Apprendre 9 Zinnen Flashcards

(10 cards)

1
Q

Elle participera à un programme d’échange.

A

Ze zal meedoen aan een uitwisselingsprogramma.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

J’écris ce mail pour me présenter

A

Ik schrijf deze e-mail om me voor te stellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Je voudrais améliorer mon niveau d’anglais.

A

Ik zou graag mijn niveau van het engels willen verbeteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ce n’est pas la première fois que je vais à l’étranger.

A

Het is niet de eerste keer dat ik naar het buitenland ga.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

J’ai très envie de te montrer mon pays.

A

Ik heb veel zin om je mijn land te laten zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

L’échange aura lieu au mois de septembre.

A

De uitwisseling zal plaatsvinden in de maand september.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Au collège, j’ai fraçais depuis trois ans.

A

Op school heb ik sinds 3 jaar frans.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Tu peux me parler de tes camarades de classe.

A

Kun je me vertellen over je klasgenoten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

J’adore voyager

A

Ik ben dol op reizen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

J’espère qu’on s’entendra bien.

A

Ik hoop dat wij het goed met elkaar zullen kunnen vinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly