Afweer Flashcards
(51 cards)
Hoe heet het deel van je immuunsysteem dat je tijdens je leven ontwikkelt? En welk deel heb je al bij je geboorte?
Verworven afweer. Aangeboren afweer.
Welke 4 organen zijn belangrijk voor het immuunsysteem, en heten ook wel de lymfoïde organen?
Beenmerg, thymus, milt en lymfeknopen
Bij welke soort afweer horen lymfocyten?
Verworven
Wat voor soort afweer zijn fagocyten? Wat is hun rol? Hoe detecteren ze pathogenen (ziekteverwekkers)? En waar komen ze voor?
Aangeboren. Eerste aanval op ziekteverwekkers. Mbv receptoren. Overal in lichaam omdat ze haarvaten kunnen passeren.
Hoe maken granulocyten (= type fagocyt) ziekteverwekkers onschadelijk?
Door ze te fagocyteren: in de granulocyten smelten de lysosomen samen met het blaasje waarin de bacterie zit. Enzymen uit lysosomen doden bacterie. Granulocyt ook dood. Etter/pus.
Hoe maken mestcellen (type witte bloedcel) ziekteverwekkers onschadelijk? En hoe zie je het effect hiervan in de weefsels? En waar bevinden ze zich?
Na contact met lichaamsvreemde stoffen geven ze chemische stoffen af (histamine –> verwijding en grotere doorlaatbaarheid van bloedvaten -> andere witte bloedcellen kunnen snel plaats bereiken). Waarneming: zwelling, warmte, roodheid. Komen vooral voor in weefsels van huid + slijmvliezen.
Waar moet een monocyt zich bevinden om geclassificeerd te worden als macrofaag? Waar komen ze voor? Waarom zijn ze ‘‘effectiever’’ dan fagocyten in fagocytose?
Weefselvloeistof. Hele lichaam. Ze kunnen meerdere ziekteverwekkers vernietigen omdat ze niet doodgaan na fagocytose.
Waar bevinden dendritische cellen (monocyt) zich?
Op plekken waar ziekteverwekkers kunnen binnendringen (huid en slijmvliezen)
Hoe kunnen macrofagen koorts veroorzaken? Wat is het nut van hoge temperatuur?
In reactie op ziekteverwekker, scheiden ze cytokinen af die de normwaarde vd lichaamstemperatuur verhogen. Lichaam gaat rillen om warmte op te wekken, en gaat warmteverlies tegen door bloedvaten in huid te vernauwen. / De hoge temp versnelt afweer
Wat doet antibiotica? Wat zijn de nadelen?
Versterken van afweer tegen bacteriën. Nadelen: bacteriën kunnen resistent worden, en ook goede bacteriën kunnen gedood worden.
Waaraan kunnen macrofagen indringers herkennen?
De antigenen van de ziekteverwekkers.
Hoe ontstaat een APC (‘normale’ manier)? Welk type cellen kunnen zulk soort APC’s worden?
Antigenen binden aan de receptoren in het cytoplasma van (bijv) macrofaag. Deze receptoren + antigenen worden naar de buitenkant celmembraan getransporteerd –> antigeen presenterende cel (APC). / Een macrofaag (want die gaat niet dood na fagocytose, zoals granulocyt).
Vanaf welk moment wordt een macrofaag /dendritische cel onderdeel van de verworven afweer?
Vanaf het moment dat de cel verandert in een APC (want die kan lymfocyten laten zien hoe ziekteverwekker eruit ziet, en lymfocyt = onderdeel verworven afweer).
Hoeveel verschillende ziekteverwekkers kunnen met hun antigeen binden aan de receptor (eiwit) van een lymfocyt? En hoeveel receptoren bevinden zich op celmembraan van lymfocyt?
1 type ziekteverwekker (sleutel-slot principe).
Honderdduizend.
Waarom duurt het bij ziekte een tijdje voordat je beter wordt?
Omdat APC’s op zoek zijn naar de juiste T- en B-lymfocyt.
Wat zijn de rollen van T- en B-lymfocyten bij de afweer?
Als APC’s de juiste lymfocyten hebben gevonden, zorgen T-lymfocyten ervoor dat geïnfecteerde cellen worden opgeruimd en B-lymfocyten zorgen ervoor dat ziekteverwekkers buiten de cellen (in vocht) worden opgeruimd. Daardoor worden ziektekiemen zowel in cellen als daarbuiten aangevallen en vernietigd en is er geen plek waar zij zich kunnen verstoppen.
Wat is er anders aan een ‘bijzondere’ APC?
Bij de ‘bijzondere’ APC is het antigeen gebonden aan een MHC-receptoreiwit (Major Histocompatibility Complex). Dat is een deel van het genoom dat codeert voor eiwitten die een rol spelen bij de herkenning van lichaamseigen en lichaamsvreemde (delen van) cellen en stoffen.
Welke verschillen zijn er tussen MHC-I-receptoren en MHC-II-receptoren? (benoem waar ze voorkomen, en wat er gepresenteerd wordt)
I: komen voor op buitenkant cellen met kern + op bloedplaatjes. Presenteren enkele aminozuren van elk eiwit dat in een cel wordt gemaakt (deze ‘code’ kan herkend worden als lichaamseigen, zo niet: antigenen worden gebonden aan MHC-I-receptor).
II: komen alleen voor op macrofagen, dendritische cellen en geactiveerde B-cellen. Antigenen van gefagocyteerde ziekteverwekkers worden gepresenteerd.
Wat gebeurt er als gevolg van binding tussen Th-cel en APC?
Cytokinen komen vrij.
Beschrijf hoe Th-cellen helpen bij cellulaire response.
1) Nadat een APC een ziekteverwekker heeft ingesloten en afgebroken, wordt het antigeen getoond via een MHC-II-receptoreiwit aan een T-helpercel. De T-helpercel bindt aan het antigeen via zijn antigeen-specifieke receptor. Dit stimuleert de afgifte van cytokinen door de APC
2) Cytokinen van de T-helpercel en APC stimuleren de deling van T-helpercellen.
3) Cytokinen activeren B-lymfocyten en
cytotoxische T-cellen (Tc-cellen).
4) B-lymfocyten activeren B-plasmacellen en Tc-cellen ruimen geïnfecteerde cellen op.
Hoe heet de vorm van afweer waarbij geïnfecteerde cellen en tumorcellen worden opgeruimd door T-cellen?
Cellulaire respons/ cellulaire afweer.
Wat is de rol van B-plasmacellen? Hoe zorgen geheugencellen ervoor dat het ontwikkelen van B-plasmacellen sneller gaat na herkenning van het antigeen?
B-plasmacellen produceren specifieke antistoffen tegen de antigenen van de ziekteverwekker. / B-geheugencellen herkennen bij een nieuwe infectie met dezelfde ziekteverwekker
het antigeen direct, waardoor ze zich snel kunnen ontwikkelen tot B-plasmacellen.
Hoe heet de afweer door antistoffen? Tegen welke soorten ziekteverwekkers is het gericht?
Humorale respons (humor = vocht).
Bacteriën, virussen en andere ziekteverwekkers buiten cellen.
Welk type cel kan grote hoeveelheden antistoffen produceren? Waar komen de antistoffen terecht?
Geactiveerde B-cellen. De antistoffen komen in alle lichaamsvochten terecht (bloed, lymfe, weefselvloeistof, traanvocht, speeksel, vaginaal vocht, moedermelk, enzovoort).