Adjectives Flashcards
(339 cards)
1
Q
nice, pleasant
A
aangenaam
2
Q
deep
A
diep
3
Q
cool (figo)
A
leuk
4
Q
tired
A
moe
5
Q
new
A
nieuw
6
Q
fine
A
prima
7
Q
bad
A
slecht
8
Q
excellent
A
uitstekend
9
Q
true
A
waar
10
Q
terrible
A
erg
11
Q
soon
A
gauw
12
Q
(volentieri)
A
graag
13
Q
nice, tasty
A
lekker
14
Q
beautiful
A
mooi
15
Q
awful
A
vreselijk
16
Q
free
A
vrij
17
Q
friendly, nice
A
aardig
18
Q
blond
A
blond
19
Q
thick
A
dik
20
Q
stupid
A
dom
21
Q
dark
A
donker
22
Q
dead
A
dood
23
Q
busy
A
druk
24
Q
thin
A
dun
25
emotional
emotioneel
26
patient
geduldig
27
happy
gelukkig
28
mean
gemeen
29
divorced
geschieden
30
stolen
gestolen
31
married
getrouwd
32
funny
grappig
33
green
groen
34
diligent
ijverig
35
young
jong
36
small
klein
37
short
kort
38
curly
krullend
39
long
lang
40
slow
langzaam
41
lazy
lui
42
decent, neat
netjes
43
normal
normaal
44
down-to-earth
nuchter
45
impatient
ongeduldig
46
uncertain
onzeker
47
optimistic
optimistisch
48
old
oud
49
deceased
overleden
50
pessimistic
pessimistisch
51
precise
precies
52
realistic
realistisch
53
romantic
romantisch
54
quiet
rustig
55
slender
slank
56
smart
slim
57
sloppy
slordig
58
fast
snel
59
miserable
somber
60
sporty
sportief
61
strong
sterk
62
cheerful
vrolijk
63
black
zwart
64
brown
bruin
65
crazy
gek
66
just, normal
gewoon
67
intelligent
intelligent
68
irritating
irritant
69
correct
juist
70
handsom
knap
71
late
laat
72
sweet/nice
lief
73
in love
verliefd
74
fat
vet
75
nice (fine)
fijn
76
big
groot
77
having birthday
jarig
78
open
open
79
red
rood
80
boring
saai
81
later
straks
82
heavy
zwaar
83
upcoming (next, ex: Sunday)
aanstaande
84
close to
dicht bij
85
expensive
duur
86
full
vol
87
different
anders
88
important
belangijk
89
own
eigen
90
cheap
goedkoop
91
convenient, handy
handig
92
light
licht
93
bright
licht
94
regular
regelmatig
95
spacious
ruim
96
far
ver
97
far away
ver weg
98
warm
warm
99
white
wit
100
past, last (passato)
afgelopen
101
fantastic
fantastisch
102
delicious
heerlijk
103
wonderful
heerlijk
104
necessary
nodig
105
careless
onvoorzichtig
106
stressful
stressvol
107
tiring
vermoeiend
108
last (scorso)
vorig
109
awake
wakker
110
alone
alleen
111
polite
beleefd
112
favorite
favoriet
113
baked
gebakken
114
smoked
gerookt
115
healthy
gezond
116
interesting
interessant
117
unhealthy
ongezond
118
inconspicuous (non appariscente)
onopvallend
119
quiet
stil
120
vegetarian
vegetarisch
121
no tasty
vies
122
dirty
vies
123
curious
benieuwd
124
soon (from now)
binnenkort
125
three-piece
driedelig
126
honest
eerlijk
127
festive
feestelijk
128
yellow
geel
129
grey
grijs
130
high
hoog
131
trim and neat
keurig
132
thin
mager
133
difficult
moeilijk
134
orange
oranje
135
uneasy
onwening
136
pink
roze
137
tight
strak
138
waterproof
waterdicht
139
informal
informeel
140
flat
plat
141
barren, empty, calvo
kaal
142
cloudy
bewolkt
143
cold
kout
144
dry
droog
145
wintery
winters
146
weak
zwak
147
dear (email/letter)
beste, lieve
148
love (email/letter)
liefs
149
wet
nat
150
temperate
gematigd
151
mild
zacht
152
cool
koel
153
hot
heet
154
average
gemiddeld
155
present (being here)
aanwezig
156
finished, ready
klaar
157
near, close to
vlak bij
158
nearby, close
vlakbij
159
alternative
alternatief
160
closed
gesloten
161
unknown
onbekend
162
exciting
spannend
163
valid
geldig
164
happy
blij
165
lost
kwijt
166
drunk
dronken
167
not mandatory
onverplicht
168
possible
mogelijk
169
clear
duidelijk
170
visible
zichtbaar
171
compulsory
verplicht
172
tasty
smakelijk
173
sweet
zoet
174
culinary
culinair
175
bitter
bitter
176
great, terrific
geweldig
177
sour
zuur
178
low
laag
179
salty
zout
180
well-done
gaar
181
crunchy
knapperig
182
fresh (cold)
fris
183
spicy (2)
pittig, pikant
184
sharp
scherp
185
juicy
sappig
186
tasteful
smaakvol
187
tasteless
smakeloos
188
watery
waterig
189
nice
prettig
190
simple
simpel
191
logical
logisch
192
last (ultimo)
laatste
193
second-hand
tweedehands
194
multicultural
multicultureel
195
foreign
buitenlands
196
familiar, known
vertrouwd
197
particular, certain
bepaald
198
previous
vorig
199
old-fashioned
ouderwets
200
for sale
te koop
201
comfortable
comfortabel
202
enough, sufficient
voldoende
203
enormous
enorm
204
special
bijzonder
205
safe
veilig
206
wonderful
prachtig
207
antique
antiek
208
modern
modern
209
massive
massief
210
spacious
ruim
211
detached (house)
vrijstaand
212
general
algemeen
213
nauseous
misselijk
214
dizzy
duizelig
215
scared
bang
216
obstinate
eigenwijs
217
relaxed
ontspannen
218
ill
ziek
219
overburdened
overbelast
220
allergic
allergisch
221
addicted
verslaafd
222
friendly
vriendlijk
223
one-time only
eenmalig
224
strong
sterk
225
over (finito)
voorbij
226
high
hoog
227
wise, smart
verstandig
228
coming
komend
229
formal
formeel
230
unbeatable
onverslaanbaar
231
handicapped
gehandicapt
232
surprised
verbaasd
233
popular
populair
234
followed by
gevolgd door
235
personal
persoonlijk
236
sad (2)
verdrietig, triest
237
bad, rotten
rot
238
nervous
zenuwachtig
239
alone
alleen
240
final, forever (definitivo)
definitief
241
bland, silly
flauw
242
annoying
vervelend
243
hopeless
hopeloos
244
active
actief
245
homosexual
homoseksueel
246
positive
positief
247
negative
negatief
248
strange
vreemd
249
angry
boos
250
crazy
gek
251
terrible
verschrikkelijk
252
serious
serieus
253
ridiculous
belachelijk
254
dangerous
gevaarlijk
255
enthusiastic
enthousiast
256
sincere
oprecht
257
awkward
lastig
258
appealing, attractive
aantrekkelijk
259
uncomfortable, uneasy
ongemakkelijk
260
rude
grof
261
considerable, notable
aanzienlijk
262
remarkable, unusual
opvallend
263
beloved
geliefd
264
only (unico)
enig
265
redundant, superflous
overbodig
266
dependent on
afhankelijk van
267
self explanatory
vanzelfsprekend
268
useful
nuttig
269
contagious
besmettelijk
270
concerned, involved
bewust
271
aware, conscious
bewust
272
unconscious
onbewust
273
lame, tasteless
flauw
274
rare, seldom
zeldzaam
275
scared, fearful
angstig
276
afraid
bang
277
happy, glad
blij
278
cranky, annoyed
chagrijnig
279
lonely
eenzaam
280
lucky
gelukkig
281
jealous
jaloers
282
angry, mad
kwaad
283
depressed
neerslachtig
284
nervous (2)
nerveus, zenuwachtig
285
relieved
opgelucht
286
gloomy
somber
287
disappointed
teleurgesteld
288
sad (2)
triest, verdrietig
289
proud
trots
290
surprised
verbaasd
291
amazed
verrast
292
happy, cheerful
vrolijk
293
focused on
richten op
294
responsible
verantwoordelijk
295
supposed, assumed
vermoedelijk
296
old-fashioned
ouderwets
297
humiliating
vernederend
298
mandatory
verplicht
299
non mandatory
onverplicht
300
slow (2)
langzaam, traag
301
strict
streng
302
clear, distinct, explicit
uitgesproken
303
remarkable, striking
opmerkelijk
304
bossy
bazig
305
unpleasant
onaangenaam
306
right
juist
307
correct, appropriate
terecht
308
contradictory, conflicting
tegenstrijdig
309
durable
degelijk
310
soft
soepel
311
spontaan
spontaneous
312
pretty, handsome
knap
313
difficult
lastig
314
sharp
scherp
315
pregnant
zwanger
316
second-hand
tweedehands
317
meticolous, careful
zorgvuldig
318
respected
gezien
319
modest, humble
bescheiden
320
brave, coragious
flink
321
ambiguous/not clear
onduidelijk
322
narrow
smal
323
Clear/vivid
helder
324
aboundant
overvloedig
325
scarce
schaars
326
wrong
mis
327
vague
vaag
328
cluttered
rommelig
329
indistinct
troebel
330
disadvantaged
benadeeld
331
out of order
buiten werking
332
straightforward
recht door zee
333
effective
doeltreffend
334
demarcated
afgebakend
335
diligent
ijverig
336
segmented
gesegmenteerd
337
unjustified
onterecht
338
sober
nuchter
339
mutual
wederzijds
