adolecentie Flashcards

(16 cards)

1
Q

conformisme

A

aanpassing van het gedrag aan dat van anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ego centrisme

A

eigenschap waarbij je jezelf centraal stelt in het denken en alles vanuit je eigen standpunt bekijkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hormoon

A

stof die dorr klieren in het lichaam wordt aangemaakt en vie de bloedbaan een verandering teweegbrengt in het lichaam, chemische boodschapper

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

identitiet

A

persoon die je denkt te zijn, hoe je jezelf ziet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

jongerencultuur

A

subcultuur van jongeren met eigen muziekale, kleding en vrijtijds voorkeuren die afwijken van deze van volwassenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

narcisme

A

zelfobsessie, gevoel beter te zijn dan anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

oestrogeen

A

vrouwelijke geslachtshormoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

prefrontale cortex

A

rationeel deel van de hersenen dat verschillende cognitieve functies stuurt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

striatum

A

belolingsgebied in de hersenen dat betrokken is bij motivatie en emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

testosteron

A

mannelijk geslachtshormoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

amygdala

A

regelt de emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

melatonine

A

slaap hormoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

positieve kant van pubers

A

-leren snel
-creatief
- talent kan ontplooien met motivatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe zetten pubers zich af tegen hun ouders

A

-opstandig gedrag
-schreeuwen
-schelden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

cognitieve ontwikkeling geef 5

A

-formeel operationeel denken
-moeite met plannen en langetermijn denken
-egocentrisme en onrealistische zelfbeeld
-kritische ingesteldheid
-creativiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly