Algemeen onderzoek practica Flashcards
(24 cards)
Ademhaling rund
10-30
Pols rund
50-80
Temperatuur rund
38,0-39,0
Ademhaling schaap
20-30
Pols schaap
70-90
Temperatuur schaap
38,5-40,0
Bedrijfskenmerken
Aantal dieren
Leeftijdssamenstelling van de koppel op het bedrijf
Overige aanwezige diersoorten
Bedrijfsvoering (aankoop nieuwe dieren, samen weiden, deelname aan tentoonstellingen oftewel open/gesloten)
Type bedrijf en SPF (vrij van bepaalde pathogenen/ziekteverwekkers)
Bedrijfshistorie kengetallen
Anamnese
Aard, duur, verloop van de klacht in de koppel (management progamma’s, koekalenders, vruchtbaarheid- ziektekaarten, bedrijfsjournaals, behandelingsgegevens)
Groepsgedrag en variatie in ernst van de ziekte
Mortaliteit, prevalentie, mobiliteit, homestale (eten, drinken, plassen, poepen)
Bedrijfsinspectie
VAN JONG NAAR OUD
Algemene indruk
Inspectie van omgeving
Huisvesting (groepsgrootte, leeftijdsindeling, hoktype, staltype)
Voeding en water
Stalklimaat
Hygiene
Vergelijking normaal beeld
Vergelijking individuen
Selectie van typische representanten
Signalement (ziektegeschiedenis)
Diersoort, Ras, Geslacht, Leeftijd, Kleur en aftekening, Bijzondere kenmerken
Anamnesen (ziektegeschiedenis)
reden van bezoek, Algemene informatie functioneren van dier, leefomstandigheden
Temperatuur kalf
38,5-39,5
Temperatuur kalven tot 1 jaar
38,5-39,5
Sclera (oogwit)
Bij onderzoek naar sclera duw je met een hand aan de bovenkant van het hoofd en trek je met je andere hand aan het halster aan de onderkant van het hoofd. Zo kantelt hij en is de sclera te zien.
Conjunctiva
Bij onderzoek naar de conjunctiva wordt met de ene hand het halster en het onderste ooglid vastgehouden. Met de andere hand wordt met de duim onder het bovenste ooglid geduwd om zo het derde ooglid naar voren te laten komen.
Neusslijmvlies
In de neus kijken.
Mondslijmvlies
Het mondslijmvlies is te bekijken door het hoofd hoog te houden (door bijvoorbeeld een touw door de bovenste ring van de box) en dan met de duim aan de zijkant van de mond de mond openmaken. En met de andere hand de tong te pakken.
Lymfeknopen
Grootte, vorm, consistentie, pijnlijkheid, verplaatsbaarheid
Lymfeknopen mandibularis
Met je vingers grijp je tussen het schedel van het rund naar de twee lymfeknopen (eentje links en eentje rechts). Het voelt als een klein boontje. Let op de veiligheid! Je vrije arm beschermt tegen het hoofd van het rund (door bijvoorbeeld het halster vast te houden).
Lymfeknopen retropharyngeales
Met twee vlakke handen moet je van buiten naar binnen kunnen bewegen net achter de kaak. Dit doe je bovenlangs. Wanneer je vingertoppen elkaar kunnen raken dan zijn ze niet vergroot.
Lymfeknopen cervicales superfaciales
Duwen vanaf de schouder naar hals met je vingers (met platte hand). Linkerhand
gebruiken bij linker boeglymfeknoop.
Lymfeknopen subiliaci
Scheppende beweging bij de lies. Rechterhand gebruiken bij linker
liesplooilymfeknoop.
Lymfeknopen mammarii
In de ophangband van de uier voelen. Rechterhand gebruiken bij rechter uierlymfeknoop, maar aan de linkerkant staan met je lichaam.