Basisprincipes dialyse Flashcards

1
Q

Verklaar op welke wijze er tijdens de dialysebehandeling gebruik word gemaakt van diffusie

A

Van hoge concentratie naar lage concentratie of gelijk.

Bepaalde stofen worden zo dan verdeeld over gehele ruimte d.m.v concentratiegradient

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verklaar op welke wijze er tijdens de dialysebehandeling gebruik word gemaakt van osmose

A

verplaatsing van deeltjes door hydrostatische druk/ druckverschil.
Stroomrichting van het water loopt dus altijd van een gebied met lage deeltjes naar een gebied met hoge deeltjes.
door de waterverplaatsing proberen beide oplossingen een evenwichtige concentratie te verkrijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verklaar op welke wijze er tijdens de dialysebehandeling gebruik word gemaakt van convectie

A

wanneer water met daarin opgeloste kleine moleculaire deeltjes door ultrafiltratie door de membraan wordt gevoerd. spreek je van convectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verklaar op welke wijze er tijdens de dialysebehandeling gebruik word gemaakt van ultrafiltratie

A

Verplaatsen van vloeistof door een filter d.m.v verschil in druk aan beide zijde van de filter.
Door druk verschil vocht onttrekken
Hoe hoe groter drukverschil-> hoe sneller water door filter/ membraan verplaatst.

(Ultrafiltratie is wanneer de filter of membraan semipermeabel is)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

verklaar waarom een kunstnier selectief d.m.v diffusie en convectie bepaalde stoffen doorlaat door het semi permeable membraan

Gebruik hierbij het begrip molecuulmassa.

A

De grootte van sommigen ionen zijn niet doorlaatbaar.

Een maximale doorlaatbaarheid van een molecuulmassa/molecuulgewicht is 10.000 Dalton molecuulgewicht/molecuulgewicht

Gezien de structuur van de membraan zullen de moleculen deze sneller kunnen passeren naar mate ze kleiner zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn biochemische veranderingen?

A

dat zijn afwijkingen in mineralen en zuurbasen evenwicht van : Natrium, Kalium, Calcium, Fosfaat, Magnesium, Acidose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noem 7 complicaties door biochemische veranderingen

A
  1. Spierkrampen
  2. Hyponatriemie
  3. Hypernatriemie
  4. Hyperkaliemie
  5. Hypokaliemie
  6. Hypercalciemie
  7. Hypocalciemie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

een complicatie bij biochemische veranderingen is
spierkrampen.
Leg uit hoe dit ontstaat.

A

Door snelle ultrafiltratie, veranderingen van de samenstelling van de elektrolyten

Spierkrampen komen minder voor als met hoge natriumconcentratiewordt gedialyseerd.
Maar een hoge natriumconcentratie in dialysaat zorgt weer voor dorst-> dus meerdrinken in het interdialytische interval.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

een complicatie bij biochemische veranderingen is
Hyponatriemie
Leg uit hoe dit ontstaat.

A

als patient in interdyalitische interval meer water dan zout tot zich heeft genomen.

Natrium kan ook laag zijn als er sprake is van hyperosmolariteit/hyperlipidemie

Hyponatriemie treedt ook op bij foutieve samenstelling in de dialysaat met een verminderde natrium gehalte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

een complicatie bij biochemische veranderingen is
Hyperkalemie
Leg uit hoe dit ontstaat.

A

T.g.v

  • dieetfouten
  • weefselafbraak uit wonden
  • metabole acidose.
  • gestuwd afnemen van bloed, waarbij hemolyse optreedt.
  • bij leukocyten en trombocyten komt kalium vrij als er stolsels worden gevormd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

een complicatie bij biochemische veranderingen is
Hypokalemie.
Leg uit hoe dit ontstaat.

A

T.g.v.

  • diarree
  • braken
  • metabole alkalose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

een complicatie bij biochemische veranderingen is
Hypercalciemie
Leg uit hoe dit ontstaat.

A

T.g.v.
- ernstige secundaire hyperparathyreoide waarbij calcium+ fosfaat vrijkomt uit het bot

  • overdosering van calcium tabletten
  • geactiveerd vitamine D
  • of andere oorzaken zoals: ziekte van kahler, maligniteiten met osteolytische bothaarden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

een complicatie bij biochemische veranderingen is
Hypocalciemie
Leg uit hoe dit ontstaat.

A

T.g.v

  • verminderde opname van calcium uit de darm door een tekort aan vitamine D
  • na bijschildklier OK
  • tekort aan parathormoon
  • anti stolling met citraat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat zijn symptomen bij hypocalciemie ?

noem er 4

A
  • spiertrekkingen
  • tetanie
  • insulten- hartritme stoornissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

een complicatie bij biochemische veranderingen is
Hyperfosfatemie
Leg uit hoe dit ontstaat.

A

T.g.v

  • dieet
  • medicatie fouten
  • dit is de meest voorkomende afwijking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

een complicatie bij biochemische veranderingen is
Hypofosfatemie
Leg uit hoe dit ontstaat.

A

T.g.v
- ernstige ondervoeding en als de patiënt dan weer gevoed gaat worden -> refeeding syndroom

  • nachtdialyse
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

bij welke lab uitslag spreekt men van een hypo fosfatemie ?

A

bij een lab onder de 0,8 mmol/l

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wat zijn symptomen bij hypo- fosfatemie ?

A

Spierzwakte en cardiomyopathie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is metabole acidose ?

A

is een proces waarbij er onvoldoende uitscheiding van de zuren in de nieren is.
Er ontstaat dan een verzuring in het bloed

Acidose leidt tot toename van renale botziektes en tot andere metabole stoornissen

metabole acidose gaat altijd samen met nierinsufficientie,

20
Q

Bij welke ph waarde spreekt men van een metabole acidose

A

Bij een Ph waarde onder de 7.35 in het bloed

21
Q

hoe wordt metabole acidose veroorzaakt ?

noem 2 punten.

