Alle begrippen Flashcards
(59 cards)
adsorptie
Het hechten van moleculen van een gas of vloeistof aan het oppervlak van een vaste stof of vloeistof
Arbeid
De hoeveelheid energie die wordt omgezet door een kracht, afhankelijk van de grootte en van de kracht en de verplaatsing in de richting van de kracht, eenheid Nm (Newton meter), wat gelijk is aan Joule (J).
Atoom
kleinste als zodanig herkenbare bouwsteen van een scheikundig element
Autosomen
de niet-geslachtschromosoom, bij de mens 22 paar
Celkern
deel van de cel wat betrokken is bij de regeling van cel processen en het opslaan van de genetische informatie
chromosoom
drager van de erfelijke informatie in de celkern
dactyloscopisch punt
een bepaald typicum dat zich op een bepaalde locatie van een vingerafdruk bevindt
DNA
deoxyribo-nucleic-acid. Het belangrijkste bestanddeel van een chromosoom dat
gecodeerde erfelijke informatie bevat in de vorm van genen.
DNA-kenmerk
het aantal herhalingen op een bepaalde hypervariabele locus.
DNA-mengprofiel
een DNA-profiel gemaakt van DNA afkomstig van meer dan één persoon.
DNA-profiel
een weergave (grafisch of in cijfers) van de DNA-kenmerken van tien
hypervariabele loci en het geslachtskenmerk.
Empirisch
proefondervindelijk, op waarneming uit experimenten of ervaring gebaseerd.
endotherm proces
proces waarbij voortdurend energietoevoer nodig is.
exotherm proces
proces waarbij energie vrijkomt.
forensisch onderzoek
sporenonderzoek dat gedaan wordt ten behoeve van de
bewijsvoering van een strafrechtelijk onderzoek.
gen
deel van een chromosoom dat de erfelijke informatie voor één erfelijke eigenschap
bevat.
geslachtschromosomen
het X- en Y-chromosoom. Deze bepalen het geslacht van een
individu.
hoofdpatroon
globaal figuur in het patroon van de papillairlijnen.
hoofdprofiel
een uit een mengprofiel afgeleid DNA-profiel, dat de DNA-kenmerken
weergeeft van de persoon van wie het meeste celmateriaal in het sample afkomstig is.
Hydratatie
omringing van (opgeloste) ionen door watermoleculen, aangegeven met notatie
(aq).
hypervariabel gebied
een deel van het niet-coderend DNA dat bestaat uit zich herhalende
korte stukjes, bijvoorbeeld de herhaling CCTG-CCTG-CCTG-CCTG.
ion
een atoom of molecuul met een elektrische lading veroorzaakt door een gebrek aan, of
overschot van, één of meer elektronen.
karyogram
een afbeelding van een complete set van de chromosomen van een cel.
katalysator
een stof die de snelheid van een chemische reactie verhoogt, zonder hierbij
zelf verbruikt te worden.