exam 2 Flashcards

(49 cards)

1
Q

waarden

A

waarden zijn algemene , abstracte richtlijnen die uitdrukken wat in een samenleving als goed en waard om n ate sterven wordt beschouwd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

normen

A

ze geven aan hoe we ons in een bepaalde situatie moeten of niet mogen gedragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

formele normen

A

vastgestelde ins chriftelijke wetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

infromele normen

A

mensen vinden dat sommige regels nageleefd moeten worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

socialisatie

A

euhm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

enculturatie

A

is de socialisatie van mensen binnen de maatschapij waarin ze geboren zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

acculturatie

A

acculturatie is sprake van cultuuroverdacht op mensen die al in een andere cultuur verblijven .komt voorbij bij mensen die nadurig in een andere cultuur verblijven .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

primaire socialisatie waar

A

binnen gezin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

play stadium

A

-imitatie
- het gaat meestal de singnificant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

game stadium

A
  • doe alsofspelletjes
  • geeft inzicht op hun dagelijks leven
  • begint de waarden en normen van het maatschpij te begrepen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wolfskinderen

A

-sprak geen taal
-bewoog zich gehurkt
-gevoelige periode voor taal is voorbij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

secunderai socialisatie waar

A

peer groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welke waarden zijn belangrijk in de peergroep

A

eerlijkheid, vertrouwen,vriendschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

2 situatie waar pper groep en volwassen iets anders van jouw

A

-ouders verwachten dat jij goed studeert terwijl vriend willen dat je online bent
-leerkracht wilt dat je oplet terwijl klasgenoten liever plezier willen maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

tertiaire socialistaie waar

A

media

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hersocialisatie

A

aanwezige waarden veranderen door nieuwe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

totaal instituut

A

-24 uur per dag elke dag per week
-afgesloten van de buitenwereld
-wonen,werken,vrije tijd zijn op 1 plaats
-onderworpen aan een strenge cultuur
-voortduurende sociale controle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

termen adolecentie

A

pubertd,jongeren,adolecentie,tieners

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

adolecentie

A

volledig periode, cognitief,social en emotionele ontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

formeel operationeel denken

A

abtract denken en hypothetisceh zaken

21
Q

moeite om te plannen en langertermijndenken

A

denken niet aa n de gevolgen van hun gedrag

22
Q

egocentrisme en onrealistische zelfbeeld

A

-spotlight effefct
-zichzelf geweldig vinden
-imaginair epubliek

23
Q

kritische ingesteldheid

A

heel kritisch vrage nkunen stellen

24
Q

prefrontale cortex

A

rationele deel in de hersennen

25
melatonine
slaaphormoon
26
amygdala
regelt de emoties
27
waarom klopt de stereotiep van de puber niet
omdat iedereen anders is
28
waarom is het hersen ontwikkeling bij tieners belangerijk voor jeugdstrafrecht
moeten we jongeren anders behandelen dan andere als ze midrijven
29
stratium
belongingsgebied vertoont als pubers beloont wordt met geld of compliment
30
waarom zorgt het pubersgedrag soms voor een botsing met de ouders
ouders denken aan de gevolgen op lange termijn langer krijg. de jongeren werken niet
31
gevolgen van drie hersengebieden die nog niet optimaal comuniceren
-extreem eer tegenstandig gedrag -minder remmingen en risicovol gedrag -minder controle over emoties
32
waarom zouden ouders hete gocentrische gedrag van pubers als compliment nemen
omdat het tejent dta zij zich veilig voelen en zich zeld kunnen zijn
33
positieve kanten van pubertijd
-pubers leven snel -pubers zijn creatief -met motivatie kan een talentontplooien
34
hoe zetten pubers zich af tegen hun ouders
-opstandog gedrag -schreeuwen -schelden
35
erikson + en - pool
indentiteit vs indentiteitsverwaring
36
exploratie
experimenteren zonder blijvende gevolgen (moratorium)
37
succesvolle uitkomst van conflict
waneer de adolescent weet wat hij is met zijn leven wil doen
38
conformisme
aanpassing van het gerdeg aan dat van anderen
39
jongerenscultuur
subcultuur waar jongeren hun voorkeuren hebben in muziek, kledingvrijbestediging
40
wat is morele ontwikkeling
dat is de rijping van iemands rechtvaardigheidsgevoel van zijn besef van goed en kwaad en van het gedrag dat hij daarbij stekt
41
hoe heeft piaget gewerkt
met kninkkers spel
42
1 morele realisme
- morle realisme - 4 tot 7 jaar -regals zijn vast en onveranderlijk
43
2 fase van de beginnende samenwerking
-7 tot 10 jaar - fase van de beginnende samenwerking - kinderen gaan spelen op basis van gemeenschapelijk basis
44
3 fase van het morle relativisme
- fase van het morle relativisme -tiende tot 12 jaar - ze zien dat spel regels veranderen iets anders is dan regels overtreden
45
kritiek piaget
-hij deed zijn experimeneten op jongen - hij heeft het leeftijd ondeerschat
46
lawrence kholberg
de methode van morele dilemas
47
niveau 1
precoventionele moraliteit -fase 1gedrag gericht op straf en gehoorzaam: negatief gevolg = straf - fase 2:gedrag gericht op eigen belang:positieve gevolg
48
niveau 2
conventionele moraliteit fase 3:gedrag gericht op sociale verwachtingen:door andere gewaarderd en geliefd worden fase 4 gedrag gericht op autoriteit: naar samenleving, regels en wetten volgen
49
niveua 3 post convetionele moraliteit
post convetionele moraliteit fase 5: gedrag gericht op sociaal overstemming