A
  1. door een overschot aan zuren

2. door een tekort aan basische stoffen

22
Q

Hoe kan metabole acidose ontstaan ?

Noem 4 oorzaken.

A
  1. Kan ontstaan door overschot aan zure of een tekort aan basische stoffen.
  2. Kan ontstaan door een stoornis in het metabolisme van cellen stofwisselingen van cellen: Biochemische processen dat plaats vind in de cellen.
  3. Kan ontstaan door innemen van zure stoffen.
  4. Kan ontstaan in een gestoorde uitscheiding
23
Q

Leg uit wat zuur-base evenwicht is.

A

De balans van de PH waarde van het bloed oftewel

Zuurgraad van het bloed

24
Q

waarvan is de PH afhankelijk ?

A

de PH is afhankelijk van de hoeveelheid basische stoffen en zure stoffen opgelost in het bloed.

25
Q

Wanneer spreekt met van acidose ?

A

Als er teveel zuur in het bloed is.
Zuurgraad gaat omhoog
PH gaat omlaag

26
Q

Wanneer spreekt met van alkalose ?

A

Als er teveel basiciteit in het bloed is.
PH gaat omhoog
Zuurgraad gaat omlaag

27
Q

wat is zuurgraad ?

A

Zuurgraad word aangegeven door hoe zuur of hoe basisch ( tegenovergestelde van zuur) is.

28
Q

wat voor PH waarde moet het bloed hebben ?

A

7.35-7.45

29
Q

zijn stoffen met een PH waarden van 1 tot 7 zuur of basisch ?

A

Zuur

30
Q

Zijn stoffen met een PH waarde van 7 tot 14 zuur of basisch

A

Basisch / alkalisch

31
Q

als de PH waarde van het bloed stijgt boven de 7.45, dan spreek je van ?

A

Alkalose

32
Q

als het bloed te basisch word, hoe hersteld het lichaam dit ?

A

De snelle methode:Minder ademhalen, zodat een kleiner aantal zure stoffen je lichaam kunnen verlaten via de lucht die je uitademt
Zodat er nog zuur in je lichaam blijft. en niet te veel het lichaam verlaat.

33
Q

Noem nog een manier, hoe het lichaam het bloed dat te basisch is hersteld.

A

De langzame methode: de nieren kunnen het uitscheiden van zure stoffen via je plas beperken en dat van basische stoffen juist vergroten

34
Q

Hoe blijft de zuurgraad op peil ?

Noem 2 belangrijke middelen

A
  1. snelle methode: het aanpassen van de ademhaling.
    Door snel ademhalen stijgt de PH waarde
    Langzaam ademhalen daalt PH waarden
  2. Langzame methode: via de nieren.
    Nieren controleren de bicarbonaat concentratie door deze te reabsorberen of uit te scheiden.
    Bij meer reabsorptie van bica-> PH daalt
    Bij meer uitscheiding van bica -> PH stijgt
35
Q

ontregeling van zuur-base evewicht kan dus door 2 mechanismen komen.
Benoem deze

A
  1. respiratoit: dus ademhaling gerelateerd

2. metabole oorzaken: dus overschot van base of zuren

36
Q

noem de 4 mogelijke ontregelingen die kunnen onstaan bij een verstoorde zuur-base evenwicht.

A
  1. metabole acidose = Bijv. door ontregelde DM
  2. metabole alkalose= Bijv. door langdurig braken
  3. respiratoir acidose= Bijv bij hypoventilatie
  4. respiratoir alkalose = Bijv. bij hyperventileren
37
Q

wat is postdilutie ?

A

verdunning(is dilutie) na de filter dmv substitutie vloeistof.

38
Q

Wat is predilutie ?

A

verdunning voor de nier/filter dmv substitutie vloeistof

39
Q

waardoor is predilutie minder efficiënt dan postdilutie ?

A

door verdunning van het bloed, door verdunning minder afvalstoffen.

40
Q

waarom word er gekozen voor predilutie ?

A

bijv. bij patiënten die net geopereerd zijn of meer kans op bloedingen hebben.
Geen bloedverdunners zoals fragmin/fraxi, maar het bloed mag wel verdund worden met substitutievloeistof voordat het de nier door gaat.

41
Q

Wat moet je bij predilutie instellen om dezelfde klaring de hebben als bij postdilutie ?

A

De bloedpomp en de UF moet hoger ingesteld worden

42
Q

Wat gebeurt er als de UF uit staat ?

A

Er is dan geen drukverschil, dus geen verplaatsing van water.

43
Q

waarom word er gekozen voor gelijkstroom ?

A
  • meestal bij een 1e dialyse

- voorkomen/verkleinen van desquilibriumsyndroom

44
Q

wat is het effect van bij het verhogen van dialysaatflow ?

A

doordat het snel gesatureerd word, doordat het dialysaat snel wordt ververst, er is dan geen tijd voor gelijkheid van de concentratie

45
Q

Is er met een bloedflow van 150 genoeg dialyse efficiëntie ?

A

Nee, de bloedflow is daar te laag voor.

46
Q

wat voor effect heeft een hoge flow op de hartfunctie.

* patienten met hartfalen komen niet in aanmerking voor een shunt*

A

Het hart heeft een weerstand nodig om een bloeddruk te kunnen krijgen.
Een hoge flow heeft effect op de hartfunctie, doordat er geen druk/weerstand is.
Het hard moet harder pompen voor weerstand/druk en wordt na een maand moe er ontstaat dan:
Cardiobiopathie = hartfalen