Anatomie Flashcards

(59 cards)

1
Q

Neocortex

A

Het “denkende” brein, voor waarneming, beweging, taal, redeneren en abstract denken, Neoniveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Limbisch brein

A

Het emotionele brein, Paleoniveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Reptielenbrein

A

Het instinctieve brein, Archiniveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Frontale kwab

A

De frontale kwab is voor de bewegingen maar ook voor de zelfbeheersing, sociaal gedrag, spraak (Broca) en het geheugen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Temporale kwab

A

Aan de zijkant, voor het organiseren en indelen van zintuiglijke informatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Parietale kwab

A

Achter de frontale kwab, gevoelsinformatie (pijn, gevoel, warm/koud)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Occipitale kwab

A

Achterhoofdskwab, verwerkt informatie die belangrijk is voor het zien. Achter op je hoofd, boven de kleine hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Linker Hemisfeer

A

De linkerhersenhelft, Logisch denken en tekst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Rechter hemisfeer

A

De rechterhersenhelft, globaal denken, Intuitie en de emoties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ventrikels

A

Hersenkamers, de hersenen hebben er hier 4 van.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Cerebrum

A

De grote hersenen, zorgt voor de verwerking van signalen in de zenuwen en de motorische informatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Cerebellum

A

De kleine hersenen, zorgen voor coordinatie van spieractiviteit, balans en spierspanning. Speelt een rol bij de aandacht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Corpus Calossum

A

De Hersenbalk, verbind beide hersenhelften en zorgt voor de uitwisseling van informatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Medula Spinalis

A

Het ruggenmerg, is de informatiesnelweg van het lichaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bulbus, Bulber

A

Hersenstam, Verbind de grote en kleine hersenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Mesencephalon

A

Bovenste deel hersenstam, Middenhersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Pons

A

Brug, ookwel het middelste deel vd stam, verbinding tussen de grote en kleine hersenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Medulla Oblongata

A

Onderste deel vd stam, verbindt de stam met het ruggenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Diencephalon

A

Tussenhersenen, ligt bovenop de hersenstam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Thalamus

A

Overdracht zintuiglijke prikkels met uitzondering van ruik, ligt in de diencephalon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hypothalamus

A

Regulatie van lichaamsfuncties zoals de lichaamstemperatuur maar ook eten en drinken, ligt in de diencephalon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Basale ganglia

A

Ringvormige structuur onder de schors rondom de thalamus, subcorticaal, vooral verbinding met de frontaalkwab, start een beweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

(Cerebrale) Cortex

A

Hersenschors, ontvangt informatie, analyseert en intrepreteert deze. Dit wordt omgezet in gedachtes etc.

Buitenste laag vd hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Subcorticale structuren

A

Gebieden die onder de hersenschors liggen

25
Gyri
Randjes op de oppervlakte van het brein (hobbels)
26
Sulci
Lichte groef op de oppervlak van de hersenen
27
Fissuren
Grote groeven die de kwabben scheiden
28
Centrale groeve
Scheidt de frontale kwab met de Parietale kwab
29
Laterale Sulcus
Ook wel de groeve van Sylvius, scheidt de temporale kwab van de frontale en parietale
30
Homunulcus
Gebied waar indrukken worden samengevat, representatie van lichaamsdelen in de cortex van de hersenen. Heeft 2 gebieden, Motoriek (Rood) en Sensorisch (Blauw)
31
Hersenzenuwen
Een mens heeft 12 hersenzenuwen, die informatie doorgeven
32
Ruggenmergzenuwen
Ontspringen aan het ruggenmerg, 2 soorten: Sensibel (Zintuigen naar ruggenmerk en hersenen), Motorisch (Prikkels van hersenen naar spieren)
33
Motorisch
Het vermogen om te bewegen
34
Sensorisch
Zintuiglijk
35
Afferent
Prikkels gaan van Perifeer naar Centraal zenuwstelsel
36
Efferent
Prikkels gaan van Centraal naar perifeer zenuwstelsel
37
Centraal zenuwstelsel
Hersenen, Stam en Ruggenmerg
38
Perifeer zenuwstelsel
Alle zenuwbanen buiten Centrale stelsel
39
Axon
Zenuwvezel
40
Somatisch zenuwstelsel
Controle, Stuurt de spieren aan zodat we kunnen bewegen en praten
41
Autonoom zenuwstelsel
Geen controle, automatische processen zoals ademen
42
Sympatisch
Actie bij stress (Fight, Flight, Freeze)
43
Parasympatisch
Energie besparen bij rust (Rest and Digest)
44
Piramidale systeem
Verzameling axonen van Hersenschors tot ruggenmerg, zorgt voor de fijne en willekeurige motoriek
45
Extra piramidale systeem
Alle hersendelen buiten de piramidebaan, zorgt voor uitvoering geplande beweging, regulering van spieren: tonus, balans, coordinatie -> Basale ganglia (Start beweging) en Cerebellum (Precieze, specifieke)
46
Het cranium
Schedel
47
Neurocranium
Schedel rondom je hersenen
48
Viscerocranium
Schedel rondom de mond- en keelholte
49
Hersenvliezen
Meninges, omhullen de grote hersenen, veel zenuweinden. Er zijn 3 soorten: Hard (dura mater) Spinnenweb (arachnoides) Zacht (pia mater)
50
Liquor, Cerebrospinale Vloeistof
Hersenvocht, belangrijk voor de afvoer van stoffen, beschermt tegen schokken. Kleurloze vloeistof in de hersenkamers en tussen de hersenvliezen.
51
Welke bloedvaten zijn verantwoordelijk voor de bloedtoevoer naar de grote hersenen?
Arteria cerebri anterior, binnenkant beide hemisferen Arteria cerebri media , buiten+midden Arteria cerebri posterior, achter
52
Arteria vertebralis
2 kleine wervelslagaderen achterin de hals
53
Arteria Carotis
2 grote halsslagaderen voorin de hals. Interna gaat naar de hersenen, externa naar de aangezichtsspieren
54
Witte stof
Communicatie tussen zenuwcellen
55
Grijze stof
Verwerken van informatie
56
Homeostase
Het intact houden van het interne mileu
57
Contra Lateraal
Overstaande zijdes
58
Hoeveel zenuwen heb je in het perifere zenuwstelsel?
12 hersenzenuwen | 31 paar ruggenmergzenuwen
59
Wat zorgt voor de bescherming en de voeding van het brein?
Schedel, Hersenvliezen, Hersenvocht en Bloedtoevoer