Medische termen Flashcards
(20 cards)
1
Q
sloom
A
lethargie
2
Q
verhoogde ademhaling
A
tachypneu
3
Q
verlaagde ademhaling
A
brachypneu
4
Q
verhoogde pols
A
tachycardie
5
Q
verlaagde pols
A
brachycardie
6
Q
gele slijmvliezen
A
icterus
7
Q
verminderde eetlust
A
hyporexie
8
Q
bilirubine in urine
A
bilirubinurie
9
Q
onvoldoende zuurstof
A
hypoxie
10
Q
benauwd
A
dyspneu
11
Q
veel plassen
A
polyurie
12
Q
niet eten
A
anorexie
13
Q
nerveus
A
geexciteerd
14
Q
trager
A
sopor
15
Q
tussen door wegvallen
A
stupor
16
Q
niet reageren
A
coma
17
Q
zwarte ontlasting
A
melena
18
Q
blauwe slijmvliezen
A
cayanose
19
Q
Type 1 redeneren
A
onbewust
20
Q
Type 2 redeneren
A
bewust