Ambtsinstructie Flashcards

(23 cards)

1
Q

Art. 1 Ambtenaar Lid 3 Bevoegd gezag b. Geweld

A

Elke dwangmatige kracht van meer dan geringe betekenis uitgeoefend op personen
of zaken.

Toevoeging:
• Het moet gaan om een fysieke kracht die moet worden uitgeoefend om een persoon
een bepaalde handeling te doen verrichten die hij niet wil verrichten, of om een
persoon een bepaalde handeling juist niet te laten verrichten.
• Meer dan geringe betekenis impliceert dat bijvoorbeeld het aanleggen van
handboeien zonder dat betrokkene daartegen uitdrukkelijke fysieke weerstand biedt,
geen geweld is in de zin van de Ambtsinstructie. Verbaal en psychologisch geweld
zijn ook geweld in de zin van de ambtsinstructie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Art. 1 Ambtenaar Lid 3 Bevoegd gezag c Aanwenden van geweld

A

Het gebruik van geweld (zie hierboven) en het dreigen met geweld, waaronder wordt
begrepen het ter hand nemen van een vuurwapen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Art. 1 Ambtenaar Lid 3 Bevoegd gezag d. Geweldsmiddel

A

1e . De toegelaten uitrusting en bewapening (art. 22 Politiewet) waarmee geweld kan
worden uitgeoefend.
2e . De door de Minister van Defensie ter beschikking gestelde uitrusting en
bewapening, waarmee geweld kan worden uitgeoefend in de uitoefening van de
politietaken ex art. 4, 57, 58, en 59 van de Politiewet 2012.
Pagina 9 van 24 Actuele wetgeving voor RTGP en RTGB Versie juli ’19

Toevoeging:
• Handboeien en het schild behoren tot de uitrusting volgens artikel 2 lid 3 en 5 van
het Besluit bewapening en uitrusting politie 2012. Als je dan naar de definitie van een
geweldsmiddel kijkt, dan zijn de handboeien dus een uitrusting waarmee geweld kan
worden uitgeoefend (knevelen). Ook het schild is een uitrustingsstuk waarmee je niet
alleen jezelf kunt beschermen, maar waarmee je ook geweld kunt uitoefenen door
een persoon tegen een muur te drukken en vast te zetten (fixeren en controleren).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Art. 1 Ambtenaar Lid 3 Bevoegd gezag i. Het gebruik van een vuurwapen

A

Het richten, het gericht houden en het daadwerkelijk gebruik van een vuurwapen;

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Art. 4 Gebruik geweldsmiddel

A

Uitsluitend toegestaan door een ambtenaar
a. aan wie dat middel rechtens is toegekend, voor zover hij optreedt ter uitvoering van
die taak met het oog waarop het geweldsmiddel hem is toegekend,
b. en die in het gebruik van dat geweldsmiddel is geoefend.

Toevoeging:
Van toepassing is:
• Artikel 2 Regeling Toetsing Geweld Politie
• Lid 1. Een ambtenaar is steeds voor de duur van een kalenderjaar geoefend in het
gebruik van een geweldsmiddel als bedoeld in artikel 4, onderdeel b, van de
Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke Marechaussee en de buitengewoon
opsporingsambtenaar, indien hij in het daaraan voorafgaande kalenderjaar met
voldoende resultaat heeft afgelegd:
o de toets geweldsbeheersing, en
o de toets aanhoudings- en zelfverdedigingsvaardigheden.
• Lid 2. Een ambtenaar is steeds voor de duur van een kalenderhalfjaar geoefend in
het gebruik van een vuurwapen, indien hij, naast de in het eerste lid bedoelde
toetsen, in het daaraan voorafgaande kalenderhalfjaar de toets schietvaardigheid
met voldoende resultaat heeft afgelegd.
• NB: Je moet dus voor alle toetsen geslaagd zijn om je geweldsmiddelen te mogen
gebruiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Art. 7 Voorwaarden gebruik vuurwapen Lid 1.

