Griekse tragedie woordenschat Flashcards
(17 cards)
dithyrambe
lofzang voor de god Dionysos
wet van de 3 eenheden
- eenheid van handeling
- eenheid van tijd
- eenheid van plaats
catharsis
= loutering. Catharsis heeft een zuiverend effect: De kijker die meeleeft met de held, hij voelt spanning tussen vrees en medelijden.
Kothurnen
toneellaarzen
Parodos
de opkomst van het koor. Het koor komt al zingend, in marstempo op.
exodus
Aftocht van het koor -> het koor heeft altijd het laatste woord. Het koop loopt al zingend en in marstempo af.
anagnorisis
Het personage komt tot belangrijk inzicht over zijn/haar situatie.
peripetie
De beslissende wending van het verhaal.
stichomythie
Dialoog waarbij sprekers snel afwisselen door om de beurt een vers te maken.
treurzang
= kommos. Lied gezongen door het koor over de tragiek van het leven, het wordt vaak gezongen na de dood van een personage.
Dramatische ironie
Het publiek weet meer dan de personages.
Bodeverhaal
Wanneer de bode opkomt. De monoloog waarin een bode vertelt wat er zich buiten het gezichtsveld heeft afgespeeld.
Hybris
Hoogmoed, overdreven trots
Nemesis
Nemesis is de godin van wraak. Nemesis volgt na hybris, het bestraft hybris.
Thymele
Altaar van de verering van Dionysos.
Ekkyklèma
Rollend platform om scènes die zich buiten het gezichtsveld hebben afgespeeld te tonen (bv. na een gevecht tonen ze een lijk).
mèchanè
Een hijskraan die gebruikt werd om en deus ex machina op te voeren.