Basisboek Begrippen Flashcards
(6 cards)
1
Q
Iijzijde
A
De kant van de berg die uit de wind ligt : er valt weinig neerslag
2
Q
Loefzijde
A
De windkant van een gebergte met veel neerslag
3
Q
Hoogtegordel
A
Plantengroeizone in een gebergte
4
Q
Hypocentrum
A
Plaats diep in de aardkorst waar de aardbeving begint
5
Q
Transforme beweging
A
Het langs elkaar bewegen van platen
6
Q
Afzettingsgesteente / sedimentgesteente
A
Gesteente dat is ontstaan uit materiaal dat door wind, water of ijs is neergelegd