A

Lid 1. Het gebruik van een vuurwapen, niet zijnde een vuurwapen waarmee automatisch
vuur of lange afstandsprecisievuur kan worden afgegeven, is slechts geoorloofd:
a. om een persoon aan te houden ten aanzien van wie redelijkerwijs mag worden
aangenomen dat hij een voor onmiddellijk gebruik gereedzijnd vuurwapen bij zich
heeft en dit tegen personen zal gebruiken;

Toevoeging:
Het vuurwapen is direct klaar om mee te kunnen schieten. Bij zich hebben is het
voorhanden hebben en dragen van een (vuur)wapen). (WWM)
• Onder ‘voorhanden hebben’ wordt verstaan: Elk feitelijk in zijn bezit hebben. Voor het
‘dragen van een wapen’ is geen wettelijke definitie. Het dragen van een wapen is
volgens de Hoge Raad ook het aanwezig hebben in de kofferruimte van een auto.

Artikel:
b. om een persoon aan te houden die zich aan zijn aanhouding, voorgeleiding
of andere rechtmatige vrijheidsbeneming tracht te onttrekken of heeft onttrokken,
en die wordt verdacht van of is veroordeeld wegens het plegen van een misdrijf:
1e waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of
meer is gesteld, en
2e dat een ernstige aantasting vormt van de lichamelijke integriteit of de
persoonlijke levenssfeer, of
3e dat door zijn gevolg bedreigend voor de samenleving is of kan zijn;

c. tot het beteugelen van oproerige bewegingen of andere ernstige wanordelijkheden,
indien er sprake is van een opdracht van het bevoegd gezag en een optreden in
gesloten verband onder leiding van een meerdere

d. tot het beteugelen van militaire oproerige bewegingen, andere ernstige militaire
wanordelijkheden of muiterij indien de militair van de Koninklijke Marechaussee in
opdracht van de Minister van Defensie dan wel de officier van justitie te Arnhem
belast met militaire zaken in gesloten verband onder leiding van een meerdere
optreedt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Art. 7 Voorwaarden gebruik vuurwapen Lid 2.

A

Het gebruik van het vuurwapen in de gevallen, bedoeld in lid 1, onder a en b, is
slechts geoorloofd tegen personen en vervoermiddelen waarin of waarop zich
personen bevinden.

Toevoeging:
• Het schieten op rijdende auto’s wordt ernstig ontraden. Reden hiervoor is de
geringe kans op succes om het voertuig tot stilstand te brengen, naast het feit van
een relatief hoog risico voor het raken van de aanwezige personen door projectielen
die via het voertuig afdwalen. Voor een expliciet verbod is niet gekozen, omdat zich
situaties kunnen blijven voordoen waarin het schieten op rijdende auto’s niet geheel
moet worden uitgesloten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Art. 7 Voorwaarden gebruik vuurwapen Lid 3.

A

Lid 3. In de gevallen, bedoeld in lid 1, onder a en b, wordt van het vuurwapen geen gebruik
gemaakt, indien de identiteit van de aan te houden persoon bekend is en
redelijkerwijs mag worden aangenomen dat het uitstel van de aanhouding geen
onaanvaardbaar te achten gevaar voor de rechtsorde met zich brengt.

Toevoeging:
• Is de naam en adres van een serieverkrachter bekend en zie je hem in het park
lopen is het gebruik van het vuurwapen geoorloofd omdat de kans (onaanvaardbaar
gevaar rechtsorde) op een nieuwe verkrachting (te) groot is. Dat geldt dus
bijvoorbeeld niet voor een man die in een opwelling zijn vrouw heeft doodgestoken en
die je een jaar later ziet lopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Art. 7 Voorwaarden gebruik vuurwapen Lid 4.

A

Lid 4. Onder het plegen van een misdrijf, bedoeld in lid 1,onder b, worden mede begrepen
de poging en de deelnemingsvormen in de artikelen 47 en 48 van het Wetboek van
Strafrecht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Art. 10 Ter hand nemen vuurwapen uit voorzorg

A

Lid 1. De ambtenaar mag slechts een vuurwapen, niet zijnde een vuurwapen waarmee
automatisch vuur of lange afstandsprecisievuur kan worden afgegeven, ter hand
nemen:
a. in gevallen waarin het gebruik van een vuurwapen is toegestaan, of
b. in verband met zijn veiligheid of die van anderen, indien redelijkerwijs mag worden
aangenomen dat een situatie ontstaat, waarin hij bevoegd is een vuurwapen te
gebruiken.
Lid 2. Indien een situatie als bedoeld in lid 1, onderdeel b, zich niet of niet meer voordoet,
bergt de ambtenaar terstond het vuurwapen op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Artikel 10a Waarschuwing / waarschuwingsschot.

