Allergische aandoeningen 2 (met woordverklaring) Flashcards
(35 cards)
aandoeningen waarbij het lichaam anders (minder of meer) reageert op een herhaald contact met een bepaalde stof, tegenwoordig heet het gewoon: overgevoeligheid voor bepaalde stoffen)
allergische aandoeningen
advies/hulp waarbij men een therapie kan volgen
therapeutisch advies
sufheid
sedatie
NKO-ingreep
neus-keel-oor-ingreep
chronische neusobstructie
langdurige obstructie van de neus
medische voorgeschiedenis
anamnese
bevindingen tijdens een klinisch onderzoek
klinische bevindingen
aan beide zijden van de neus
neusgangen bilateraal
onderzoeken van het bloed
bloedanalyses
in rust
basaal
de hoeveelheid lucht die de longen na diepe inademing door maximale uitademing kunnen uitademen
vitale capaciteit (VC)
VC
vitale capaciteit
ESW
één-seconde-waarde
hoeveelheid lucht die men kan verplaatsen in één seconde
ESW = één-seconde-waarde
komt overeen met
compatibel
overmatige reactie van de bronchi
bronchiale hyperreactiviteit
luchtpijpvertakkingen
bronchi
m.b.t. persoonlijke waarneming, opvatting en beoordeling
subjectief
uitlokking (t.h.v. de bronchi)
provocatie
een stof die betrokken is bij verscheidene fysiologische processen. Ze speelt een rol in het maagdarmkanaal, centrale zenuwstelsel en in het afweersysteem
Histamine
benauwdheid door een belemmering in de doorgankelijkheid van de kleinere luchtwegen
astma
aanleiding (uitlokkende factor)
trigger
gevoeligheid
sensibilisatie
inademing van antigene stoffen die bij gevoelige personen allergische verschijnselen veroorzaken
inhalatie-allergenen