Anatomie Flashcards
(35 cards)
Anatomische benaming voor bekken?
Pelvis
Anatomische benaming voor zitbeen
Os ischium
Anatomische benaming voor Schaambeen
Os pubis
Benoem de assen doe ze denkbeelding voor met bewegingen
Longinutale as - sagitale vlak (bewegingen)
Sagitale as - longinutale as
Benoem de drie botten van het heup gewricht (ossa coxea) met twee belangrijke botpunten in de heup
Os ilium = Darmbeen Os ischii = zitbeen Os coxea = heubbeen Os pubis = schaambeen Sacrum = heiligbeen Os coccygis = stuitje
Hoe heet het bindweefsel structuur die de os pubis aan elkaar verbied?
symphisis pubica
Wat is de origo van de meeste hamstrings?
tuber ischiadicum
Tegen ossa coxea met de belangrijke botpunten
os coxae os illium os coccygis sacrum syphysis pubica
Tegen de bovenkant van het femur doorsaal aanzicht met de belangrijke botpunten
Trochantor major trochantor minor capitis fovea critsa intertrochantica fossa trochantica collem caput femoris tuberositas glutea
Benoem de anteflexoren van de heup
M. Rectus femoris
M. Sartorius
M. Illiopsoas
Innovatie: N. Femoralis
Wat is de origo, insertie en beweging van de Rectus femoris
Origo: Spina iliaca anterior inferior
insertie: Tuberiositas tibiea (lig Patella)
Beweging: Extentie van de knie
N Femoralis
Benoem de lijnen op het femur en teken ze
Linea aspera
Linea pectinea
Lina intertrochaniterica
Waar bestaat de quadriceps femoris uit (spieren), benoem de insertie en origo van alle spieren en de bewegingen
M. Rectus femoris: Origo: SIAI Insertie: Tuberiositas tibeau
M Satorius: Origo: SIAS insertie: Pens anserinus superfisicalis
M Vatus medialis: Origo Linea aspera insertie: Tuberositats
M vatus laterals: Origo: Linea aspera insertie:
Tuberositats
N Femoralis
Welke adductor word niet door N. obatoris geinnerveert
M pectineus - N Femoris
Wat is de origo van alle adductoren?
Foramen obtatoruim
Wat is de insertie van M. Pectineus, M Aductor longus, Adductor Brevis en Magnus
Linea aspea (allemaal) Linea pectinea (pectineus) Epicondylus medialis ook voor magnus
Welke adductoren maken bij 80 graden flexie ook exorotatie
Aductor longus en brevis
Biceps femoris bestaat uit twee spieren welke en benoem de origo, insertie en innervatie LET OP
Biceps longum: Tuberischadicum insertie: Caput fibulae tibularis
Bicep Breve Origo: Tuberischiaducum, insertie linea asperia N fibularis
Wat is de beweging van Gluteus maximus, let op vezelrichting
Retroflexie, exorotatie, abductie (craniale vezels) adductie (caudale vezel)
Wat is de innervatie van de gluteus maximus
N. Gluteus inferior
Benoem de innervaties van de ventrale spieren, dorsale spieren, glutea regio, adductoren, abductoren en de pelvictrochantor regio
Ventrale spieren: N Femoris
Dorsale spier: N tibilaris (behalve de Biceps brevus n fibularis)
Adductoren: N obtarotius, behalve de M pectineus. N femoris
Glutea: N Gluteus inferior
Pelvictrochantor: Plexus Sacralis
Abductoren: N. Gluteas superior
Benoem het verschil tussen actieve insufficientie en passieve insufficientie
actieve insufficientie: De spier heeft zich maximaal verkort tot de helft van de lengte en kan hierdoor niet meer verder
passieve insufficientie: De spier heeft zich maximaal verlengd en kan niet meer verder
Benoem de ligamenten om het heup gewricht en de remmende werking
Lig. pubofermorale – exorotatie, abductie, retroflexie (onderste)
Lig. ischiofermorale – endorotatie, abductie, retroflexie
lig. iliofemorale superior - exorotatie, Adductie, retroflexie
lig iliofemorale inferior – retroflexie
Benoem de origo, insertie en innervatie van de iliopasos
M Iliopaoas: Origo T12 - S5 + fossa iliaca insertie: Trochantor minor
Iliopaoas betaat uit: psoas major + M iliacus