A

Lid 1. De ambtenaar waarschuwt onmiddellijk voordat hij gericht met een vuurwapen,
niet zijnde een vuurwapen waarmee lange afstandsprecisievuur kan worden
afgegeven, zal schieten, met luide stem of op andere niet mis te verstane wijze dat
geschoten zal worden, indien niet onverwijld het gegeven bevel wordt opgevolgd.
Deze waarschuwing, die zo nodig vervangen kan worden door een
waarschuwingsschot, blijft slechts achterwege, wanneer de omstandigheden de
waarschuwing niet toelaten.
Lid 2. Een waarschuwingsschot moet op zodanige wijze worden gegeven, dat gevaar voor
personen of zaken zoveel mogelijk worden vermeden.

Toevoeging:
De waarschuwing bestaat uit 2 onderdelen:
• het bevel: “Laat vallen dat vuurwapen” en
• de handeling, “Of ik schiet”!
of: “Halt politie!. Staan blijven of ik schiet”.
Het bevel: “Staan blijven”.
De handeling: “Of ik schiet”.
• Strafbaar stelling:
Niet voldoen aan het bevel is strafbaar; art. 184 Sr. lid 1 eerste deel.
Hij die opzettelijk niet voldoet aan een bevel of vordering, krachtens wettelijk
voorschrift .
(Art. 10a Ambtsinstructie is zo’n wettelijk voorschrift) gedaan door een ambtenaar met
de uitoefening van enig toezicht belast of door een ambtenaar belast met of bevoegd
verklaard tot het opsporen of onderzoeken van strafbare feiten (….).
Het waarschuwingsschot valt zowel onder ‘aanwenden van geweld’ als ‘gebruik van
het vuurwapen’.
• Recentelijk zijn er 2 collega’s veroordeeld voor poging doodslag, zonder oplegging
straf. Ze schoten rechtmatig maar hadden in beide gevallen alleen gewaarschuwd
met: “Blijf staan of laat vallen dat wapen”. Het meest essentiële onderdeel: “of ik
schiet”, hadden ze niet gezegd. Artikel 7 (schieten) was rechtmatig, maar aan artikel
10b (waarschuwen) was niet volledig voldaan. Ze konden zich niet (volledig)
beroepen op een wettelijk voorschrift.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Art. 12a Pepperspray. Wanneer mag je pepperspray gebruiken?

A

Lid 1. Het gebruik van Pepperspray is slechts geoorloofd:
a. om een persoon aan te houden ten aanzien van wie redelijkerwijs mag worden
aangenomen dat hij een voor onmiddellijk gebruik gereedzijnd wapen bij zich heeft en
dit tegen een persoon zal gebruiken;
b. om een persoon aan te houden die zich aan zijn aanhouding, voorgeleiding of andere
rechtmatige vrijheidsbeneming tracht te onttrekken of heeft onttrokken;
c. ter verdediging tegen of voor het onder controle brengen van agressieve dieren.
Lid 2. Pepperspray wordt niet gebruikt bij:
a. mensen die zichtbaar jonger zijn dan 12 jaar of ouder dan 65 jaar zijn;
b. vrouwen die zichtbaar zwanger zijn;
c. mensen die zichtbaar lijden aan ademhaling - of andere ernstige
gezondheidsstoornissen;
d. groepen personen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Art.12b Waarschuwing gebruik pepperspray

A

De ambtenaar waarschuwt onmiddellijk voordat hij gericht pepperspray zal gebruiken met
luide stem of op andere niet mis te verstane wijze dat pepperspray gebruikt zal worden,
indien niet onverwijld het gegeven bevel wordt opgevolgd. Deze waarschuwing blijft
achterwege indien de omstandigheden de waarschuwing redelijkerwijs niet toelaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Art.12c Toepassing pepperspray. Hoe te gebruiken?

A

Pepperspray wordt per geval ten hoogste 2x voor de duur van niet langer dan ongeveer 1
seconde gebruikt en op een afstand van ten minste 1 meter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Artikel 17 Ambtsinstructie. Melden van aangewend geweld

A

Lid 1. De ambtenaar die geweld heeft aangewend, meldt schriftelijk de aard, waaronder het
gebruikte geweldmiddel, en de gevolgen daarvan en mondeling de feiten en
omstandigheden, waaronder de redenen die tot het aanwenden van geweld hebben
geleid, zo spoedig mogelijk aan de hulpofficier van justitie die krachtens aanwijzing is
belast met de registratie van aangewend geweld.

