Argumenten van Boonstra Flashcards

(20 cards)

1
Q

Afspiegelingsargument

A

(niet) geloofwaardig, (niet) levensecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

abstraheringsargument

A

de werkelijkheid zo veranderen dat het symbolisch word

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

engagementsargument

A

(geen) betrokkenheid tot de actualiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

moreel argument

A

(geen) morele boodschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

emotioneel argument

A

wel/geen emoties opgewekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

identificatieargument

A

jezelf wel/niet herkennen in een werk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

didactisch argument

A

het verrijkt je kennis of ervaring (niet)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

expressief argument

A

de persoonlijkheid van de auteur komt naar boven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

intentioneel argument

A

expliciete/impliciete bedoelingen van de auteur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

argument van de auteurspoëtica

A

de opvattingen van de auteur over literatuur komen naar boven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

compositorisch argument

A

structuur, wel/geen samenhang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

stilistisch argument

A

stijl, humor, taalgebruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

originaliteitsargument

A

wel/niet origineel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

traditieargument

A

zet wel/geen traditie verder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

relativiteitsargument

A

binnen bepaalde reeks wel/niet waardevol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

afspiegelingsargument, abstraheringsargument, engagementsargument, moreel argument

A

Het litteraire werk in relatie tot de werkelijkheid

17
Q

emotioneel argument, identificatieargument, didactisch argument

A

Het litteraire werk in relatie tot de lezer

18
Q

expressief argument, intentioneel argument, argument van de auteurspoëtica

A

Het litteraire werk in relatie tot de auteur

19
Q

compositorisch argument, stilistisch argument

A

Het litteraire werk als autonoom geheel

20
Q

originaliteitsargument, traditieargument, relativiteitsargument

A

Het litteraire werk in relatie tot andere litteraire werken