Bedrijfseconomie: module 8 Flashcards
(101 cards)
Waarom is kapitaalbudgettering relevant voor managers?
Om de waarde van investeringen vandaag te bepalen en go/no-go-beslissingen te maken, voor het prioriteren van investeringen, en voor het bepalen van de (opportuniteits)kost van gebruikt kapitaal.
Welke verschillende soorten projecten kunnen en moeten gewaardeerd worden?
1- Vervangingsprojecten,
2- Kostenreductieprojecten
3- Uitbreidingsprojecten
4- Niet-inkomsten-genererende investeringen.
Wat is een vervangingsproject in kapitaalbudgettering?
Een investering ter onderhoud van bestaande bedrijfsmiddelen.
Komt regelmatig voor en gebeurt vaak zonder uitgebreid beslissingsproces.
Wat is een kostenreductieproject in kapitaalbudgettering?
Een investering ter vervanging van verouderde middelen om productiekosten te verlagen.
Discretionair van aard en vereist meestal gedetailleerde analyse.
Wat is een uitbreidingsproject in kapitaalbudgettering?
Een investering om de outputcapaciteit van het bedrijf te vergroten.
Complexe beslissing en vereist forecast van toekomstige vraag- en aanbodscondities.
Wat zijn niet-inkomsten-genererende investeringen?
Investeringen die geen extra opbrengst genereren, maar verplicht zijn.
Worden ook ‘mandatory investments’ genoemd en creëren geen waarde op zich. Voorbeeld: aankoop van een waterreinigingssysteem i.v.m. milieuregelgeving.
Waarom is het belangrijk om waarderingsincentives in rekening te nemen bij investeringsbeslissingen?
Omdat deze incentives de beslissingen en prioriteiten van managers kunnen beïnvloeden en zo de waardecreatie binnen het bedrijf sturen.
Waarom zijn kasstromen belangrijk in kapitaalbudgettering?
Omdat beslissingen moeten worden gebaseerd op de effectieve geldstromen (cashflows) die binnenkomen (inflows) en buitengaan (outflows) in elke tijdsperiode, niet op boekhoudkundige kosten en opbrengsten.
Wat is het verschil tussen een kost en een cashflow?
Een kost beïnvloedt de resultatenrekening, maar is geen werkelijke uitgave.
Een cashflow is een effectieve inkomende of uitgaande geldstroom, belangrijk voor investeringsbeslissingen.
Wat gebeurt er boekhoudkundig als je een dure machine koopt?
De machine wordt ineens betaald (cash outflow) en de kost wordt via afschrijvingen over meerdere jaren verdeeld op de resultatenrekening.
De afschrijving is dus een kost zonder cash outflow.
Waarop ligt de focus bij investeringsanalyses: kosten of kasstromen?
Op kasstromen (inflows en outflows), omdat die de echte geldbewegingen tonen en bepalend zijn voor de waarde van een investering.
Waarom is forecasting moeilijk bij grote projecten?
Omdat het moeilijk is om de exacte toekomstige kosten en opbrengsten te voorspellen.
Wat zijn incrementele kasstromen?
De verandering in netto kasstromen als gevolg van een investeringsproject.
Waarom zijn incrementele kasstromen belangrijk bij investeringsbeslissingen?
Omdat ze het verschil tonen in kasstromen met en zonder het project, wat essentieel is om de waarde van het project te bepalen.
Wat betekent ‘tijdswaarde van geld’?
€100 vandaag is meer waard dan €100 in de toekomst, omdat geld nu kan worden geïnvesteerd en rente kan opleveren.
Hoe bepaal je de huidige waarde van toekomstige kasstromen?
Door verdisconteren en oprenten, om rekening te houden met de tijdswaarde van geld.
Wat is verdisconteren?
Het bepalen van de huidige waarde van een toekomstige geldstroom.
Bijvoorbeeld: €100 over een jaar is vandaag minder waard, bijvoorbeeld €95.
Wat is oprenten?
Berekenen hoeveel een bedrag dat je vandaag hebt waard zal zijn in de toekomst door het te investeren tegen een rentevoet.
Wanneer gebruik je verdisconteren en wanneer gebruik je oprenten?
Verdisconteren: om toekomstige kasstromen terug te rekenen naar hun huidige waarde. Oprenten: om het toekomstige waarde van een huidig bedrag te berekenen.
Wat is de formule voor oprenten?
Toekomstige waarde = Huidige waarde * (1 + r)^k
(r = rente, k = aantal perioden)
Wat is de formule voor verdisconteren?
Huidige waarde = Toekomstige waarde / (1 + r)^k
(r = rente, k = aantal perioden)
Waarom zijn r (rente) en k (aantal perioden) zo belangrijk bij verdisconteren en oprenten?
Omdat ze disproportioneel grote invloed hebben op de waarde, en de relatie niet lineair is.
Voorbeeld: Hoeveel is €10.000 waard over 10 jaar bij een rendement van 10%?
Hier gaan we oprenten.
€10.000 × (1 + 0,10)^10 = €25.937,42.
Wat stelt verdisconteren en oprenten ons in staat?
Het vergelijken van historische, huidige en toekomstige kasstromen door rekening te houden met de tijdswaarde van geld.