Lid 2. Indien de ambtenaar die geweld heeft aangewend, onder leiding van een ter plaatse
aanwezige meerdere heeft opgetreden en geweld heeft aangewend na diens
uitdrukkelijke last, geschiedt de melding, bedoeld in lid 1, door deze meerdere. De
ambtenaar verstrekt de hulpofficier van justitie, bedoeld in lid 1, desgevraagd de
nodige inlichtingen.

Lid 3. De melding wordt door de hulpofficier van justitie, bedoeld in lid 1, zo spoedig mogelijk
geregistreerd op een daartoe door Onze Minister vastgestelde wijze, indien:
a. het aanwenden van geweld de dood dan wel lichamelijk letsel van meer dan geringe
betekenis heeft veroorzaakt;
b. gebruik is gemaakt van een vuurwapen, of het aanwenden van geweld naar het
oordeel van de hulpofficier van justitie daartoe aanleiding geeft.

Lid 4. Van de geweldsregistratie wordt terstond kennis gegeven aan:
a. Onze Minister, indien het geweld is aangewend door de korpschef of een krachtens
artikel 28, derde lid, van de Politiewet 2012 aangewezen lid van de leiding van de
politie;
b. de korpschef, indien het geweld is aangewend door een andere ambtenaar van
politie als bedoeld in artikel 2, onder a of c, van de Politiewet 2012, die is
aangesteld voor de uitvoering van de politietaak;
c. de commandant van de Koninklijke marechaussee, indien het geweld is
aangewend door een militair bij de uitvoering van diens in de Politiewet 2012
omschreven taak;
d. de directeur van de rijksrecherche, indien het geweld is aangewend door een
ambtenaar van de rijksrecherche die is aangesteld voor de uitvoering van de
politietaak.

Lid 5. De hulpofficier van justitie geeft de ambtenaar die geweld heeft aangewend, alsmede,
indien van toepassing, de meerdere die de last tot het aanwenden van geweld heeft
gegeven zo spoedig mogelijk kennis van de geweldsregistratie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Fouillering en handboeien

Art. 20 Wijze van onderzoek.

A

Lid 1. Het onderzoek aan de kleding, bedoeld in artikel 7, lid 3, van de Politiewet 2012,
en het onderzoek aan de kleding van een te vervoeren persoon, bedoeld in lid 4 van
dat artikel, geschiedt door het oppervlakkig aftasten van de kleding en wordt zo veel
mogelijk uitgevoerd door een ambtenaar van hetzelfde geslacht als degene die aan
het onderzoek wordt onderworpen.

Lid 2. Als de ambtenaar bij het onderzoek, bedoeld in art. 7 lid 3 Politiewet 2012, of bij het
onderzoek, bedoeld in lid 4, ten behoeve van het vervoer van een persoon,
voorwerpen aantreft die een gevaar kunnen vormen voor de veiligheid van de
betrokkene of anderen, neemt hij die voorwerpen in bewaring.

17
Q

Fouillering en handboeien

Art. 21 Schriftelijke melding onderzoek. Meldingsplicht veiligheidsfouillering.

A

De ambtenaar die een onderzoek aan kleding of voorwerpen heeft uitgevoerd als bedoeld in
artikel 7, lid 3, van de Politiewet 2012, meldt dit onverwijld schriftelijk aan de meerdere onder
vermelding van de redenen die tot dit onderzoek hebben geleid.

18
Q

Art. 22 Voorwaarden gebruik handboeien. Het aanleggen van handboeien.

A

Lid 1. De ambtenaar kan een persoon die rechtens van zijn vrijheid is beroofd, ten behoeve
van het vervoer, handboeien aanleggen.

Lid 2. De maatregel, bedoeld in het 1e lid, kan slechts worden getroffen, indien de feiten of
omstandigheden dit redelijkerwijs vereisen met het oog op gevaar voor ontvluchting,
dan wel met het oog op gevaar voor de veiligheid of het leven van de persoon, die
rechtens van zijn vrijheid is beroofd, van de ambtenaar of van derden.

Lid 3. De genoemde feiten of omstandigheden hierboven genoemd ( 2e lid) kunnen slechts
gelegen zijn in:
a. de persoon die rechtens van zijn vrijheid is beroofd, of
b. de aard van het strafbare feit op grond waarvan de vrijheidsbeneming heeft
plaatsgevonden, een en ander in samenhang met de wijze waarop en de situatie
waarin het vervoer plaatsvindt.

