Algebraïsch rekenen Flashcards

1
Q

Graad van een veelterm

A

De graad van een veelterm (in x) is de hoogst voorkomende exponent van x in die veelterm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Getalwaarde van een veelterm

A

De getalwaarde van een veelterm voor een gegeven getal a is het reële getal dat je bekomt door in de veelterm de veranderlijke x te vervangen door a.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Deelbaarheid in R[x]

A

Een veelterm A(x) is deelbaar door D(x) als en slechts als de rest van de euclidische deling van A(x) door D(x) nul is.
D(x) l A(x) <=> A(x) =D(x) . Q(x) <=> R(x) = 0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Reststelling bij de deling door x-a

A

Bij de euclidische deling van een veelterm A(x) door x-a is de rest van de deling gelijk aan de getalwaarde van het deeltal door x=a.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Criterium van deelbaarheid door x-a

A

De veelterm A(x) is deelbaar door x-a als en slechts als de getalwaarde van A(x) voor x=a gelijk is aan 0.
x-a l A(x) <=> A(a) = 0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bepalen van delers van de vorm x-a

A

Opdat een veelterm A(x) deelbaar zou zijn door x-a met a€Z, is het nodig dat de constante term van de veelterm deelbaar is door a.
aIa0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

x³-a³

A

A(x) = x³-a³ = (x-a)(x²+ax+a²)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

x³+a³

A

A(x) = (x+a) = (x+a)(x²-ax+a²)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly