B1 Napoleon Bonaparte Flashcards
(35 cards)
NAPOLEON BONAPARTE
1769-1821
Vanwaar de populariteit van Napoleon?
4 kennen
Vrede is verzekerd
Gevluchte adel en clerus keren terug
Ambtenaren uit alle lagen van de bevolking
Steun katholieke kerk: concordaat met de paus
- erkenning katholicisme als godsdienst van meerderheid
(geen staatsgodsdienst)
- geestelijken zweren trouw aan Franse grondwet
- clerus wordt betaald door de staat
Vrede met buitenlandse vijanden
Bloei economie
Uitbouw telegraaf, post, wegenaanleg, urbanisatie, uniformisering rechtsregels en meeteenheden
Napoleon als alleenheerser
Sterk centralistisch bestuur
Geheime politie
Uitschakeling vijanden (royalisten, radicalen…)
Nepotisme
Luxe hofhouding en keizerlijke allures => Lodewijk XIV
Propaganda
Censuur
Napoleon moderniseert Frankrijk en Europa
toelichten en uitleggen
-Code Civil (burgerlijk wetboek) => uniformisering recht (anti-vrouwen)
- Juridische gelijkheid
- Oprichting burgerlijke stand (geboortes, huwelijken en sterftes)
- Burgerlijk huwelijk is rerchtsgeldige huwelijk
- Uniformisering meeteenheden (meter, liter, kilogram)
- Kadaster
- Rekenhof
- Moderne bestuursindeling (departementen, provincies, kantons, gemeenten)
- Vredegerecht en politierechtbank
- Oprichting Lycea (combinatie klassieke vakken met wiskunde en wetenschappen)
- Urbanisatie en wegenaanleg
continuïteit
voortgang zonder onderbreking
verandering
iets dat anders is geworden
oorzaak
datgene wat een bepaalde omstandigheid of gebeurtenis teweegbrengt.
aanleiding
wat tot gevolg heeft dat iets gebeurt
gevolg (bedoeld/onbedoeld)
Bedoelde gevolgen zijn dat wat voorzien is door de veroorzakers van de gebeurtenis
toeval
een gebeurtenis die vooraf niet te voorzien of te berekenen is geweest
revolutie
plotselinge opstand van het volk die tot een blijvende politieke verandering leidt
perspectief
een punt van waaruit iemand naar iets kijkt of waarneemt
standplaatsgebondenheid
ieders denken en handelen wordt bepaald door de positie die hij of zij inneemt ten opzichte van anderen en door zijn of haar persoonlijke ervaringen
staatsgreep
de bestaande regering (geweldadig) afzetten en de macht grijpen op een niet wettelijk voorziene manier.
consulaat
Een consulaat verleent diensten aan de bevolking
concordaat
verdrag tussen een staat en de paus, met daarin de afspraken over hoe beide partijen elkaar zullen behandelen.
repressie
onderdrukking, de staat gaat actief opzoek naar politieke tegenstanders en schakelt ze uit.
propaganda
het beïnvloeden van mensen om hen te overtuigen van bepaalde (politieke) ideeën, standpunten en/of personen.
censuur
het verbieden van uitlatingen en afbeeldingen voordat ze, bijvoorbeeld in druk, publiek worden gemaakt
satellietstaat
vazalstaat, staat die in theorie onafhankelijk is, maar in de praktijk afhankelijk van een ander land.
handelsembargo
geheel of gedeeltelijk verbod om handel te drijven met een land, bijvoorbeeld als onderdeel van een oorlog.
boycot
Hier: het verbreken van een handelsrelatie met een land.
burgerlijk wetboek
wet bestaande uit diverse boeken die in hoofdzaak de rechtsverhoudingen tussen burgers onderling regelen
Code Civil
het Franse burgerlijk wetboek