Beeldbeschouwen Flashcards

1
Q

Beeldbeschouwen

A

Aandachtig kijken naar kunstwerken en er iets over kunnen vertellen/beschrijven met woorden en begrippen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Voorstelling

A

Wat je ziet en waar het kunstwerk overgaat. Bijvoorbeeld mensen, dieren, planten, huizen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vormgeving

A

Hoe is het kunstwerk gemaakt. Zoals de kleuren, de compositie, het licht, de vorm, de ruimte, structuur, textuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Figuratieve voorstelling

A

De voorstelling lijkt op zichtbare werkelijkheid. Als je goed kunt zien wat het voorstelt, dan noem je dat een figuratieve voorstelling, mens, dier, enz

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke twee soorten figuratieve voorstellingen zijn er

A

Realistisch figuratieve voorstelling
Geabstraheerde figuratieve voorstelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Realistisch

A

De kunstenaar heeft proberen weer te geven wat hij ziet. Hij heeft naar de waarneming gewerkt. De voorstelling lijkt op de zichtbare werkelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geabstraheerde

A

De voorstelling is herkenbaar, maar op een bepaalde manier vervormd en/ of vereenvoudigd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Abstract of non - figuratief

A

Wanneer je niet meer ziet wat het kunstwerk voorstelt. Het gaat over kleuren, vormen en lijnen, compositie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe wordt een portret met hoofd, borst en schouders in de beeldhouwkunst genoemd

A

Buste

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Portret en face

A

Als je iemand recht van voren afbeeldt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Portret en trois quart

A

Als je iemand schuin afbeeldt, waardoor je een deel van de zijkant en een deel van de voorkant ziet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Portret en profil

A

Als je iemand van opzij gezien afbeeldt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Landschap

A

Een kunstwerk gaat over de natuur zoals de zee, bergen, weiland, bos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Stadsgezicht

A

Een kunstwerk dat gaat over de stad, huizen, gebouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Vanitasstilleven

A

Een stilleven wat gaat over dat we allemaal een keer doodgaan en dat bezit daarom niet nodig is. Je ziet vaak een schedel erin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Genre

A

Bij welke stijl of soort een kunstwerk hoor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Thema

A

Het onderwerp van een kunstwerk

18
Q

Symbool

A

Een symbool is een teken dat gebruikt wordt om iets anders duidelijk te maken.

19
Q

Attribuut

A

Een attribuut is een voorwerp dat aangeeft wie de afgebeelde persoon is

20
Q

Gebaar

A

Beweging met hand, hoofd of lichaam met een speciale bedoeling of betekenis

21
Q

Accessoire

A

Voorwerp dat niet noodzakelijk is, maar bedoeld om iets mooier of comfortabeler te maken, tas, sjaal, ketting

22
Q

Kleding

A

Aan de kleding kun je zien wanneer iets zich afspeelt

23
Q

Personage

A

Wie de hoofdrol in een kunstwerk heeft

24
Q

Naar de waarneming

A

Goed en nauwkeurig kijken hoe iets eruit ziet

25
Naar de fantasie
Vanuit gedachten, dromen iets maken en kan niet in het echt
26
Geïdealiseerd
Iets mooier maken dan de werkelijkheid
27
Vereenvoudigd
Iets eenvoudiger maken dan de werkelijkheid
28
Vertellend
Vertelt een verhaal van bijvoorbeeld vroeger, geschiedenis, bijbel
29
Toegepaste kunst
Voorwerpen die je kunt gebruiken, een gebouw, tas, schoen, tafel, enz..
30
Esthetische functie
De vorm en de kleur van bijvoorbeeld een stoel moeten goed zijn
31
Autonome kunst
Heeft geen praktische functie of gebruiksfunctie. Je kunt er niet op zitten of er iets in doen. Wel kun je er naar kijken, ervan genieten en geraakt worden
32
Esthetisch
Het kunstwerk wil schoonheid laten zien
33
Educatief
Het kunstwerk wil je iets leren
34
Expressief
Het kunstwerk drukt gevoelens en emoties van de kunstenaar uit
35
Wervend
Het kunstwerk wil je dan overhalen om iets te gaan doen
36
Zeggingskracht
Het kunstwerk overtuig en raakt je. Je gaat er langer naar kijken of gaat er langer over nadenken
37
Woorden van zeggingskracht
Angstig, beweeglijk, eenzaam, chique, eentonig, romantisch, realistisch, agressief, eng, spannend, dromerig, geheimzinnig, vrolijk, verdrietig, somber, klassiek, dramatisch
38
Stofuitdrukking
Het precies namaken van een materiaal met bijvoorbeeld verf of klei
39
Pasteus
Het dik aanbrengen van verf
40
Kinetische kunst
Kunst dat echt kan bewegen