AFP 11 Huid Flashcards

(62 cards)

1
Q

Functies van de huid (5)

A

Bescherming
Warmteregulatie
Uitscheiding
Waarneming
Aanmaak van vit D3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Opbouw lagen van de huid

A

Epidermis
Dermis
Subcutis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Zet de volgende lagen in de juiste volgorde van externus naar internus

A. Stratum basale
B. Stratum spinosum
C. Stratum corneum
D. Stratum lucidum
E. Stratum granulosum

A

C, D, E, B, A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de stratum germinativum en wat is het kenmerk?

A

Ook wel kiemlaag genoemd, bestaat uit stratum basale en stratum spinosum

Cellen die het vermogen hebben om te delen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

NL naam van stratum basale

A

Basale laag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

NL naam van stratum spinosum

A

Stekelcellenlaag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

NL naam van stratum granulosum

A

Korrellaag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

NL naam van stratum lucidum

A

Heldere laag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

NL naam van stratum corneum

A

Hoornlaag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe noem je een verdikking van de stratum corneum?

A

Eelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kenmerk stratum corneum

A

Vijftien tot twintig lagen platte en dode cellen vol keratine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kenmerk stratum lucidum

A

Bevatten het kleurloze voorstadium van keratine

Cellen zijn bezig met afsterven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Kenmerk stratum granulosum

A

Bevatten doorzichtige granulae welke in een later stadium gebruikt worden bij vorming van keratine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is keratine?

A

Hoornstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Kenmerken stratum basale

A

Verankerd in het basaalmembraan

Huidstamcellen

Melanocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kenmerken stratum spinosum

A

Verbindingen via uitsteeksels (spinae) met naburige cellen

Zorgt voor de stevigheid

Celdeling onder invloed van histamine bij beschadiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn huidlijsten?

A

De geribbelde opperhuid op handpalm, vingertoppen, voetzolen en teentoppen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe krijgt de epidermis zuurstof en voedingsstoffen?

A

Vanuit de bloedvaten van de dermis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Functie epidermis

A

Slijtfunctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Handhaven van de gezondheid en functionaliteit van de huid

Structurele ondersteuning

Voedingsstoffen en zuurstof

Zintuigelijke waarneming en thermoregulatie

A

Functie dermis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Welke twee lagen bevinden zich in de dermis?

A

Stratum papillaire en stratum reticulare

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Kenmerken stratum reticulare

A

Hoog gehalte aan collagene vezels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Waarom is het letten op de splijtrichting belangrijk bij het maken van een incisie?

A

Om zo min mogelijk vezels door te snijden, zodat het weefsel zich weer goed kan herstellen zonder littekenweefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Kenmerken stratum papillaire

A

Hoog gehalte aan collagene en elastische vezels

Vele uitstulpingen papillae dermis, waarmee de dermis in de epidermis is verankerd

In de papillae bevinden zich bloedvaten, zenuwen en huidsensoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Warmte isolator Stootkussen Reserve voorraad voor brandstof
Functie subcutis
26
Kenmerk losmazig bindweefsel in subcutis
De huid is verschuifbaar
27
Kenmerk collegene bindweefselstrengen vanuit dermis > subcutis > algemene fascie
De huid is niet verschuifbaar
28
Kenmerk onderhuidsvetweefsel in subcutis
Groot aantal vetcellen
29
Benoem epidermale structuren (5)
Haren Nagels Borstklieren Zweetklieren Talgklieren
30
Locatie subpapillaire netwerk
Tussen stratum reticulaire en stratum papillaire
31
Subepitheliale venenplexus
Veneuze deel van het subpapillaire vaatnetwerk
32
Locatie cutane vaatnetwerk
Tussen subcutis en dermis
33
Locatie fasciale vaatnetwerk
Tussen algemene fascie en subcutis
34
Waar in de huid liggen capillairen?
Onder de basale laag van de epidermis Rondom klieren, haarfollikels en huidsensoren
35
Wat zijn precapillaire sfincters?
Kleine kringspiertjes die bepalen welke capillairen openstaan
36
Wat zijn arterioveneuze anastosomen?
Verbindingen tussen venen en arteriën zonder capillairen
37
Waar bevinden zich arterioveneuze anastomosen?
Tussen de drie vaatnetwerken
38
Gemiddelde kerntemperatuur
Gemiddeld 37 graden
39
Gemiddelde schiltemperatuur
Gemiddeld 33 graden Afhankelijk van omgevingstemperatuur en eigen warmteproductie
40
Wat is warmteproductie?
De productie van warmte op celniveau door middel van celstofwisseling
41
Welk orgaan produceert veel warmte?
De lever
42
Functie warmteafgifte
Oververhitting van inwendige organen tegen gaan Handhaving van schiltemperatuur
43
Benoem de 4 manieren van warmteafgifte
Warmte-uitstraling Warmtegeleiding Verdamping Luchtstroom
44
Welke manieren van warmteafgifte werken niet meer bij omgevingstemperaturen boven de 37 graden of onvoldoende bij zware lichaamsinspanning?
Warmte uitstraling Warmte geleiding
45
De precapillaire sfincters in de dermis papillen staan open voor voeding van dermis en stratum basale van epidermis De AVA's in het subpapillaire netwerk staan open, dus veel warmte-afgifte De AVA's in diepere huidlagen zijn dicht
Normale temperatuur
46
De precapillaire sfincters in de papillen van de dermis gaan dicht De AVA's in het subpapillaire netwerk gaan dicht, de druk in de arteriën wordt hoger en het bloed moet dus langs diepere lagen
Te koud
47
De precapillaire sfincters in de dermis papillen staan open voor voeding van dermis en stratum basale van epidermis De AVA's in het subpapillaire netwerk staan open, dus veel warmte-afgifte De AVA's in diepere huidlagen zijn dicht Transpireren
Te warm
48
Oorzaken te koude lichaamstemperatuur
Te veel warmteverlies Te weinig warmteproductie
49
Oorzaken te warme lichaamstemperatuur
Te weinig warmteverlies Te veel warmteproductie
50
Subfebriel
Verhoging 37,5-38
51
Hyperpyrexie
> 41 graden
52
Hyperthermie
> 38 graden
53
Febris
Koorts
54
Oorzaak hyperpyrexie
Pyrogenen
55
Oorzaak hyperthermie
Niet pathologisch, disbalans tussen warmteproductie en warmteafgifte
56
Oorzaken febris
Toxinen van bacteriën Ontstekingen Allergieën, auto-immuunreactie Tumormetastasen Opruim reactie na bloeding of bloedtransfusie
57
Functie febris
Allerlei reacties verlopen sneller Versterkt het effect van interferonen Stimuleert de fagocytose Stimuleert de aanmaak van antilichamen Versnelt het weefselherstel
58
Wat is pallor?
Bleekheid van de huid
59
Wat is icterus?
Een ophoping van bilirubine
60
Wat is een gecompliceerde wond?
Een wond waarvan het herstel blijft steken in de reactiefase bijv. door infectie, door een slechte voedingstoestand of een slechte doorbloeding
61
Litteken trekt strak samen rondom het gewricht waardoor het niet meer beweegbaar is
Contracturen
62
Remodelleringsfase is te heftig
Keloïd/ hypertrofisch litteken