AK 3.1 - 3.6 🌎 Flashcards
(37 cards)
Grondwater
Water dat niet meer zichtbaar is omdat het in de bodem en in gesteente is getrokken
Landijs
Ijsmassa’s die op het vasteland liggen
Oppervlaktewater
Water dat je kunt zien, zoals meren, vennen, rivieren en zeeën
Zeestroom
Verplaatsingen door de wind van een grote massa zeewater in een vaste richting
Zoet water
Water waarin weinig zout is opgelost, bijvoorbeeld drinkwater
Zoutwater
Water waarin veel zout is opgelost, bijvoorbeeld zeewater
Aquifer
Waterhoudende laag in de ondergrond
Duurzaam waterbeheer
Waterbeheer waarbij alleen de voorraad vernieuwbaar water wordt gebruikt
Fossiel water
Water in de grond uit eerdere tijden
Infiltratie
Het in de grond indringen van water
Niet-vernieuwde water
Water dat niet of maar heel langzaam wordt aangevuld, waardoor het opraakt, bijvoorbeeld aquifer
Nuttige neerslag
Water dat overblijft om het grondwater aan te vullen
Vernieuwbaar water
Water dat in dezelfde tempo wordt aangevuld als waarin het wordt gebruikt
Waterbalans
Hoeveelheid water die een gebied binnenkomt en uit gaat
Bodemdaling
Daling van het grondoppervlak
Piekafvoer
Verhoogde afvoer van de rivier
Tropische orkaan
Enorme storm met een windsnelheid van meer dan 200 kilometer per uur
Economisch watertekort
Wanneer in een gebied te weinig is geïnvesteerd om het aanwezige water bij de bewoners te brengen
Fysiek watertekort
Wanneer in een gebied te weinig water is om aan de wensen van de bewoners te voldoen zonder de natuur te verstoren
Wateroorlog
Gewapend conflict om water tussen bevolkingsgroepen binnen een land of tussen staten
Waterschaarste
Alle problemen die zich voordoen als gevolg van een tekort aan schoon drinkwater
Dijkring
Een stelsel van waterkeringen en hogere gronden die het ingesloten gebied beschermen tegen overstromingen
Droogmakerij
Polder ontstaan door het droogmalen van een plas of stuk van de zee
Dynamisch kustbeheer
Kustbeheer in een breed duingebied waar men de natuur meer haar gang laat gaan