AntiDIAbetica Flashcards

(33 cards)

1
Q

Niet-medicamenteuze adviesen DM2

A

niet roken, gezonde voeding, afvallen bij BMI > 25 en voldoende lichaamsbeweging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Werking metformine

A
  • remt de glucoseproductie in de lever
  • verhoogt de perifere gevoeligheid voor insuline.
  • verminderd glucose absorptie in darmen
  • Doordat het de insulineproductie niet stimuleert, kan het geen hypoglykemie veroorzaken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer geen/anders metformine voorschrijven?

A
  • Bij nierinsufficientie <30 eGFR (dan aangepaste dosis)
  • <10 eGFR absolute contra-indicatie.
  • Jodiumhoudende contrastvloeistoffen
  • electieve operaties onder algehele anesthesie (stoppen dag voor onderzoek/operatie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bijwerkingen metformine

A
  • Diarree (braken/misselijk)
  • Lactaatacidose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer verhoogd risico lactaatacidose bij metformine

A
  • Nierinsufficientie
  • leverinsufficientie
  • hartfalen
  • ernstige hypoxemie (COPD/sepsis)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Vb SU derivaat kortwerkend

A

tolbutamide
gliclazide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

vb SU derivaat langwerkend

A

glibenclamide
glimepiride

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke SU derivaat is eerste keus?

A

Gliclazide (kleinste kans op hypoglykemie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Werking SU derivaat

A

stimuleren onafhankelijk van de glucoseconcentratie de afgifte van insuline uit bètacellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bijwekingen SU derivaat

A
  • hypoglykemie (vooral bij langwerkende en bij verminderde nierfunctie) maar ook bij onregelmatige voedselintake/ intenste lichamelijke belasting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hypoglykemie (<4) effect adrenerge systeem symptomen:

A
  • tachycardie
  • zweten
  • onrust
  • tremoren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hypoglykemie met tekort glucose hersenen= neuroglycopene verschijnselen:

A
  • dysartrie
  • dubbelzien
  • hoofdpijn
  • concentratiestoornissen
  • verwardheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Behandeling lichte verschijnselen hypoglykemie

A

toediening van koolhydraten of glucose per os.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Behandeling hypoglykemie bij verlaagd bewustzijn

A
  • glucose-oplossing intraveneus gegeven OF
  • 1 mg glucagon subcutaan/ intramusculair
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

interactie SUderivaat

A

Betablokkers–> maskeren beginsymptomen hypoglykemie en herstel hypo vertragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

vb SGLT2 remmer

A

dapagliflozine

17
Q

Werking SGLT2 remmer

A
  • blokkeren de natriumglucose-cotransporter 2 in de nieren
  • wat leidt tot uitscheiding van glucose met de urine
18
Q

Indicatie SGLT2 remmers

A
  • kan als monotherapie als metformine onvoldoende werkt
  • gunstig effect HVZ en chronische nierschade (dus kan ook hiervoor zonder DM2)
19
Q

Bijwerkingen SGLT2 remmer

A
  • Euglycemische diabetische ketoacidose (EDKA) (suiker <14)
20
Q

Hoe ontstaat EDKA bij SGLT2 remmer

A

SGLT2-remmers verlagen de bloedglucose via uitscheiding in de urine, wat insuline vermindert en ketogenese stimuleert. Hierdoor schakelt het lichaam over op vetverbranding, terwijl de bloedglucose normaal tot licht verhoogd blijft.

21
Q

vb Kortwerkende insuline

A

humaline regular/actrapid
insuman rapid

22
Q

Eigenschappen kortwerkende insuline

A
  • licht vertraagde resorptie door subcutane hexameer vorming.
  • toediening 30 min voor maaltijd
  • piekwerking 2-3 uur na injectie
  • werkingsduur 6-8 uur
23
Q

vb snelwerkende insuline-analoog

A
  • aspart (novorapid)
  • glulisine (apidra)
  • Lispro (humalog)
24
Q

Eigenschappen snelwerkende insuline-analoog

A
  • snellere resoprtie doordat het als mono/dimeer subcutaan terecht komt.
  • toediening direct voor/tijdens/na maaltijd toedienen
  • piekwerking op 45-90 min, werkingsduur 4-5 uur
25
vb (middel) langwerkende NPH-insuline
- humaline NPH/ isogane insuline - insulatard - insuman Basal
26
Eigenschappen (middel)langwerkende NPH-insuline
- piekwerking 4-8 uur, werkingsduur totaal 12-16 uur - meestal tussen avondeten voor het slapengaan,
27
vb langwerkende insuline-analoog
Glargine (Lantus)
28
Werking langwerkend insuline/ glargine
- toediening net voor het slapen gaan - werkingsduur 24 uur of langer - stabiele spiegel
29
Wat is humane mix-insuline
vb humaline NPH 30/70. - bifasische mix van kortwerkend en NPH insuline. - toedoening 30 min voor ontbijt en avondeten
30
Wat is analoge mix-insuline
- een bifasische mix van snelwerkende insuline-analoog + protamine gebonden aan snelwerkende insuline-analoog. - Deze vorm van insuline dient direct voor het ontbijt en voor de avondmaaltijd te worden ingespoten
31
vb analoge mix-insuline
- Aspart/ aspart protamine (NovoMix 30,50 of 70) - Lispro/lispro protamine (Humalog Mix 25/75, 50/50).
32
Wat is hypoglycaemia unawareness
Als de pt hypoglykemieën niet goed voelt aankomen
33