Arbeidsmarkt Flashcards
(79 cards)
1
Q
about
A
over
2
Q
desired profession
A
gewenste beroep
3
Q
sketch drawing
A
schets tekenen
4
Q
sew
A
naaien
5
Q
of course
A
natuurlijk
6
Q
working conditions
A
werkomstandigheden
7
Q
independent
A
onafhankelijk
8
Q
requirements
A
eisen
9
Q
translate
A
vertalen
10
Q
master
A
meester
11
Q
circumstances
A
omstandigheden
12
Q
characteristics
A
eigenschappen
13
Q
competences
A
competenties
14
Q
mention
A
noemen
15
Q
communication skills
A
communicatieve vaardigheden
16
Q
proactive
A
proactief
17
Q
attractive
A
aantrekkelijk
18
Q
accurate
A
nauwkeurig
19
Q
neatly
A
netjes
20
Q
patient
A
geduldig
21
Q
up-to-date
A
actueel
22
Q
spirit
A
geest
23
Q
fulfill
A
vervullen
24
Q
gain
A
opdoen
25
choice
voorkeur
26
consult
overleggen
27
gather
vergaderen
28
work letters
werkbriefjes
29
report
verslagje
30
colleagues
vakgenoten
31
reasons
redenen
32
indicate
aangeven
33
explain
uitleggen
34
trust
vertrouwen
35
formal
formeel
36
hierarchical
hiërarchisch
37
collectively
gezamenlijk
38
decided
besloten
39
smile
de glimlach
40
often
vaak
41
back then
toen
42
mostly
meestal
43
recommendation
de aanbeveling
44
approved
goedgekeurd
45
negotiation
onderhandeling
46
execution
de uitvoering
47
proposal
het voorstel
48
news
nieuws
49
I watch news in internet
Ik kijk het nieuws in internet
50
very
heel, zeer
51
you are lucky
je hebt geluk
52
preposition
het voorzetsel
53
tomorrow
morgen
54
he is crasy about cars
hij is gek op auto's
55
heavy accent
zwaar accent
56
both
beide
57
accent
het accent
58
diaper
de luier
59
for (reason)
wegens
60
promote
bevorderen
61
at least
minstens
62
although
hoewel
63
because
want
64
because
omdat
65
so that
zodat
66
after
nadat
67
before that
voordat
68
because
doordat
69
as
als
70
then
toen
71
when
wanneer
72
while
terwijl
73
since
sinds
74
once
zodra
75
provided that
mits
76
unless
tenzij
77
therefor
daarvoor
78
event
het evenement
79
there is an event this week
Er is een evenement deze week
