppelen
A
to couple
18
Q
toegewijd
A
devoted
19
Q
huiselijk
A
domestic
20
Q
dramatisch
A
dramatic
21
Q
expliciet
A
explicit
22
Q
een formule
A
a formule
23
Q
geremdheid
A
inhibition
24
Q
interpretatie
A
interpretation
25
een interval
an interval
26
een label
a label
27
mentaal
mental
28
een netwerk
a network
29
niettemin
nonetheless
30
niettegenstaande (ondanks)
notwithstanding
31
voortdurend
ongoing
32
potentieel
potential
33
voorafgaand
previous
34
voorafgaand (aan)
prior (to)
35
een register
a register
36
afwijzen
to reject
37
enigszins
somewhat
38
specifiek
specific
39
spanning
tension
40
een onderwerp
a topic
41
vrijwel
virtually
