Beenderen Flashcards
(43 cards)
1
Q
Diafyse
A
Schacht pijpbeen
2
Q
Epifyse
A
Dikker uiteinde schacht
3
Q
Epifysairschijf
A
Groeischijf
4
Q
Synsarcose
A
Hangmat van spieren voorpoten en schouderblad
5
Q
Synovia
A
Gewrichtsvloeistof
6
Q
Dolicholcefaal
A
Langschedelig
7
Q
Metacefaal
A
Middenschedelig
8
Q
Brachycefaal
A
Kortschedelig
9
Q
Os maxillare
A
Bovenkaak
10
Q
Os nasalis
A
Neusbeen
11
Q
Os zygmaticus
A
Jukbeen
12
Q
Os frontalis
A
Voorhoofdsbeen
13
Q
Os parietale
A
Wandbeen
14
Q
Os occipitale
A
Achterhoofsbeen
15
Q
Os temporale
A
Slaapbeen
16
Q
Os mandibulare
A
Onderkaak
17
Q
Vertebrae cervicales
A
Halswervels
18
Q
Vertebrae thoracales
A
Borstwervels
19
Q
Vertebrae lumbales
A
Ledenwervels
20
Q
Vertebrae sacralis
A
Heiligbeenwervels
21
Q
Vertebrae caudalis
A
Staartwervels
22
Q
Thorax
A
Borstkas
23
Q
Sternale ribben
A
Eerste paar ribben
24
Q
Asternale ribben
A
Laatste ribben
25
Sternum
Borstbeen
26
Scapula
Schouderblad
27
Clavicula
Sleutelbeen
28
Humerus
Opperarmbeen
29
Radius
Spaakbeen
30
Ulna
Ellepijp
31
Carpus
Pols
32
Ossa metacarpalia
Middenvoetsbeentjes
33
Digiti
Tenen
34
Pelvis
Bekken
35
Os ilium
Darmbeen
36
Os ischium
Zitbeen
37
Os pubis
Schaambeen
38
Femur
Dijbeen
39
Tibia
Scheenbeen
40
Fibula
Kuitbeen
41
Ossa tarsi
Enkel
42
Ossa metatarsalia
Middenvoetsbeentjes
43
Patella
Knieschijf
