Adverbs Flashcards
(244 cards)
1
Q
everything
A
alles
2
Q
other
A
ander(e)
3
Q
there
A
daar
4
Q
that
A
dat
5
Q
double
A
dubbel
6
Q
but
A
maar
7
Q
with
A
met
8
Q
at (verso)
A
naar
9
Q
now
A
nu
10
Q
also
A
ook
11
Q
around
A
rond
12
Q
together
A
samen
13
Q
from (country)
A
uit
14
Q
of/from
A
van
15
Q
from (place)
A
vandaan
16
Q
much/many
A
veel
17
Q
where
A
waar
18
Q
which
A
welk(e)
19
Q
who
A
wie
20
Q
quite
A
best wel
21
Q
every (2)
A
ieder, elk
22
Q
everybody
A
iedereen
23
Q
most of the time
A
meestal
24
Q
tomorrow
A
morgen
25
after (dopo)
na
26
nothing
niets
27
never
nooit
28
tonight
vanavond
29
this afternoon
vanmiddag
30
a lot, much
veel
31
what
wat
32
always
altijd
33
for example
bijvoorbeeld
34
the same
dezelfde
35
each other
elkaar
36
luckily
gelukkig
37
totally
helemaal
38
somebody
iemand
39
unfortunately
jammer
40
slowly
langzaam
41
of course
natuurlijk
42
still, yet
nog
43
or
of
44
approximately
ongeveer
45
exactly
precies
46
quickly
snel
47
because
want
48
in the evening
's avonds
49
moreover
bovendien
50
after that
daarna
51
then
dan
52
half
half
53
in the afternoon
's middags
54
maybe
misschien
55
quarter
kwart
56
in the morning
's morgens, 's ochtends
57
toward, to
naar
58
after (tra)
over
59
only (appena)
pas
60
sometimes
soms
61
before
voor
62
when
wanneer
63
even (perfino)
zelfs
64
all
alle
65
rather
liever
66
left
links
67
more
meer
68
next to
naast
69
about
over
70
right
rechts
71
some
sommige
72
till
tot
73
total
totaal
74
starting at (from)
vanaf
75
when, as, if
als
76
actually
eigenlijk
77
under
onder
78
across from
tegenover
79
back
terug
80
In conclusions, lastly
tot slot
81
often
vaak
82
today
vandaag
83
further, then
verder
84
next (After)
vervolgens
85
next (prossimo)
volgend
86
why
waarom
87
every once in a while
af en toe
88
inside
binnen
89
outside
buiten
90
that's why, therefore
daarom
91
this (2)
deze, dit
92
that
dat
93
during the week
door de week
94
here
hier
95
how so
hoezo
96
something
iets
97
less
minder
98
frequently
regelmatig
99
too (much)
te
100
according to
volgens
101
rarely, seldom
zelden
102
before, earlier (2)
eerder, vroeger
103
finally
eindelijk
104
ago
geleden
105
yesterday evening
gisteravond
106
yesterday
gisteren
107
by the way
trouwens
108
beforehand
van tevoren
109
this morning
vanmorgen
110
last night
vannacht
111
all, everything
allemaal
112
really
echt
113
or something like that
of zo
114
suddenly
plotseling
115
all sorts of things and more
van alles en nog wat
116
again
weer
117
momentarily (un attimo)
even
118
unfortunately (bummer)
jammer genoeg
119
at least
tenminste
120
away
weg
121
soft
zacht
122
yourself
zelf
123
something like this
zoiets
124
in the daytime
overdag
125
in the distance
in de verte
126
under
onder
127
suddenly (2)
ineens, plotseling
128
further on
verderop
129
later
later
130
consequently
daardoor
131
approximately
circa
132
extremely
zeer
133
how long
hoelang
134
on the way
onderweg
135
right
rechts
136
left
links
137
to the left
linksaf
138
straight ahead
rechtdoor
139
daily
dagelijks
140
where to
waarnaartoe
141
during
tijdens
142
just like
net als
143
quite
behoorlijk
144
right before
vlak voor
145
cheers
proost
146
meanwhile
ondertussen
147
probably
waarschijnklijk
148
before, in the past
vroeger
149
already
al
150
still
nog
151
just, only
pas
152
the day after tomorrow
overmorgen
153
at home
thuis
154
no one
niemand
155
the same
hetzelfde
156
exclusively
uitsluitend
157
not a single
geen enkel
158
completely
geheel
159
by
door
160
get well (wish)
beterschap
161
carefully
voorzichtig
162
once
eens
163
upward
omhoog
164
down
omlaag
165
up and down
op en neer
166
aside
opzij
167
the other way around
andersom
168
ahead, forward
naar voren
169
backward
naar achten
170
above
boven
171
in advance
bij voorbaat
172
mainly
voornamelijk
173
thanks to
dankzij
174
because of
vanwege
175
maximum
maximaal
176
with the help of
met behulp van
177
so, therefore
dus
178
collective, joint
gezamenlijk
179
finally
uiteindelijk
180
each other
elkaar
181
it is an 'item'
het is aan
182
what a pity
jammer
183
all over
over en uit
184
just
net
185
such a
zo'n
186
against
tegen
187
automatically
automatisch
188
both
beide
189
officially
officieel
190
namely
namelijk
191
nowadays
tegenwoordig
192
agree with
eens
193
in disagreement
oneens
194
concerning
in verband met
195
based on
op basis van
196
obviously
vanzelfsprekend
197
way beforehand
ruim van tevoren
198
at least
althans
199
then, subsequently
vervolgens
200
especially
vooral
201
nearly, almost
vrijwel
202
as well as
zowel...als
203
unconsciously
onbewust
204
in the meantime
inmiddels
205
quite
behoorlijk
206
as if
alsof
207
some, alcuni
enkel
208
(ge)heel
whole
209
contrary
andersom
210
by the way
trouwens
211
in fact
in feite
212
barely, hardly
nauwelijks
213
calmly, quietly
rustig
214
at least
minstens
215
emphatically
nadrukkelijk
216
finally, in the end
uiteindelijk
217
supposedly, probably
vermoedelijk
218
probably
warschijnlijk
219
besides, furthermore
bovendien
220
she who, he who
degene
221
shortly
kortom
222
in spite of, despite
ondanks
223
naturally, obviously
uiteraard
224
because of, due to
vanwege
225
on one hand, on the other hand
enerzijds - anderzijds
226
as regards, with respect to
qua
227
on the contrary
juist
228
among others
onder andere
229
positively
wel degelijk
230
within the framework of
in het kader
231
completely
volledig
232
more or less
min of meer
233
around
rondom
234
on closer examination
bij nadere beschouwing
235
currently, nowadays
tegenwoordig
236
only, just, merely
slechts
237
extremely
uiterst
238
even, no less
maar liefst
239
among others
onder andere
240
continuously
steeds
241
urgently
met grote haast
242
against
tegen
243
considerably
behoorlijk groot
244
behoorlijk groot
considerable
