ademhaling Flashcards

(14 cards)

1
Q

Wat is zichtbaar bij uitwendige waarneming van in- en uitademen?

A

Adembewegingen leiden tot vormverandering van de borstkas, wat zorgt voor volumeveranderingen in borstholte en longen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe ontstaat vergroting van de borstholte bij inademing?

A

Buitenste tussenribspieren trekken samen ➔ ribben en borstbeen gaan omhoog.

Middenrif trekt samen ➔ wordt vlakker en daalt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe ontstaat verkleining van de borstholte bij uitademing?

A

Buitenste tussenribspieren ontspannen ➔ ribben en borstbeen zakken.

Middenrif ontspant ➔ wordt weer koepelvormig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat gebeurt er met de longen bij vergroting van de borstholte?

A

De longen zetten uit door de werking van de pleura; verse lucht stroomt naar binnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat gebeurt er met de longen bij verkleining van de borstholte?

A

De longen verkleinen door elasticiteit ➔ lucht wordt naar buiten geperst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het ademvolume?

A

De hoeveelheid lucht die bij een rustige ademhaling ververst wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de vitale capaciteit?

A

De grootste hoeveelheid lucht die je na diep inademen kan uitademen; afhankelijk van leeftijd, geslacht, lichaamsbouw en conditie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is restlucht?

A

Ongeveer 1,5 L lucht die na maximale uitademing in de longen achterblijft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het longvolume?

A

Totale longinhoud = vitale capaciteit + restlucht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de weg van lucht naar de longblaasjes?

A

Neus/mond ➔ keelholte ➔ strottenhoofd ➔ luchtpijp ➔ luchtpijptakken ➔ longtakken ➔ longtakjes ➔ longblaasjes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe is een longblaasje opgebouwd?

A

Éénlagige celwand.

Omgeven door longhaarvaten met ook een éénlagige wand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de functie van de longblaasjes?

A

Gasuitwisseling van zuurstofgas en koolstofdioxide.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het doel van de ademhaling?

A

Zuurstof opnemen voor energieproductie in cellen; afvalstoffen (CO₂ en water) verwijderen via uitademing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn verschillen tussen ingeademde en uitgeademde lucht?

A

Ingeademde lucht bevat meer zuurstof, minder koolstofdioxide en waterdamp dan uitgeademde lucht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly