Oncologie 2 (Woordverklaring) Flashcards

(45 cards)

1
Q

holte gevuld met vocht

A

cyste

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

verwijdering van één helft van de schildklier

A

hemithyroïdectomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

PSA

A

prostaat specifiek antigen, eiwit dat door de prostaatklieren wordt afgescheiden (afkorting)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

kwaadaardig kankergezwel van de prostaat

A

prostaatcarcinoma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

onderling verschil, niet gelijk

A

gedifferentieerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

kwaadaardig kliergezwel

A

adenocarcinoma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

geeft de graad van kwaadaardigheid van prostaatkanker weer

A

Gleason-score

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

m.b.t. de hormoonproducerende cellen

A

neuro-endocriene cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

een signaal ontvangen

A

capteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

specifieker, geconcentreerder worden

A

differentiatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

schouderblad

A

scapula

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

9de dorsale wervel

A

D9

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

testosteron

A

mannelijk geslachtshormoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

bestraling om kankercellen te vernietigen met ioniserende stralen

A

Radiotherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

ter hoogte van dorsale wervel 8 tot 10

A

D8-D10

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Afkorting van Gray, eenheid van geabsorbeerde dosis. Die komt overeen met de energieafgifte van één joule in één kilogram materiaal. Deze eenheid wordt gebruikt om hoeveelheden straling bij radiotherapie uit te drukken (afkorting)

A

Gy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

verlamming aan beide zijden van het lichaam/verlamming van het onderste gedeelte van het lichaam, door beschadiging van de wervelkolom

A

paraplegie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

een groeiende tumor oefent druk uit op het ruggenmerg en kan tot schade van het ruggenmerg leiden

A

ruggenmergcompressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

m.b.t. het verdwijnen van beenweefsel, botafbrekend

20
Q

doornvormig uitsteeksel van de 9de dorsale wervel

A

processus spinosus D9

21
Q

computertomografie, gedetailleerde uit doorsnee-opnames opgebouwde röntgenfoto van de buik

22
Q

m.b.t. botvorming

A

osteoblastisch

23
Q

heiligbeen

24
Q

dicht

25
verkalking
calcificatie
26
in het midden van de buik
mid abdominaal
27
m.b.t. het mesenterium, buikplooivlies dat dient als ophangband voor organen in de buikholte
mesenteriaal
28
kapsels met daarin een vetachtige emulsie
vetplannen
29
computertomografie, aan de rugzijde, dorsale wervels
CT dorsale wervelzuil
30
computertomografie, aan de onderrug, lendewervels
lumbaal
31
uitzaaiiingen
metastasen
32
4de lendewervel
L4
33
kanaal van wervellichaam, gevormd door wervelboog en wervellichaam zelf
spinaal kanaal
34
controle van het hart
cardiaal nazicht
35
onregelmatig hartritme
aritmie
36
echografie van het hart
echocardiographie
37
het vermogen zich te kunnen samentrekken
contractiliteit
38
linker hartkamer
linker ventrikel
39
uitzaaiingen in het bot
botmetastasen
40
uitgezaaid kwaadaardig gezwel van de prostaat
prostaatcarcinoom
41
tegen gezwellen werkende therapie
antitumorale therapie
42
haaruitval
alopecia
43
vergiftigheid van het hart
cardiale toxiciteit
44
vermindering van de functie van het beenmerg door het gebruik van bepaalde medicijnen, zoals chemokuur
beenmergsuppressie
45
onderzoek, controle, balans
bilan