KNS extra English - Dutch Flashcards
(165 cards)
1
Q
who
A
wie
2
Q
how
A
hoe
3
Q
where
A
waar
4
Q
when
A
wanneer
5
Q
how much
A
hoeveel
6
Q
why
A
waarom
7
Q
because
A
omdat
8
Q
yesterday
A
gisteren
9
Q
singular
A
het enkelvoud
10
Q
plural
A
het meervoud
11
Q
hedgehog
A
de egel
12
Q
prickle
A
de stekel
13
Q
hill
A
de heuvel
14
Q
there
A
daar
15
Q
whose
A
van wie
16
Q
waching-up
A
de afwas
17
Q
link verb
A
het koppelwerkwoord
18
Q
noise
A
het lawaai
19
Q
near
A
naast
20
Q
what … with
A
waarmee
21
Q
preposition
A
het voorzetsel
22
Q
scourer
A
de schuurspons
23
Q
for
A
tot
24
Q
angry
A
boos
25
thing
de zaak
26
exam
het tentamen
27
condition
de voorwaarde
28
if
als
29
number
het getal
30
numbers
getallen
31
town
de stad
32
language
de taal
33
programme
het programma
34
bus
de bus
35
country
het land
36
soup
de soep
37
chapter
het hoofdstuk
38
film
de film
39
teacher
de leraar
40
peace
de vrede
41
nasty
vies
42
hate
de hekel
43
hate
een hekel aan iem. hebben
44
to name
noemen
45
teacher
de docent
46
school
de school
47
bycycle
de fiets
48
break
de pauze
49
flat
de flat
50
room
de kamer
51
heater
de kachel
52
remember
onthouden
53
definite
bepaald
54
article
het lidwoord
55
moustache
de snor
56
indefinite
onbepaald
57
mistake
de vergissing
58
car
de auto
59
chase
jagen
60
catch
vangen
61
freckle
het sproetje
62
ending
de buiging
63
summer
de zomer
64
milk
de melk
65
water
het water
66
daylight
het daglicht
67
clear
helder
68
oral
mondeling
69
bread
het brood
70
mathematics
de wiskunde
71
friend
de vriend
72
stockings
kousen
73
adjective
bijvoeglijk naamwoord
74
smell
ruiken
75
exclamation
de uitroep
76
torn
gescheurd
77
fish
de vis
78
drawer
de la
79
rise
de rijst
80
disappear
verdwijnen
81
shrunken
gekrompen
82
beefsteak
de biefstuk
83
false
vals
84
ugly
lelijk
85
dirty
vies
86
spot
de vlek
87
bundle
de bos
88
tv
de tv
89
handkerchief
de zakdoek
90
the same length
even lang
91
just as tall as
net zo groot als
92
the same size as
even groot als
93
somewhat / slightly larger than
iets / wat groter dan
94
tiresome
vermoeiend
95
geography
de aardrijkskunde
96
disaster
de ramp
97
nowhere
nergens
98
somewhere
ergens
99
barely, hardly
nauwelijks
100
constitution
de Grondwet
101
self-determination
het zelfbeschikkingrecht
102
unchaste (непристойний)
onkuis
103
привабливий
uitnodigend
104
expert
de deskundige
105
redirect
doorverwijzen
106
additional
aanvullend
107
simple
eenvoudig
108
help
bevorderen
109
recovery
het herstel
110
referral
de verwijsbrief
111
mental
geestelijk
112
emergency
het noodgeval
113
dental
tandheelkundig
114
expact
verwachten
115
supervision
de begeleiding
116
need
de behoefte
117
nursing
de verpleging
118
consultation
het overleg
119
next
naast
120
environment
de omgeving
121
can go
terecht kan
122
grant
verlenen
123
demonstrate (evidence)
bewijzen
124
pay extra
bijbetalen
125
allowance
de tegemoetkoming
126
supervisory body
de toezichthouder
127
theft
de diefstal
128
crime
de misdaad
129
report
de aangifte
130
qualified
bevoegd
131
traffic control measures
verkeersmaatregelen
132
nuisance
de overlast
133
social
maatschappelijk
134
joke
het grapje
135
philosophy of life
de levensovertuiging
136
determine
bepalen
137
view
de opvatting
138
manners
gewoonten
139
die
omkomen
140
hurt
kwetsen
141
partially
gedeeltelijk
142
behavior
het gedrag
143
governance
het bestuur
144
court ruling
het rechtsoordeel
145
determine
vaststellen
146
penalized
bestraft
147
apply only
gelden pas
148
branch
de tak
149
county council
het provinciebestuur
150
beat
slaan
151
commit
plegen
152
govern
besturen
153
implement
uitvoeren
154
tax assessment
de belastingaanslag
155
establish
vaststellen
156
collected
geïnd
157
decrease
afnemen
158
explanation
de uitleg
159
interests
belangen
160
recognize
erkennen
161
additional
aanvullend
162
requirement
de eis
163
chess club
de schaakvereniging
164
scatter
strooien
165
biscuit rusk
de beschuit