Toevoeging:
• Lid 1 heeft het over dat handboeien mogen worden gebruikt t.b.v. vervoer. Dit
betekent dat elk ander gebruik van de handboeien in principe niet is toegestaan.
Vervoer is letterlijk van de ene naar de andere plaats brengen, dus ook van de cel
naar een verhoorruimte (let goed op lid 2).
Volgens de Nationale ombudsman dienen handboeien niet in een cellencomplex
gebruikt te worden. Slechts indien een betrokkene zichzelf of anderen letsel
toebrengt of gevaar voor het leven van hemzelf of dat van anderen oplevert zouden
handboeien gebruikt mogen worden.
• Lid 2 heeft het over gevaar voor ontvluchting, dus een verdachte die probeert weg te
komen. Verder heeft lid 2 het over gevaar voor de veiligheid (of leven). Veiligheid is
een heel rekbaar begrip. Iemand met een vlakke hand in het gezicht slaan is niet
veilig. Iemand die even tevoren een zelfmoord wilde plegen is niet veilig. Een
dronken, recalcitrant persoon die mensen lastig valt is niet veilig. Je moet wel goed
omschrijven waarom het volgens jou niet veilig is.
• Lid 3 zegt dat gevaar voor ontvluchting of veiligheid (of leven) uit lid 2 gelegen moet
zijn in de persoon of het strafbare feit.
• In de persoon gelegen betekent dat als hij in het verleden vaker is weggevlucht is of
verzet heeft gepleegd, hij ook als hij zich een keer netjes gedraagt in de handboeien
mag.
• In de aard van het feit betekent dat het gepleegde feit ernstig (niet veilig is) zoals
mishandeling of straatroof. Niet de diefstal een pakje kaas in de supermarkt.

19
Q

Art. 23 Schriftelijke melding gebruik handboeien. Meldingsplicht aanleggen
handboeien.

A

De ambtenaar die gebruik heeft gemaakt van handboeien als bedoeld in artikel 22 lid 1,
meldt dit onverwijld schriftelijk aan de meerdere, onder vermelding van de redenen die tot
het gebruik van handboeien hebben geleid.

Toevoeging:
• Dus niet alleen een kruisje in een pv maar ook de redenen die hebben geleid tot het
gebruik van de handboeien.

20
Q

Wettelijke strafuitsluitingsgronden
Strafrecht
Art. 40 Overmacht

A

Niet strafbaar is hij die een feit begaat waartoe hij door overmacht is gedrongen.
(elke kracht, dwang of drang waaraan men geen weerstand kan bieden)

21
Q

Wettelijke strafuitsluitingsgronden
Strafrecht
Art. 41 Noodweer

A

Lid 1. Niet strafbaar is hij die een feit begaat, geboden door de noodzakelijke verdediging
van eigen of eens anders lijf, eerbaarheid of goed tegen ogenblikkelijke,
wederrechtelijke aanranding.

Lid 2. Noodweer-exces
Niet strafbaar is de overschrijding van de grenzen van noodzakelijke verdediging,
indien zij het onmiddellijk gevolg is geweest van een hevige gemoedsbeweging,
door de aanranding veroorzaakt.

Toevoeging:
• Belangrijk is hierbij dat dit alleen kan ontstaan als er sprake is (geweest) van
noodweer.
• Van putatief noodweer is sprake wanneer men verschoonbaar dwaalt over het
bestaan van een noodweersituatie. Iemand kan een beroep op putatief noodweer
doen als omstandigheden aannemelijk zijn geworden die hem redelijkerwijs
aanleiding konden geven te veronderstellen dat hij zelf of een ander wordt
aangevallen.

22
Q

Wettelijke strafuitsluitingsgronden
Strafrecht
Art. 42 Wettelijk voorschrift

A

Niet strafbaar is hij die een feit begaat ter uitvoering van een wettelijk voorschrift.

23
Q

Wettelijke strafuitsluitingsgronden
Strafrecht
Art. 43 Ambtelijk bevel

A

Lid 1. Niet strafbaar is hij die een feit begaat ter uitvoering van een ambtelijk bevel,
gegeven door het daartoe bevoegde gezag.
Lid 2. Een onbevoegd gegeven ambtelijk bevel heft de strafbaarheid niet op, tenzij het
door de ondergeschikte te goeder trouw als bevoegd gegeven werd beschouwd en
de nakoming daarvan binnen de kring van zijn ondergeschiktheid was gelegen.